ECLI:NL:RBOVE:2024:248

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 januari 2024
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
71.072924.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewoontewitwassen met aanzienlijke geldbedragen en betrokkenheid bij drugshandel

Op 16 januari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die schuldig is bevonden aan medeplegen van gewoontewitwassen. De verdachte, geboren in 1987, werd beschuldigd van het witwassen van in totaal € 2.220.000,- in de periode van 1 februari 2021 tot en met 2 maart 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij meerdere geldoverdrachten, waarbij grote bedragen in contanten werden verhandeld. De verdachte had een actieve rol in het verbergen en overdragen van deze geldbedragen, die afkomstig waren uit criminele activiteiten, waaronder de handel in verdovende middelen.

Tijdens de zittingen op 19 december 2023 en 9 januari 2024 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie gehoord, alsook de verdediging van de verdachte. De rechtbank heeft bewijs verzameld uit observaties, Sky ECC-berichten en andere bewijsmiddelen die de betrokkenheid van de verdachte bij de geldoverdrachten bevestigen. De rechtbank concludeert dat de verdachte wist dat de geldbedragen uit misdrijven afkomstig waren en dat zij van het plegen van deze feiten een gewoonte heeft gemaakt.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. Daarnaast is de auto van de verdachte verbeurd verklaard en is de teruggave van persoonlijke bezittingen gelast. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van het medeplegen van gewoontewitwassen gehandhaafd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.072924.22 (P)
Datum vonnis: 16 januari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 december 2023 en 9 januari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. I.R.V. Out en van wat door verdachte en haar raadsman mr. Y. Moszkowicz, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat [verdachte], samen met (een) ander(en) of alleen:
feit 1:een bedrag van in totaal 2.220.000 euro heeft witgewassen en een gewoonte van witwassen heeft gemaakt in de periode 1 februari 2021 tot en met 2 maart 2021;
feit 2:een bedrag van in totaal 947.700 euro heeft witgewassen op 2 maart 2021.
Voluit luidt de tenlastelegging aan [verdachte], dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met 2 maart 2021, te Landgraaf en/of Heerlen en/of Rijswijk en/of Geleen, althans in één of meerdere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en),
(telkens) één of meer voorwerpen, te welen één of meerdere (grote) geldbedrag(en) van (in totaal) 2.220.000 euro, althans enig(e) geldbedrag(en), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of de verplaatsing heeft verborgen terwijl zij, verdachte en/of een van haar mededader(s) wist(en), of althans redelijkerwijs had (den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf en zij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
2.
zij op of omstreeks 02 maart 2021, te Landgraaf, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), één of meer voorwerp(en), te weten een (groot) geldbedrag van 947.700,-- euro, althans enig geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, en/of de verplaatsing heeft verborgen, terwijl zij, verdachte en/of een van haar mededader(s) wist(en), of althans redelijkerwijs had (den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat beide feiten, gewoontewitwassen en witwassen, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat [verdachte] van beide feiten vrijgesproken moet worden.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het behandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast. [1]
Geldoverdracht 2 maart 2021
Op 2 maart 2021 ontving de politie informatie van het Team Criminele Inlichtingen over een grijskleurige Peugeot 807 met het Belgisch kenteken [kenteken 1] waarin een grote hoeveelheid geld aanwezig zou zijn. Een observatieteam volgt op diezelfde datum een grijze Peugeot 807 met het Belgische kenteken [kenteken 1]. Om 16.57 uur stopt de Peugeot aan de Bosheide in Landgraaf. De bestuurder blijft in de auto zitten. Om 17.08 uur stapt een vrouwelijke bestuurder uit een zwarte Skoda Superb met kenteken [kenteken 2] en neemt plaats op de bijrijdersstoel van de Peugeot. De vrouw stapt om 17.12 uur weer uit de Peugeot en rijdt weg in de Skoda. De Peugeot vertrekt ook. Beide auto’s stoppen om 17.13 uur in de Kremerslaan in Landgraaf. Beide bestuurders stappen uit en de bestuurder van de Peugeot haalt vanuit de geopende kofferbak van de Skoda twee bigshoppers, waarvan in ieder geval één bigshopper geel gekleurd is. Hij plaatst de bigshoppers via de geopende rechter schuifdeur in de Peugeot. Daarna vertrekken beide bestuurders in hun auto’s. [2]
De politie houdt de Peugeot rond 17.17 uur staande op de Wiel Ringenslaan in Landgraaf. De bestuurder is medeverdachte [medeverdachte]. In de auto worden in totaal vier bigshoppers aangetroffen, deze waren afgedekt met een hoes. De bigshoppers zijn afkomstig van Jumbo en geel gekleurd. Er zitten pakketten briefgeld in. De vuistdikke bundels eurobiljetten zijn verpakt in plastic en met elastiek verbonden. [3] De totale som van de eurobiljetten bedraagt € 2.947.750,--. Het bedrag bestaat uit verschillende coupures, waarbij 99% bestaat uit biljetten tussen de vijf en vijftig euro. [4]
De Skoda staat om 17.16 uur geparkeerd op de oprit van de woning gelegen aan de [woonplaats]. [5] [verdachte] staat op dit adres ingeschreven en het voertuig staat ook op haar naam. [6] De observant van de overdracht van de bigshoppers merkt op dat hij de bestuurder van de Skoda later heeft herkend als [verdachte]. [7] In de woning van [verdachte] is een bankbiljet van tien Poolse Zloty aangetroffen. Eenzelfde soort bankbiljet is als token gebruikt bij de overdracht van 2 maart 2021. [8]
Naast deze observatie en bevindingen zijn er ook berichten aangetroffen die via de berichtendienst Sky ECC zijn verstuurd. Via Sky ECC werden versleutelde berichten verstuurd, maar deze berichten zijn inmiddels leesbaar gemaakt. Door gebruikers [accountnaam 1] en [accountnaam 2] wordt op 2 maart 2021 een gesprek gevoerd. Uit de berichten volgt dat gebruiker [accountnaam 2] opdrachten en aanwijzingen geeft aan gebruiker [accountnaam 1]. In een audiobericht van de opdrachtgever op 2 maart 2021 klinkt een mannenstem die zegt:
“die geld wat je vandaag hebt opgehaald he toen straks dat is 302.500 he. Wil je alsjeblieft als je kunt bij die 302.500 van die 500 losse kun je daar 500 euro bij doen alsjeblieft. Dan heb je 303 en dat is precies samen met alles wat je daar hebt 950, die gaan we straks afgeven.”En later een audiobericht:
“Dat is dan 950.000 totaal samen snap je.”. [9] De gebruikers spreken over de Bosheide en de Wiel Ringenslaan en [accountnaam 1] stuurt foto’s van twee bigshoppers en verpakte eurobiljetten. De opdrachtgever zegt dat de token [nummer] is en dat gebruiker [accountnaam 1] straks de token krijgt voor het geld. Gebruiker [accountnaam 1] zegt dat het twee Jumbo zakken vol zijn. De opdrachtgever meldt dat een Peugeot 807 er omstreeks 17:22 uur zal zijn, gebruiker [accountnaam 1] moet eerst bij hem instappen om de token te controleren en daarvan een foto naar de opdrachtgever sturen. Om 17.11 uur stuurt [accountnaam 1] de opdrachtgever een foto van een Pools bankbiljet met het nummer [nummer]. De opdrachtgever reageert dat het goed is. De opdrachtgever vraagt of [accountnaam 1] alles heeft gegeven en niets vergeten is, [accountnaam 1] reageert dat alles erin zit plus 5. [10]
De foto’s die gebruiker [accountnaam 1] op 2 maart 2021 van twee bigshoppers verzendt, komen overeen met de bigshoppers die in de Peugeot zijn aangetroffen. In de twee bigshoppers zat een totaalbedrag van € 947.700,--. [11] Dit totaalbedrag komt in de buurt van de 950.000 waarover in de Sky communicatie wordt gesproken.
De politie heeft onderzocht wie gebruiker [accountnaam 1] is. Op 22 februari 2021 wordt door deze gebruiker een audiobericht verstuurd waarin een vrouwenstem met een Limburgs accent te horen is. Op 18 en 22 februari 2021 stuurt gebruiker [accountnaam 1]:
"Thuis" "[woonplaats]" "Hhaba ja meiden zijn weer na schooltje".Ook zijn de foto’s die de gebruiker heeft verzonden vergeleken met kenmerken van de woning van [verdachte] en voorwerpen die bij haar thuis lagen. Hieruit volgt dat er meerdere overeenkomsten zijn tussen de foto’s en de woning van [verdachte]. [12] De rechtbank stelt op grond van de voorgaande bewijsmiddelen vast dat [verdachte] de gebruiker van het Sky account [accountnaam 1] is. De berichten die de gebruiker stuurt komen overeen met het adres van [verdachte], [woonplaats] en zij woont daar samen met haar partner en twee minderjarige dochters. [13] De auto is na de overdracht van de twee bigshoppers op de oprit van het adres van [verdachte] geparkeerd, de foto’s bevatten overeenkomsten met haar woning en de observant heeft [verdachte] herkend als de bestuurder van de Skoda. [14]
De rechtbank stelt daarnaast vast dat de Sky gesprekken van 2 maart 2021 over de geldoverdracht van 2 maart 2021 in Landgraaf gaan. De datum waarop de gesprekken gevoerd worden, komt overeen met de datum waarop observanten de overdracht van de bishoppers zagen. De berichten komen ook op specifieke punten overeen met de observatie. Zo is onder andere een Peugeot 807 betrokken, wordt de locatie Wiel Ringenslaan genoemd, worden er twee Jumbo tassen gebruikt en stapt de bestuurder van de Skoda bij de bestuurder van de Peugeot in zoals door de opdrachtgever is opgedragen.
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat [verdachte] op 2 maart 2021 een geldbedrag van € 947.700,-- voorhanden had en overgedragen heeft.
Geldoverdrachten februari en maart 2021
[verdachte] wordt verweten ook bij andere geldoverdrachten betrokken te zijn geweest.
Uit de Sky berichten tussen [verdachte] en de opdrachtgever zijn tevens de volgende opdrachten te onderscheiden. Op 18 februari 2021 gaat het om ‘525’ achter het klooster nummer 107, op 24 februari 2021 om € 735.000,-- aan de Bosheide 46, op 28 februari 2021 om ‘10k’ Laarhofplein 4 in Heerlen. [15] In de Sky gesprekken stuurt [verdachte] foto’s van stapels eurobiljetten en er wordt over ‘geld brengen’ gesproken. [16]
De rechtbank stelt vast dat in de berichten over volledige bedragen gesproken wordt, met uitzondering van de berichten van 18 en 28 februari 2021, waar het gaat over ‘525’ en ‘10k’. Het is een feit van algemene bekendheid dat ‘K’ duizend betekent. Nu in het dossier verder steeds gesproken wordt over euro’s en ook de foto’s die door [verdachte] verstuurd worden steeds foto’s van euro’s betreffen, stelt de rechtbank vast dat het om bedragen in euro’s gaat en dat met ‘525’ en ‘10k’ door de gebruikers € 525.000,-- en € 10.000,-- wordt bedoeld. De rechtbank verwerpt het verweer dat onduidelijk is of de overdrachten daadwerkelijk geld betroffen. Naast het totaalbedrag van € 947.700,-- dat op 2 maart 2021 na de overdracht door verdachte in de Peugeot is aangetroffen, zijn er twee valse biljetten van twintig euro en twee van vijftig euro aangetroffen. Het aandeel vals geld is zo gering, dat de rechtbank geen aanleiding ziet om op basis van deze bevinding aan te nemen dat er grote hoeveelheden vals geld bij de geldoverdrachten betrokken waren. In totaal komen de vier geldoverdrachten neer op een bedrag van € 2.220.000,--. [17]
Uit de Sky gesprekken tussen [verdachte] en de opdrachtgever volgt dat [verdachte] wordt aangestuurd om geld te verpakken, op te halen, weg te brengen en te bewaren in haar woning. De opdrachtgever meldt vaak de verwachte aankomsttijd van degene die het geld komt brengen of ophalen, de kenmerken van de auto, de locatie en hij verzendt een foto of geeft een omschrijving van de code of de token die gebruikt moet worden. [18] Een token wordt gebruikt om te zorgen dat het geld aan de juiste persoon wordt overgedragen. [verdachte] verzendt op haar beurt onder meer foto’s van grote geldbedragen en van tokens naar de opdrachtgever. Zoals hiervoor overwogen komt de achtergrond van de foto’s van stapels eurobiljetten overeen met kenmerken van, en voorwerpen in, de woning van [verdachte]. [19] De rechtbank concludeert dat de foto’s van de geldbedragen in [verdachte]’s woning zijn gemaakt en het geld zich dus (ook) in haar woning bevond.
Daarnaast is in de kofferbak van de auto van [verdachte] op zeer professionele wijze een geheime opbergplaats gecreëerd. De verborgen ruimte was 50 centimeter hoog, 99 centimeter breed en 27 centimeter diep. [20] In de berichten tussen [verdachte] en de opdrachtgever wordt ook over een stash/opbergruimte in de auto gesproken. De Skoda is in overleg met de opdrachtgever gekocht en aangepast. De rechtbank begrijpt dat de opdrachtgever in de berichten met ‘stach’ steeds een opbergruimte (stash) bedoelt. De opdrachtgever stuurt op 1 februari 2021:
“Schat koop een skoda superb. Sedan geen station. Kijk of je vandaag of morge vroeg kan halen dan geven we hem morgen af beginnen ze die te maken.”Op 10 februari 2021 stuurt hij dat de auto morgen klaar is. Op 11 februari 2021 bericht hij
: “Fijn gevoel he met stach rijde. En je hebt echt goie makelijk en groot”.Op 15 februari 2021 vraagt de opdrachtgever aan [verdachte] of hij de Skoda mee kan nemen omdat hij ergens geld (pap) moet ophalen uit de stash. [verdachte] stemt in en de opdrachtgever vraagt later waar de kabel of oplader is. [21] Het slot naar de opbergruimte in de auto kan ontgrendeld worden door een USB-kabel. [22] Op 1 maart 2021 stuurt hij dat [verdachte] het geld niet los in de auto moet leggen maar in de stash. [23]
Uit de Sky berichten volgt verder dat de opdrachtgever meerdere keren tegen [verdachte] zegt dat er meer stash plekken nodig zijn omdat er grote ladingen aan komen. [verdachte] vraagt aan hem hoe groot de opslag moet zijn. [verdachte] stuurt een afbeelding van een bankafschrijving van [bedrijf] B.V. en zegt dat het gelukt is. [24] Uit een opslagovereenkomst volgt dat [verdachte] een opslagruimte in Kerkrade heeft gehuurd bij het bedrijf [bedrijf]. [25]
De opdrachtgever verstuurt verder berichten naar [verdachte] dat ze geld krijgt of mag pakken en dat ze genoeg geld gaat verdienen bij hem. [26] Andere berichten tussen de twee gaan over geschikte verstopplekken in het huis van [verdachte]. [27] De opdrachtgever zegt dat hij een advocaat zal sturen als er wat gebeurt. [verdachte] moet zich dan op haar zwijgrecht beroepen. Nadat duidelijk wordt dat [medeverdachte] na de geldoverdracht op 2 maart 2021 is opgepakt vraagt de opdrachtgever aan [verdachte] of zij niets meer thuis heeft. [verdachte] antwoordt bevestigend, maar zegt dat ze geen handschoenen aan heeft gedaan. De opdrachtgever zegt dat dat geen probleem is. [verdachte] moet vanaf nu alleen Sky gebruiken, ze moet Signal en de telefoonnummers verwijderen. [28]
Op basis van de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen samen, concludeert de rechtbank dat [verdachte] op de eerder genoemde dagen in februari en maart 2021 grote geldbedragen voorhanden had en overgedragen heeft; in totaal € 2.220.000,--.
Witwassen - uit enig misdrijf afkomstig
[verdachte] wordt verweten geldbedragen te hebben witgewassen. De geldbedragen dienen ‘uit enig misdrijf afkomstig’ te zijn om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen. Er is sprake van een voorwerp afkomstig uit enig misdrijf, in het geval het op grond van vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Uit de bewijsmiddelen hoeft niet afgeleid hoeft te worden door wie, wanneer en waar dit misdrijf concreet is begaan.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 15 februari 2021 stuurt de opdrachtgever naar [verdachte]
“Klant komt nu geef hem die spulle en pak die geld.”en een dag erna
“Schat. We missen 1 blok. (…) Kijk in jou auto. Misgien helemaal in de hoek van de stach.”. [29]
Op 24 februari 2021 schrijven [verdachte] en de opdrachtgever de volgende berichten:
Opdrachtgever:
Heb veeel stress 23ton zijn gepakt pfffd.
[verdachte]:
Boo meen je dat.
Opdrachtgever:
Pfff. Ja koppijn.
[verdachte]:
Wat een kut mensen he echt.
Opdrachtgever:
Ja man pff.
In verschillende media verschenen op diezelfde dag, 24 februari 2021, berichten over de inbeslagname van 23 ton cocaïne. Deze cocaïne zou bestemd zijn voor de Nederlandse markt. [30]
Daarnaast stuurt de opdrachtgever nadat bij de opdrachtgever en [verdachte] duidelijk is dat [medeverdachte] is opgepakt na de geldoverdracht van 2 maart 2021:
“Ja even rusten twee weken ofzo dan rustig aan. Je doet nu tog niet bloke aleen geld maar ik laat even iemand anders die doen.”. [31]
De rechtbank is van oordeel dat de bovenstaande berichten over de handel in verdovende middelen gaan. Er wordt gesproken over blok en ‘bloke’. De term blokken wordt in het criminele circuit gebruikt om blokken van één kilo cocaïne aan te duiden. De opdrachtgever is kennelijk betrokken bij de handel in cocaïne. De rechtbank gaat er, gezien de inhoud van de hiervoor genoemde berichten, vanuit dat de partijen contant geld die [verdachte] voorhanden had en overdroeg onder meer opbrengsten van deze handel betroffen.
De rechtbank concludeert dat het niet anders kan dan dat de geldbedragen die [verdachte] voorhanden had en overgedragen heeft, uit enig misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank concludeert op basis van de voorgaande bewijsmiddelen en -overwegingen ook dat [verdachte] wist dat de geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig waren.
De overige verweren van de raadsman hoeven gelet op wat hiervoor is overwogen, niet besproken te worden.
Gewoontewitwassen
Bij de beantwoording van de vraag of [verdachte] van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt, zijn de aard van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, het aantal gedragingen en het tijdsbestek waarbinnen deze zich hebben afgespeeld van belang.
[verdachte] was in één maand betrokken bij vier geldoverdrachten. Zij had bij deze overdrachten een uitvoerende rol. [verdachte] bewaarde geld in haar woning, ze reed in een auto die voorzien was van een verborgen ruimte, ze gaf het geld af aan de ontvanger, ze huurde een opslagruimte op initiatief van de opdrachtgever en ze ontving geld van de opdrachtgever voor haar werkzaamheden. De rechtbank leidt uit de voorgaande bewijsmiddelen en -overwegingen af dat de betrokkenheid van [verdachte] professioneel en structureel van aard was en dat zij van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Medeplegen
Uit het dossier is verder gebleken dat bij de betrokken geldoverdrachten naast [verdachte] ook anderen betrokken waren. [verdachte] communiceerde en werkte samen met de opdrachtgever, ze haalde het geld bij verschillende personen op en ze droeg het geld over aan onder andere [medeverdachte]. Gelet op de wijze waarop het witwassen plaatsvond en de rol van [verdachte] en van de andere betrokkenen daarbij, is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen [verdachte], de opdrachtgever, [medeverdachte] en (onbekend gebleven) anderen.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan witwassen en gewoontewitwassen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 1 februari 2021 tot en met 2 maart 2021, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen van (in totaal) 2.220.000 euro, voorhanden heeft gehad, en heeft overgedragen terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) wist(en), dat bovenomschreven geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf en zij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
2.
zij op 2 maart 2021, te Landgraaf, tezamen en in vereniging met ander(en), een (groot) geldbedrag van 947.700 euro, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) wist(en), dat bovenomschreven geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Kwalificatie-uitsluitingsgrond ‘voorhanden hebben’
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De rechtbank heeft geconcludeerd dat de geldbedragen onder feit 1 en 2, in ieder geval gedeeltelijk, uit eigen misdrijf (namelijk het medeplegen van, dan wel het medeplichtig zijn aan, handel in verdovende middelen) afkomstig zijn en dat [verdachte] deze bedragen onder meer voorhanden heeft gehad. Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat [verdachte] daarbij gedragingen heeft verricht om de criminele herkomst van de geldbedragen te verbergen of te verhullen. Het bewezenverklaarde kan daarom, voor zover het betreft het voorhanden hebben, niet als witwassen in de zin van artikel 420bis Sr worden gekwalificeerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [verdachte] ten aanzien van “het voorhanden hebben” van de geldbedragen onder 1 en 2, moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 420bis en 420ter Sr. Er zijn geen verdere feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot feit 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, Sr. De bewezen verklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op dat de [verdachte] daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen niet uiteenloopt. Om onevenredige aansprakelijkheid te voorkomen, zal de rechtbank het feit enkelvoudig kwalificeren als hierna vermeld.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 en 2:
eendaadse samenloop van het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat [verdachte] strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert [verdachte] te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van de tijd die zij in verzekering heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de strafeis geen recht doet aan de persoon van verdachte. De raadsman verzoekt artikel 9a Sr toe te passen en geen straf of maatregel aan [verdachte] op te leggen. Indien de rechtbank wel een straf wenst op te leggen, verzoekt de raadsman geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf gecombineerd met een werkstraf en een hoge geldboete.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
Aard en ernst van de strafbare feiten
[verdachte] heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen van ruim twee miljoen euro. Ze was betrokken bij, ten minste, vier geldoverdrachten. Onder aansturing van de opdrachtgever bracht zij contante geldbedragen weg, terwijl zij wist dat het geld afkomstig was uit de drugshandel. Het geld bewaarde zij onder andere op verstopplekken in huis. Daarnaast beschikte [verdachte] over een auto met een geheime opbergplaats en huurde ze een opslagruimte ten behoeve van de stash in Kerkrade.
Witwassen speelt een cruciale rol in de onderwereld. Geld is in de criminele wereld een drijfveer, een doel, maar ook een belangrijk middel. [verdachte] heeft door haar handelen bijgedragen aan het illegale geldsysteem en de instandhouding van verschillende vormen van criminaliteit. In dit geval was het geld afkomstig van de handel in verdovende middelen. De rechtbank neemt [verdachte] haar bijdrage kwalijk.
Persoon van verdachte
Uit het strafblad van [verdachte] van 20 november 2023 volgt dat zij in 2014 een strafbeschikking heeft gekregen voor hennepteelt. Dit betreft een ander soort feit dan witwassen, waardoor de rechtbank haar strafblad niet in haar nadeel meeweegt.
Uit het reclasseringsrapport van 29 november 2023 en het verhandelde op zitting volgt dat [verdachte] psychische problemen ervaart door deze strafzaak en de mogelijkheid dat er een gevangenisstraf aan haar opgelegd wordt. Met name het feit dat zij in detentie niet voor haar twee minderjarige dochters en voor haar vader en broer kan zorgen, valt haar heel zwaar.
De rechtbank overweegt dat deze persoonlijke omstandigheden ook bestonden toen [verdachte] de strafbare feiten pleegde. De grote gevolgen die haar handelen zouden kunnen hebben, hebben haar er niet van weerhouden om zich met deze criminele activiteiten bezig te houden. [verdachte] heeft de rechtbank geen inzicht gegeven op welke manier en met welke reden zij betrokken was bij het gewoontewitwassen waardoor de rechtbank daar bij het bepalen van de straf geen rekening mee kan houden.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat vanwege de ernst van de gepleegde feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank zal de straf enigszins matigen vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. Iedere verdachte heeft het recht om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Dit is vastgelegd in artikel 6 EVRM. [32] De rechtbank stelt vast dat in deze zaak sprake is van een overschrijding van deze termijn. De redelijke termijn begint op het moment dat een verdachte de verwachting kan hebben dat hij wordt vervolgd vanwege een bepaald strafbaar feit. De datum van de inverzekeringstelling op 22 juli 2021 neemt de rechtbank als uitgangspunt voor het moment dat [verdachte] in redelijkheid deze verwachting kon hebben. Als uitgangspunt geldt dat de behandeling van de strafzaak binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is begonnen afgerond moet zijn met een eindvonnis, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Van bijzondere omstandigheden is in deze zaak naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Nu er op 16 januari 2024 vonnis wordt gewezen, stelt de rechtbank vast dat de redelijke termijn met zes maanden is overschreden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding moet leiden tot strafvermindering.
De rechtbank acht, alles afwegende, in beginsel een gevangenisstraf van 30 maanden passend en geboden, maar zal deze vanwege de overschrijding van de redelijke termijn, matigen tot een gevangenisstraf van 28 maanden.
De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de auto met kenteken [kenteken 2] verbeurd verklaard moet worden en de broek aan [verdachte] teruggeven kan worden.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde auto met kenteken [kenteken 2] vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien het voorwerp gelet op de aangebrachte verborgen ruimte, vervaardigd en/of bestemd is tot het begaan van het feit.
De rechtbank zal de teruggave aan [verdachte] gelasten van de broek die aan [verdachte] toebehoort, aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 36b, 36c, 47 en 55 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het onder 1 en 2 ‘voorhanden hebben’ bewezen verklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
- verklaart dat het bewezen verklaarde onder 1 en 2 de volgende strafbare feiten oplevert:
eendaadse samenloop van het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de auto (merk Skoda, kenteken [kenteken 2]);
- gelast de teruggave van de broek aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. A.J. de Loor en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie landelijke eenheid, team FinEc - Fraude 2, met nummer 210010030. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal observatie, pagina’s 53 t/m 55
3.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 43 t/m 48
4.Het proces-verbaal van bevindingen samenstelling inbeslaggenomen geld, pagina’s 49, 50
5.Het proces-verbaal observatie, pagina’s 53 t/m 55
6.Het proces-verbaal dossier 26Cleobury, pagina 9
7.Het proces-verbaal observatie, pagina’s 53 t/m 55
8.Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking DE040, pagina’s 187, 188
9.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-lD [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89, inclusief bijlage 2 op pagina 115 t/m 119
10.Het proces-verbaal van bevindingen verstrekking Argus data aan tactisch team, pagina’s 333 t/m 337
11.Het proces-verbaal van verdenking, pagina’s 197 t/m 200; Kennisgeving van inbeslagneming, pagina’s 433, 434
12.Het proces-verbaal van bevindingen vergelijking foto’s chatgesprekken [verdachte] en doorzoeking [woonplaats], pagina’s 127 t/m 134
13.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-lD [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89
14.Het proces-verbaal observatie, pagina’s 53 t/m 55
15.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 2 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 92 t/m 119
16.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 2 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 101, 106, 107, 112, 115, 118 en pagina’s 110,111
17.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 2 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 92 t/m 119
18.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 2 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 92 t/m 119
19.Het proces-verbaal van bevindingen vergelijking foto’s chatgesprekken [verdachte] en doorzoeking [woonplaats], pagina’s 127 t/m 134
20.Een geschrift, een rapport van de buiten gewoon opsporingsambtenaren van de Belastingdienst/Douane van 24 juli 2021, pagina’s 149 t/m 153
21.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 1 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 90, 91; het proces-verbaal dossier 26Cleobury, pagina 24
22.Een geschrift, een rapport van de buiten gewoon opsporingsambtenaren van de Belastingdienst/Douane van 24 juli 2021, pagina’s 149 t/m 153
23.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 1 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 90, 91; het proces-verbaal dossier 26Cleobury, pagina 24
24.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 3 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 120, 121
25.Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, pagina’s 183 t/m 186
26.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 86, 87
27.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 4 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 122, 123
28.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 5 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 124 t/m 126
29.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 2 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 96, 97
30.Een geschrift, een nieuwsartikel van NOS ‘Voor 600 miljoen euro aan cocaïne onderschept, bestemd voor Nederland’ van 24 februari 2021; het proces-verbaal dossier 26Cleobury, pagina’s 26, 27
31.Het proces-verbaal van bevindingen gebruik data ARGUS m.b.t. Sky-ID [accountnaam 1], pagina’s 80 t/m 89; bijlage 5 van voorgaand proces-verbaal, pagina’s 124 t/m 126
32.Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden