Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(primair),dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, valsheid in geschrift heeft gepleegd door valse facturen op te maken
(subsidiair);
(primair),dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan ten name van [bedrijf 1] B.V.
(subsidiair),zodat te weinig belasting werd geheven;
(primair),dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan ten name van [bedrijf 2] B.V.
(subsidiair),zodat te weinig belasting werd geheven.
3.De procesafspraken
- het procesverbaal van de terechtzitting van 25 april 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- de hierna genoemde facturen, steeds een ander geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5, van het Wetboek van Strafvordering (Sv):
- een geschrift, te weten de ambtsedige verklaring omzetbelasting van 23 januari 2017 (DOC018);
- het procesverbaal van verhoor getuige [getuige 1] (controlemedewerker Belastingdienst) van 25 januari 2017 (G00101).
- het procesverbaal van de terechtzitting van 25 april 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- een geschrift, te weten de ambtsedige verklaring omzetbelasting van (DOC132);
- de hierna genoemde facturen, steeds een ander geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5, van het Wetboek van Strafvordering (Sv):
- het procesverbaal van verhoor getuige [getuige 1] (controlemedewerker Belastingdienst) van 25 januari 2017 (G00101);
- het procesverbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 2 juni 2017 (G01401);
- het procesverbaal van verhoor getuige [getuige 3] (accountmanager Bijzonder Beheer Rabobank) van 3 mei 2017 (G01501).
- factuur [nummer 1].d. 8 januari 2013, gericht aan [bedrijf 1] B.V.,
- factuur [nummer 2] d.d. 25-6-2013, gericht aan [bedrijf 3] B.V.,
- factuur [nummer 3] d.d. 28-05-2013, gericht aan [bedrijf 2] B.V.,
- factuur [nummer 4] d.d. 19-09-2013, gericht aan [bedrijf 2] B.V.,
- factuur [nummer 5] d.d. 23-09-2013, gericht aan [bedrijf 2] B.V.,
- factuur [nummer 6] d.d. 30-09-2013, gericht aan [bedrijf 2] B.V. ,
- creditfactuur [nummer 7] d.d. 31-12-2013, gericht aan [bedrijf 2] B.V. ,
- factuur [nummer 8] d.d. 16-12-2013, gericht aan [bedrijf 4] B.V., en/of
- creditfactuur [nummer 9] d.d. 10-10-2014, gericht aan [bedrijf 4] B.V.,
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
valsheid in geschrift, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte daaraan feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd;
het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte daaraan feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd;
het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte tezamen met een of meer anderen daaraan feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
valsheid in geschrift, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte daaraan feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd;
het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte daaraan feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd;
het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte tezamen met een of meer anderen daaraan feitelijke leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
270 (tweehonderdzeventig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
135 (honderdvijfendertig) dagen;