Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[woonplaats] (Spanje).
1.De vordering van de officier van justitie
2.De procedure
- een conclusie van eis van de officier van justitie, gedateerd 16 april 2024;
- een e-mail met bijlage van de raadsman van veroordeelde mr. J.C. Reisinger gedateerd 29 april 2024.
3.De standpunten van partijen
.Gelet op artikel 511b Sv en artikel 6:4:18 Sv, is deze ontnemingsvordering tijdig ingediend.
4.De beoordeling van de vordering
feit 6: het misdrijf:
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd, gepleegd in de periode van 26 maart 2020 tot en met 6 april 2020.
5.De wettelijke voorschriften
6.De beslissing
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van € 125.000,-- aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.