ECLI:NL:RBOVE:2024:2469

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
11009959 \ CV EXPL 24-1193
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot wedertewerkstelling en rectificatie na onterecht opgelegde non-actiefstelling

In deze zaak vordert eiser, werkzaam als Chief Operating Officer (COO) bij Venture Group, wedertewerkstelling en rectificatie na onterecht op non-actiefstelling door zijn werkgever. Eiser stelt dat hij op 4 maart 2024 zonder goede gronden op non-actief is gesteld, wat hij als onterecht beschouwt. Venture Group, de gedaagde partij, voert aan dat de non-actiefstelling gerechtvaardigd was vanwege disfunctioneren van eiser en de penibele financiële situatie van de onderneming. De kantonrechter oordeelt dat Venture Group niet aannemelijk heeft gemaakt dat er goede gronden waren voor de non-actiefstelling. De rechter wijst de vorderingen van eiser toe, waarbij hij wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis weer aan het werk te gaan. Tevens wordt Venture Group veroordeeld tot rectificatie van eerdere communicatie over de non-actiefstelling. De proceskosten worden aan Venture Group opgelegd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11009959 \ CV EXPL 24-1193
Vonnis in kort geding van 8 mei 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. S.A.M. van Steekelenburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VENTURE GROUP B.V.,
gevestigd te Genemuiden,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Venture Group,
gemachtigde: mr. H.M. Wiechers .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 april 2024, met producties 1 t/m 19;
- de conclusie van antwoord, met producties (genummerd 20 t/m 40);
- de aanvullende producties 20 t/m 37 van [eiser] ;
- een op 24 april 2024 nagezonden productie van Venture Group;
- de mondelinge behandeling van 25 april 2024, waar beide partijen pleitnotities hebben voorgedragen en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.2. Samenvatting

2.1.
[eiser] is als COO werkzaam bij Venture Group. Venture Group heeft [eiser] op non-actief gesteld. [eiser] vindt dat hij onterecht op non-actief is gesteld en hij vordert wedertewerkstelling en rectificatie. Venture Group verzet zich daartegen. De kantonrechter overweegt dat Venture Group niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij goede gronden heeft voor de op non-actiefstelling. De vorderingen van [eiser] worden daarom toegewezen. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.

3.De feiten

3.1.
Venture Group is de holdingmaatschappij voor een groep van (internationale) ondernemingen met zeer uiteenlopende activiteiten met in totaal meer dan duizend werknemers. Een van deze ondernemingen is VConsyst B.V. (hierna: VConsyst). VConsyst houdt zich bezig met totaaloplossingen voor de inrichting en het beheer van openbare buitenruimte. [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is sinds 10 juli 2023 de Chief Executive Officer (CEO) van Venture Group.
3.2.
[eiser] , geboren op [geboortedatum] 1963, is op 11 april 2022 in dienst getreden bij Venture Group en is feitelijk werkzaam voor VConsyst, in de functie van Chief Operating Officer (COO). Het maandloon van [eiser] bedraagt € 9.838,80 bruto exclusief emolumenten, gebaseerd op een 40-urige werkweek. Als COO is [eiser] verantwoordelijk voor Productie, Supply chain, Demand Planning, Projectleiding, Support en Service en onderhoud. [eiser] stuurt (indirect) in totaal (circa) 225 medewerkers aan.
3.3.
Venture Group heeft organisatieadviesbureau IJsselvliet Interim Management B.V. (hierna: IJsselvliet) ingeschakeld ter ondersteuning en versterking van haar directies. IJsselvliet is betrokken bij diverse (herstructurerings)trajecten, zowel op holding niveau als bij verschillende onder Venture Group hangende ondernemingen.
3.4.
Op 1 maart 2024 is [eiser] door [naam 2] , die verbonden is aan IJsselvliet, uitgenodigd voor een gesprek op 4 maart 2024 op kantoor bij IJsselvliet. Eenmaal bij IJsselvliet aangekomen wordt [eiser] opgevangen door [naam 2] en meegenomen naar een spreekkamer. In de spreekkamer zat - zonder voorafgaande aankondiging - [naam 1] , vergezeld door mr. Wiechers . [eiser] , [naam 1] en mr. Wiechers hebben toen kort met elkaar gesproken, waarbij mr. Wiechers een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden aan [eiser] heeft overhandigd. Na het gesprek heeft mr. Wiechers , voor zover relevant, het volgende aan [eiser] bericht:
“(…)
Vanochtend hebben we een gesprek gehad waarbij [naam 1] en ondergetekende aanwezig waren.
In dit gesprek is aangegeven dat de beslissing is genomen om afscheid van je te nemen en de
arbeidsovereenkomst met jou te beëindigen. We hebben tevens toegelicht welke gronden aan deze beslissing ten
grondslag liggen.
Ook hebben we aangegeven dat uitgangspunt is dat cliënte als "goed werkgever" afscheid wil nemen. Dat
betekent dat op een respectvolle wijze waarbij beschadiging van beide partijen wordt voorkomen: een afscheid
"via de voordeur" met positieve referenties en een redelijk voorstel ter beëindiging van de arbeidsrelatie.
Je had geen behoefte aan toelichting op het voorstel, ik heb enkel de vso aan jou overhandigd. Deze ontvang je
bijgaand nogmaals.
Zoals aangegeven wordt je per direct vrijgesteld van werk.
Er zijn op dit moment heel weinig mensen op de hoogte gebracht van dit gesprek: de familie en [naam 4] , [naam 5]
van HR en [naam 6] van ICT zijn op de hoogte en het DT zal op de hoogte gebracht worden. Dat willen we komende
week zo houden. Binnen de organisatie zal de komende week gecommuniceerd worden dat sprake is van
afwezigheid wegens ziekte.
Cliënte geeft je de gelegenheid om deze week over het voorstel na te denken en graag ontvang ik in de loop van
deze week, doch donderdag 7 maart voor 10.00 uur je reactie.
Indien eind deze week geen overeenstemming bestaat over een regeling, gaat er maandag 11 maart a.s.
communicatie uit binnen de organisatie dat er sprake is van non-actiefstelling en zal een ontbindingsprocedure
gestart worden.
Communicatie mag via ondergetekende verlopen en namens cliënte verzoek ik je uitdrukkelijk geen contact op te nemen met collega's en andere betrokkenen.
In afwachting van je spoedige reactie.
(…)”
3.5.
Bij brief van 8 maart 2024 heeft mr. Van Steekelenburg namens [eiser] het volgende aan Venture Group laten weten:
“(…)
Afgelopen maandag, 4 maart 2024, is de heer [eiser] volstrekt overvallen met de mededelingen dat Venture Group B.V. naar zijn ontslag streeft en is hij met onmiddellijke ingang op non actief gesteld. Op welke grond beëindiging van het dienstverband aan de orde zou zijn is niet duidelijk.
Mijn ex-collega [naam 7] is op woensdag 5 maart jl. ingesprongen om u te laten weten dat de zaak door ondergetekende in behandeling wordt genomen. Mede vanwege mijn afwezigheid op dinsdag en woensdag en mijn volle agenda gisteren en vandaag heb ik nog geen gelegenheid gehad het dossier te bestuderen en de heer [eiser] te spreken. Daarentegen is Venture Group kennelijk van mening dat met de afgelopen drie dagen een fatale termijn is verstreken.
Ik ga in deze aanpak niet mee, nu dit niet alleen nodeloos escalerend is, maar er in deze bovendien geen enkele noodzaak tot snelheid is. Integendeel: zorgvuldigheid is hier geboden.
Daar komt bij dat uw cliënte zelf in haar organisatie kenbaar heeft gemaakt dat de heer [eiser] ziek zou zijn. Dit is niet het geval. Cliënt kan zich voorstellen dat de beterschapswensen en bloemen die hij van verschillende kanten krijgt, Venture Group B.V. in verlegenheid brengt, maar dat is de consequentie van de eigen handelwijze van uw cliënte.
In uw onderstaande e-mail dreigt u met communicatie over de op non-actiefstelling en het zetten van
vervolgstappen. Deze aanpak houd ik voor onjuist en staat op gespannen voet - dit is een eufemisme - met hetgeen een goed werkgever betaamt. De (financiële) consequenties van deze aanpak komen dan ook volledig voor rekening en risico van uw cliënte. Bovendien zal ik niet aarzelen om onmiddellijk een kort geding te entameren op het moment dat uw cliënte de daad bij het woord voegt.
Ik spreek cliënt maandagmiddag. U hoort van mij dinsdag.(…)”
3.6.
Op 11 maart 2024 heeft [naam 1] het volgende bericht binnen Venture Group verspreid:
“(…)Vandaag wil ik een belangrijke update met jullie delen betreffende een verandering binnen ons
directieteam. Na zorgvuldige overweging is [eiser] , onze Chief Operating Officer, per 4
maart jl. vrijgesteld van werk. We zijn met hem in gesprek over zijn vertrek uit de organisatie.
We erkennen dat de laatste tijd uitdagend is voor ons bedrijf. In deze periode van transitie is het
belangrijk te benadrukken dat verandering noodzakelijk is voor vooruitgang.
Terwijl we vooruitkijken, is het essentieel dat we ons heroriënteren en ons richten op het versterken
van onze kernactiviteiten en het verbeteren van onze operationele efficiëntie. Om onze organisatie
naar een sterkere toekomst te leiden verwelkomen wij vanaf dinsdag 12 maart [naam 8] als ad
interim COO
We begrijpen dat deze verandering vragen en onzekerheid kan oproepen, schroom dan ook niet om
deze te bespreken met je leidinggevende. Jullie inzicht en feedback zijn waardevol voor ons tijdens
deze transitieperiode.
De kracht van VConsyst ligt in ons team en onze gedeelde missie. Samen hebben we de veerkracht
en het vermogen om uitdagingen te overwinnen en succesvol te zijn
Dank jullie wel voor jullie begrip en steun.
(…)”

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat Venture Group wordt veroordeeld om hem binnen twee dagen na betekening van het vonnis toe te laten tot zijn werkzaamheden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Venture Group niet voldoet aan deze verplichting. Daarnaast vordert [eiser] de veroordeling van Venture Group om binnen 24 uur na vonniswijzing tot interne- en externe rectificatie over te gaan in lijn met de onder randnummer 5.1 van de dagvaarding opgenomen tekst, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat de rectificatie uitblijft, kosten rechtens.
4.2.
[eiser] legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Venture Group handelt met de feitelijke op non-actiefstelling en de interne en externe communicatie over het vertrek en de afwezigheid van [eiser] in strijd met goed werkgeverschap ex artikel 7:611 BW. Er is geen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [eiser] heeft een spoedeisend belang bij zijn vordering, want hij kan tegen zijn zin zijn werkzaamheden niet verrichten, zijn kennis niet bijhouden en zijn vaardigheden en contacten niet onderhouden. Zijn interne en externe reputatie en zijn positie zijn als gevolg van de op non-actiefstelling aanzienlijk verslechterd, aldus [eiser] .
4.3.
Venture Group voert verweer. Venture Group concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

spoedeisend belang
5.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Uit de inhoud van zijn vordering, wedertewerkstelling, volgt afdoende dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de door hem gevraagde voorziening. Venture Group heeft het spoedeisend karakter van de vordering ook niet weersproken. Bovendien duurt de op non-actiefstelling nu al geruime tijd, zodat ook om deze reden het geven van een beslissing over het al dan niet langer laten voortduren daarvan, een spoedeisend belang oplevert. [eiser] is daarom ontvankelijk in zijn vordering.
5.2.
De rechter moet in dit kort geding beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Opheffing op non-actiefstelling en wedertewerkstelling
5.3.
Tussen partijen is in geschil of [eiser] op goede gronden op non-actief is gesteld. Bij een op non-actiefstelling wordt aan de werknemer een verbod opgelegd zijn/haar werkzaamheden te verrichten. De rechtmatigheid ervan wordt getoetst aan de beginselen van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW). Een algemeen recht op feitelijke tewerkstelling volgt niet rechtstreeks uit de wet, maar dit recht vloeit voort uit de verplichting van de werkgever om zich bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst als een goed werkgever te gedragen. Als uitgangspunt geldt dat een goed werkgever een werknemer slechts de mogelijkheid mag onthouden om (de overeengekomen) arbeid te verrichten wanneer de werkgever daarvoor een redelijke grond heeft. De werkgever moet dus een redelijk belang hebben dat zwaarder weegt dan het in beginsel zwaarwegende belang van de werknemer om de bedongen werkzaamheden te blijven verrichten. Dat is in deze procedure dan ook het toetsingskader.
5.4.
De gronden die Venture Group aanvoert om [eiser] op non-actief te stellen zijn
– kort gezegd – het disfunctioneren van [eiser] als gevolg waarvan de penibele financiële situatie, waarin VConsyst volgens Venture Group verkeert, alsmaar verergert. Venture Group heeft ter onderbouwing een aantal voorbeelden genoemd van het handelen van [eiser] . Volgens Venture Group is [eiser] , ondanks ingeschakelde hulp van IJsselvliet, er niet in geslaagd een kijkrichting voor de productiestrategie op stellen, heeft hij het productieproces ondanks binnengekomen signalen niet afgeschaald en is hij akkoord gegaan met het verkorten van een betalingstermijn voor ‘INCA’ zonder de financiële consequenties daarvan te overzien. [eiser] heeft hier tegenin gebracht dat hij voortvarend en in samenspraak met het directieteam en het dagelijkse bestuur van Venture Group heeft gewerkt aan de uitwerking van de productiestrategie. Volgens de planning zou de productiestrategie op 12 maart 2024 gereed zijn, maar daar is het gelet op de op non-actiefstelling op 4 maart 2024 niet meer van gekomen. [eiser] heeft gemotiveerd betwist dat er signalen waren die aanleiding gaven tot afschaling van het productieproces en hij heeft aangevoerd dat [naam 1] akkoord is gegaan met het verkorten van de betalingstermijn voor INCA. Bovendien meent [eiser] dat het verkorten van de betalingstermijn geen reden kan zijn voor de gegeven op non-actiefstelling, omdat Venture Group hier eerst in april 2024, dus na de op non-actiefstelling, een probleem van heeft gemaakt. Verder heeft [eiser] betwist dat de financiële situatie van Venture Group steeds penibeler wordt. Volgens [eiser] zijn de tegenvallende resultaten in 2023 die Venture Group heeft voorgespiegeld toe te schrijven aan een andere wijze van rapporteren. Ten slotte heeft [eiser] de stelling van Venture Group gemotiveerd betwist dat hij zich binnen Venture Group regelmatig schuldig heeft gemaakt aan ongepast gedrag, in het bijzonder richting [naam 1] , en dat dit vermeende gedrag een op non-actiefstelling rechtvaardigt.
5.5.
De kantonrechter overweegt dat Venture Group, tegenover de gemotiveerde betwisting door [eiser] , niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij [eiser] op goede gronden op non-actief heeft gesteld. De standpunten van partijen staan wat dit betreft haaks op elkaar. Voor een antwoord op de vraag of [eiser] op goede gronden op non-actief is gesteld, is nader feitenonderzoek nodig. Daarvoor leent dit kort geding zich naar zijn aard niet. Op dit moment kan daarom niet worden vastgesteld dat te verwachten is dat de bodemrechter in een eventueel aanhangig te maken bodemprocedure zal beslissen dat Venture Group goede gronden heeft voor een op non-actiefstelling van [eiser] . Verder is het volgende van belang.
5.6.
Een op non-actiefstelling behoort een tijdelijke maatregel te zijn, waarna wordt gekeken naar hoe werknemer en werkgever met elkaar verder moeten of dat tot het laten eindigen van de arbeidsovereenkomst moet worden overgegaan. Venture Group heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat er van haar zijde geen enkel vertrouwen bestaat in een verdere vruchtbare samenwerking met [eiser] en in zijn functioneren. Dit zijn volgens Venture Group redenen om [eiser] niet te laten terugkeren naar de werkvloer. Venture Group heeft in haar brief van 4 maart 2024 een ontbindingsprocedure aangekondigd, maar een ontbindingsverzoek had zij ten tijde van de zitting op 25 april 2024 nog niet ingediend. Dat bevreemdt. Gelet op de kennelijke haast die Venture Group met de (zonder waarschuwing vooraf en via een overvalstrategie gegeven) op non-actiefstelling had, mocht van haar ook ten aanzien van een vervolgstap de nodige daadkracht worden verwacht. Zij had een ontbindingsverzoek of op zijn minst serieus overleg over een minnelijke oplossing kunnen entameren. De behandeling van een ontbindingsverzoek zal nu, ook als dat daags na de kort geding zitting zal zijn ingediend, nog weken op zich laten wachten. In de tussentijd kan [eiser] zijn gebruikelijke werkzaamheden niet uitvoeren. Het uitvoeren van de bedongen werkzaamheden is een wezenlijk belang van elke werknemer, dus ook van [eiser] . Door geen termijn te verbinden aan de op non-actiefstelling en evenmin tot vervolgstappen over te gaan, heeft Venture Group het initiatief in feite bij [eiser] gelaten, waar dat meer op haar weg als werkgever lag. Venture Group heeft voor haar stilzitten geen bevredigende verklaring gegeven. Bovendien zullen in de aangekondigde ontbindingsprocedure niet alleen het functioneren van [eiser] , maar ook meer algemene arbeidsrechtelijke “spelregels” aan de orde komen, zoals de regel dat een werknemer bij kritiek op zijn functioneren voldoende gelegenheid moet worden geboden zijn handelen aan te passen en de voorwaarde (die alleen bij verwijtbaar handelen of nalaten niet geldt) dat voldoende inspanning is gepleegd om de werknemer te herplaatsen. Zoals ter zitting besproken is de houdbaarheid van de op non-actiefstelling in een bodemprocedure ook in dat opzicht bepaald niet zeker.
5.7.
De kantonrechter neemt verder in haar beoordeling mee dat [eiser] onweersproken heeft gesteld dat de op non-actiefstelling en het feit dat deze nu al zo lang voortduurt, hem veel reputatieschade toebrengt en zijn positie als COO binnen Venture Group aantast.
5.8.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de op non-actiefstelling dient te worden opgeheven en dat [eiser] weer aan het werk moet kunnen gaan. De conclusie is dat de door [eiser] gevorderde wedertewerkstelling zal worden toegewezen. De kantonrechter zal aan deze veroordeling een gematigde en gemaximeerde dwangsom koppelen, zoals in de beslissing staat vermeld.
rectificatie
5.9.
De handelswijze van Venture Group, te weten de plotselinge op non-actiefstelling, direct gevolgd door het – zonder overleg – op de hoogte stellen van collega’s en (volgens [eiser] ) ook (een) externe partij(en) over het aankomende vertrek van [eiser] en zijn afwezigheid per direct, tast [eiser] positie aan en staat een ongestoorde hervatting van zijn werkzaamheden in de weg. De gevorderde veroordeling tot rectificatie zal daarom ook worden toegewezen. Venture Group heeft geen verweer gevoerd tegen de door [eiser] voorgestelde tekst van de interne- en externe rectificatie. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om daarvan af te wijken. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.
proceskosten
5.10.
Venture Group is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
138,82
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.174,82
5.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt Venture Group om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de non-actiefstelling van [eiser] op te heffen en [eiser] toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden als COO, zonder enige beperking en met alle (digitale) faciliteiten en bevoegdheden die hem uit hoofde van zijn dienstverband en deze functie toekomen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 20.000,00 is bereikt,
6.2.
veroordeelt Venture Group om, eveneens binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, tot interne- en externe rectificatie over te gaan door middel van een e-mail bericht en als dat niet mogelijk is een brief, te versturen aan alle personen en/of organisaties aan wie door of namens Venture Group - mondeling, schriftelijk of door welk (digitaal) communicatiemiddel dan ook - is meegedeeld dat [eiser] is vrijgesteld van werk en dat er met hem gesprekken gaande zijn over zijn vertrek uit de organisatie, met als onderwerp 'Rectificatie' in lijn met de hieronder opgenomen tekst, een en ander onder gelijktijdige toezending van afschriften van de verzonden e-mails en/of brieven per e-mail aan mr. Van Steekelenburg ( [e-mailadres] ), op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat de rectificatie uitblijft, tot een maximum van € 20.000,00 is bereikt:
“Geachte lezer,
Wij hebben eerder gemeld dat de heer [eiser] is vrijgesteld van werk en dat wij met hem
in gesprek zijn over zijn vertrek uit de organisatie. In een vonnis van 8 mei 2024 heeft
de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, rechtsprekende in kort
geding, aan Venture Group opgedragen aan u bekend te maken dat er geen grond is om de
heer [eiser] vrij te stellen van werk en de heer [eiser] in de gelegenheid moet worden
gesteld zijn werkzaamheden te hervatten. Door het versturen van dit bericht willen wij aan
dit vonnis voldoen en beogen wij eerdere berichtgeving over de heer [eiser] te
rectificeren.
De heer [naam 1] , CEO VConsyst”
6.3.
veroordeelt Venture Group in de proceskosten van € 1.174,82, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Venture Group niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
veroordeelt Venture Group tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024. (DG)