Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van 14 mei 2024 in de zaak van:
[eiser],
[gedaagde],
1. De gronden van de beslissing
8 mei 2024 (geregistreerd onder nummer C/08/314408/KG ZA 24-109) door de voorzieningenrechter is overwogen dat het ontzeggen van [eiser] tot het bijwonen van de uitvaart van haar vader jegens haar onrechtmatig wordt geacht. De voorzieningenrechter zal dit oordeel in deze procedure bekrachtigen in de vorm van een veroordeling. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het voor een kind een belangrijk recht is om aanwezig te zijn bij de uitvaart/crematie van een ouder. Uit het verklaarde en besprokene tijdens de mondelinge behandeling kan de voorzieningenrechter niet opmaken dat het de wens van de vader van [eiser] was dat zij niet bij zijn uitvaart/crematie aanwezig zou zijn. [eiser] heeft gewezen op het op 11 oktober 2023 opgemaakte levenstestament van haar vader. Daaruit kan worden afgeleid dat [eiser] een belangrijke rol in zijn leven vervulde. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het voor [eiser] belangrijk is om waardig afscheid te kunnen nemen van haar vader. [gedaagde] mag dit niet in de weg staan.
€ 30.000,- in totaal.