Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Woningstichting De Woonplaats,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling
102,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Woningstichting De Woonplaats de ontruiming van een woning die door gedaagde wordt gehuurd. De aanleiding voor deze vordering is het aanhoudende slechte onderhoud van de tuin door gedaagde, ondanks herhaalde verzoeken en waarschuwingen van De Woonplaats. De gedaagde huurt sinds 1 februari 2008 een woning van De Woonplaats en heeft in het verleden al meerdere keren op het tuinonderhoud gewezen gekregen. Ondanks deze waarschuwingen is de situatie in de tuin verslechterd, met afval en ongewenste planten zoals de Japanse duizendknoop. De Woonplaats heeft geprobeerd contact te leggen met gedaagde, maar deze is niet verschenen op de zittingen en heeft geen gehoor gegeven aan de verzoeken om de tuin op te ruimen.
De rechtbank heeft op 13 mei 2024 in kort geding uitspraak gedaan. De vordering van De Woonplaats is toegewezen, waarbij gedaagde is veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 776,73. De rechtbank heeft overwogen dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is, gezien de toezegging van De Woonplaats om gedaagde en haar dochter een alternatieve woning zonder tuin aan te bieden. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagde direct moet voldoen aan de ontruimingsverplichting, ook al kan zij in hoger beroep gaan.