3.1.[partij A] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Voor recht te verklaren dat [partij A] en [partij A 2], eigenaar zijn van het gehele perceel kadastraal bekend gemeente [locatie], gebaseerd op de kadastrale kaart van 23 januari 2018;
II. [partij B] en [partij B 2] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis, althans een termijn die de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren, het gehele perceel van eisers, kadastraal bekend gemeente [locatie], gebaseerd op de kadastrale kaart van 23 januari 2018, te ontruimen en ontruimd te houden, bijvoorbeeld door het verwijderen van aangebrachte voorzieningen en door een hekwerk terug te plaatsen dat vergelijkbaar is met het door gedaagden verwijderde hekwerk, zulks op straffe van een door gedaagden hoofdelijk aan eisers te verbeuren dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat gedaagden in gebreken zijn met de uitvoering van deze veroordeling, zulks met een maximum van € 50.000,00, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren;
III. [partij B] en [partij B 2] te veroordelen om [partij A] toestemming te verlenen gebruik te maken van de onroerende zaak van [partij B] en [partij B 2] voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de onroerende zaak van [partij A], op straffe van een dwangsom van € 750,00, althans een bedrag die de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren, per dag of gedeelte daarvan, dat [partij B] en [partij B 2] in strijd met het te wijzen vonnis handelen tot een maximum van € 15.000,00, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren;
IV. [partij B] en [partij B 2] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis, althans een termijn die de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren, de gerealiseerde dakopbouw binnen twee meter van de grenslijn met het erf van [partij A] te verwijderen en verwijderd te houden, zulks op straffe van een door gedaagden hoofdelijk aan eisers te verbeuren dwangsom van € 750,00 per dag of dagdeel dat gedaagden in gebreken zijn met de uitvoering van deze veroordeling, zulks met een maximum van € 15.000,00, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren.
V. [partij B] en [partij B 2] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis, althans een termijn die de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren, iedere camera die is aangebracht aan de buitenzijde van de gebouwen op het perceel [adres 2] te ([postcode]) Holten en die onrechtmatige inbreuk pleegt op de privacy van [partij A] te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 750,00, althans een bedrag die de kantonrechter in goede justitie vermeend te behoren, per dag of gedeelte daarvan, dat [partij B] en [partij B 2] in strijd met het te wijzen vonnis handelen tot een maximum van € 25.000,00, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermeed te behoren;
VI. [partij B] en [partij B 2], ieder hoofdelijk, te veroordelen tot betaling aan eisers van de kosten van deze procedure, waaronder uitdrukkelijk begrepen het salaris van de gemachtigde van eisers, en de nakosten, vermeerderd met de in artikel 119 van boek 6 BW bedoelde wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis, indien en voor zover mogelijk niet binnen te termijn zijn voldaan.