ECLI:NL:RBOVE:2024:2397

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
05.117000.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Online handelsfraude en gewoontewitwassen via Marktplaats

Op 3 mei 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 22-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. De verdachte was schuldig aan het medeplegen van online handelsfraude op Marktplaats en gewoontewitwassen. In de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 heeft de verdachte samen met anderen goederen aangeboden op Marktplaats, waarvoor betalingen zijn ontvangen zonder dat de goederen daadwerkelijk zijn geleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in totaal 15 aangiftes zijn gedaan door slachtoffers die via advertenties op internet verschillende goederen hebben gekocht, maar deze nooit hebben ontvangen. De verdachte heeft zijn bankrekeningen ter beschikking gesteld aan een onbekende persoon, die deze heeft gebruikt voor het ontvangen van de betalingen van de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de kans heeft aanvaard dat zijn bankrekening zou worden gebruikt voor frauduleuze activiteiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar hem wel schuldig bevonden aan het subsidiair ten laste gelegde en het witwassen van de ontvangen gelden. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers, en heeft een passende straf opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 05.117000.22 (P)
Datum vonnis: 3 mei 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 april 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma, advocaat in Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair en subsidiair:
in de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari als medepleger dan wel medeplichtige een beroep of gewoonte heeft gemaakt van online handelsfraude;
feit 2 primair en subsidiair:
in de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 geldbedragen heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 te Hengelo (O) en/of Kapelle en/of Steenbergen en/of Aalten en/of Valkenswaard, en/of Castricum en/of Echt-Susteren en/of Westland en/of Barneveld en/of Hellevoetsluis en/of Zeist en/of Borne en/of Leiderdorp en/of Hillegom en/of Apeldoorn en/of Zutphen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten tegen betaling, (telkens) met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren door op het platform Marktplaats een advertentie(s) voor (een) goed(eren), te weten een (of meer) VR-bril(len), een (of meer) videokaart(en), een (of meer) zilverbaar (-aren), een (of meer) Sonos Sub(s), een (of meer) keukenmachine(s) en/of een (of meer) drone(s), voor een koopprijs te plaatsen, op welke advertentie:
- [slachtoffer 1] ,
- [slachtoffer 2] ,
- [slachtoffer 3] ,
- [slachtoffer 4] ,
- [slachtoffer 5] ,
- [slachtoffer 6] ,
- [slachtoffer 7] ,
- [slachtoffer 8] ,
- [slachtoffer 9] ,
- [slachtoffer 10] ,
- [slachtoffer 11] ,
- [slachtoffer 12] ,
- [slachtoffer 13] ,
- [slachtoffer 14] en/of
- [slachtoffer 15] ,
(telkens) heeft/hebben gereageerd en (via overboeking en/of Tikkie) de (koop)prijs voor het aangeboden goed heeft/hebben betaald, zonder dat het goed/de goederen daadwerkelijk is/zijn geleverd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Een onbekend gebleven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 te Hengelo (O) en/of Kapelle en/of Steenbergen en/of Aalten en/of Valkenswaard, en/of Castricum en/of Echt-Susteren en/of Westland en/of Barneveld en/of Hellevoetsluis en/of Zeist en/of Borne en/of Leiderdorp en/of Hillegom en/of Apeldoorn en/of Zutphen, althans in Nederland,
(telkens) een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen en/of het verlenen van diensten tegen betaling,
(telkens) met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren door op het platform Marktplaats een advertentie(s) voor (een) goed(eren), te weten een (of meer) VR-bril(len), een (of meer) videokaart(en), een (of meer) zilverbaar (-aren), een (of meer) Sonos Sub(s), een (of meer) keukenmachine(s) en/of een (of meer) drone(s), voor een koopprijs te plaatsen, op welke advertentie:
- [slachtoffer 1] ,
- [slachtoffer 2] ,
- [slachtoffer 3] ,
- [slachtoffer 4] ,
- [slachtoffer 5] ,
- [slachtoffer 6] ,
- [slachtoffer 7] ,
- [slachtoffer 8] ,
- [slachtoffer 9] ,
- [slachtoffer 10] ,
- [slachtoffer 11] ,
- [slachtoffer 12] ,
- [slachtoffer 13] ,
- [slachtoffer 14] en/of
- [slachtoffer 15] ,
(telkens) heeft/hebben gereageerd en (via overboeking en/of Tikkie) de (koop)prijs voor het aangeboden goed heeft/hebben betaald, zonder dat het goed/goederen daadwerkelijk is/zijn geleverd,
bij en/of tot het plegen van welke misdrij(f)(ven) verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 te Hengelo (O) en/of Kapelle en/of Steenbergen en/of Aalten en/of Valkenswaard, en/of Castricum en/of Echt-Susteren en/of Westland en/of Barneveld en/of Hellevoetsluis en/of Zeist en/of Borne en/of Leiderdorp en/of Hillegom en/of Apeldoorn en/of Zutphen, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
- Het al dan niet tegen vergoeding ter beschikking stellen van één of meer op zijn naam staande rekeningnummers, en/of
- Het op een of meer tijdstippen pinnen van geldbedragen ten behoeve van een/die onbekend gebleven verdachte;
2
Hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 te Apeldoorn en/of Zutphen en/of elders in Nederland (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich (meermalen althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte, (van)(een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (van in totaal (ongeveer) 8061,95 euro)
- de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) is en/of dat/die voorwerp(en) voorhanden had en/of
- verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022 te Apeldoorn en/of Zutphen en/of elders in Nederland (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich (meermalen althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte, (een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en)(van in totaal (ongeveer) 8061,95 euro), voorhanden en/of voorhanden gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) onmiddellijk of onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf.

3.De bewijsmotivering

Feit 1 primair, subsidiair en feit 2 primair, subsidiair
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het onder feit 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden en dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat dit wettig en overtuigend bewezen kan worden. Ten aanzien van feit 2 stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het primair ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de feiten 1 en 2 vanwege de onderlinge samenhang van beide feiten tezamen behandelen.
De rechtbank stelt op grond van het proces-verbaal van de politie en het onderzoek ter terechtzitting vast dat er in totaal 15 aangiftes liggen van personen die in de periode van
8 maart 2021 tot 20 augustus 2021 via advertenties op internet verschillende goederen hebben gekocht die na betaling nooit zijn geleverd. De goederen werden aangeboden op de website van marktplaats. Alle aangevers hebben betaald via een WhatsApp ontvangen betaalverzoek/tikkie of via een bankoverschrijving aan verschillende bankrekeningnummers van ASN, SNS of ABN. Deze bankrekeningen stonden op naam van verdachte. Verdachte was ook de direct begunstigde van de op de bankrekeningen gestorte bedragen. Alle aangevers hebben na de koop van de goederen en nadat levering uitbleef enige tijd berichten uitgewisseld met de verkoper over het uitblijven van de levering van de goederen of terugbetaling van het reeds betaalde bedrag. Zij ontvingen geen reactie meer op hun berichten en ook levering van de betaalde goederen bleef uit.
Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat de daadwerkelijke verkoper nimmer de intentie heeft gehad om de goederen te leveren. De rechtbank leidt dit onder meer af uit de verklaringen van aangevers dat er uiteindelijk niet meer werd gereageerd op hun berichten over het uitblijven van de levering of hun verzoek om terugbetaling. Ook voor het overige bevat het dossier geen aanwijzingen dat de verkoper van plan was de verkochte goederen te leveren. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de goederen zijn verkocht met het oogmerk deze niet te leveren. Telkens is gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling van de verkoper om na betaling van de goederen deze niet te leveren. De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van alle aangevers kan worden vastgesteld dat zij het slachtoffer zijn geworden van online handelsfraude.
Gelet op de korte periode waarin de oplichting heeft plaatsgevonden, het aantal aangevers en de modus operandi (via marktplaats, dezelfde goederen, gebruikte namen) die naar voren komt in de aangiftes is daarmee sprake van het meermalen verrichten van gelijksoortige feiten, die in onderling verband staan en gericht zijn op het ontvangen van gelden van derden die vervolgens de betaalde goederen niet geleverd krijgen. Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van een gewoonte als bedoeld in artikel 326e van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat sprake is geweest van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de mededader(s) dat gezegd kan worden dat verdachte de ten laste gelegde online handelsfraude tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd, zodat verdachte van het onder feit 1 primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachtes feitelijke bijdrage bestond uit het ter beschikking stellen van zijn bankrekeningen aan een onbekend persoon, het meerdere keren opnemen van grotere geldbedragen van die bankrekeningen en meerdere keren zijn bankpas en pincode afgeven aan een onbekend gebleven persoon. Uit de verklaringen van verdachte leidt de rechtbank af dat een rekening op enig moment werd geblokkeerd door de bank vanwege fraude. Verdachte kwam in de periode daarna op enig moment in contact met een voor hem onbekende persoon die gebruik wilde maken van zijn rekening om geld naar over te maken. Verdachte heeft hieraan meegewerkt en ontving voor het ter beschikking stellen van zijn rekening een geldbedrag. Telkens als de rekening van verdachte werd geblokkeerd opende verdachte op verzoek van de onbekende persoon een nieuwe rekening bij een andere bank.
Met het beschikbaar stellen van zijn bankrekening en bankpas aan een onbekende persoon heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn bankrekening gebruikt zou worden voor het plegen van fraude. Verdachte wist op enig moment van de bank dat zijn rekening was geblokkeerd in verband met fraude. Vervolgens heeft verdachte voor deze zelfde onbekende persoon rekeningen geopend en die persoon gebruik laten maken van die rekeningen. Verdachte had zelf ook de beschikking over zijn rekening, maakte daar gebruik van en moet op de hoogte zijn geweest van de geldbedragen van aangevers die binnen kwamen op zijn rekening en de omschrijvingen die bij die transacties gegeven werden. Verdachte heeft hier geen vragen over gesteld of onderzoek naar gedaan. Daarmee heeft verdachte een faciliterende en bevorderende rol gehad. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte opzet – minst genomen in voorwaardelijke zin – had op de door de onbekend persoon gepleegde fraude en op zijn rol van medeplichtige door zijn bankrekeningen ter beschikking te stellen en geld van die rekeningen te pinnen en af te geven.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1 subsidiair is overwogen, kan worden bewezen dat de geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren en dat verdachte dat wist. De geldbedragen van aangevers die werden overgeboekt op de bankrekeningen van verdachte heeft de verdachte contant opgenomen of laten opnemen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze handelingen gericht op het verhullen van de criminele herkomst van het geld en heeft verdachte de van misdrijf afkomstige geldbedragen op zijn rekening verworven, voorhanden gehad en overgedragen.
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van gewoontewitwassen gelet op de periode waarbinnen het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden, het aantal keren dat verdachte bedragen op zijn rekeningen gestort kreeg en de afspraken die hij met de onbekende persoon, had gemaakt voor wat betreft zijn vergoeding voor de ontvangen bedragen op zijn rekeningen.
De rechtbank is aldus van oordeel dat op grond van voorgaande overwegingen in samenhang met de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair ten laste gelegde.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. subsidiair
Een onbekend gebleven verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 20 augustus 2021
te Hengelo (O) en/of Kapelle en/of Steenbergen en/of Aalten en/of Valkenswaard, en/of Castricum en/of Echt-Susteren en/of Westland en/of Barneveld en/of Hellevoetsluis en/of Zeist en/of Borne en/of Leiderdorp en/of Hillegom en/of Apeldoorn en/of Zutphen, althansin Nederland,
(telkens) een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen
en/of het verlenen van diensten tegen betaling,
(telkens) met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen
of dienstente verzekeren door op het platform Marktplaats een advertentie
(s
)voor (een) goed(eren), te weten
een (of meer)VR-bril
(len
),
een (of meer)videokaart
(en
),
een (of meer)zilverb
aar (-aren),
een (of meer)Sonos Sub
(s
),
een (of meer)keukenmachine
(s
) en/ofeen
(of meer)drone
(s), voor een koopprijs te plaatsen, op welke advertentie:
- [slachtoffer 1] ,
- [slachtoffer 2] ,
- [slachtoffer 3] ,
- [slachtoffer 4] ,
- [slachtoffer 5] ,
- [slachtoffer 6] ,
- [slachtoffer 7] ,
- [slachtoffer 8] ,
- [slachtoffer 9] ,
- [slachtoffer 10] ,
- [slachtoffer 11] ,
- [slachtoffer 12] ,
- [slachtoffer 13] ,
- [slachtoffer 14] en
/of- [slachtoffer 15] ,
(telkens) heeft/hebben gereageerd en (via overboeking en/of Tikkie) de (koop)prijs voor het aangeboden goed heeft/hebben betaald, zonder dat het goed/goederen daadwerkelijk is/zijn geleverd,
bij en/of tot het plegen van welke misdrij(f)
(ven)verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 9 februari 2022
te Hengelo (O) en/of Kapelle en/of Steenbergen en/of Aalten en/of Valkenswaard, en/of Castricum en/of Echt-Susteren en/of Westland en/of Barneveld en/of Hellevoetsluis en/of Zeist en/of Borne en/of Leiderdorp en/of Hillegom en/of Apeldoorn en/of Zutphen, althansin Nederland, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaftdoor:
- het al dan niet tegen vergoeding ter beschikking stellen van één of meer op zijn naam staande rekeningnummers, en
/of- het op een of meer tijdstippen pinnen van geldbedragen ten behoeve van een/die onbekend gebleven verdachte;
2 primair
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 maart 2021 tot en met 20 augustus 2021
te Apeldoorn en/of Zutphen en/of eldersin Nederland (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich (meermalen althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte, (van)(een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en)
(van in totaal (ongeveer) 8061,95 euro)- de werkelijke aard en
/ofherkomst
en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/ofverhuld,
dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) is en/of dat/die voorwerp(en) voorhanden haden
/of
- verworven en
/ofvoorhanden gehad en
/ofovergedragen
en/of omgezet en/of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist,
althans redelijkerwijs moest vermoeden,dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 326e, 420ter en 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, subsidiair:
het misdrijf: medeplichtigheid aan een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen of diensten met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren
feit 2, het misdrijf:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden berecht volgens het volwassenenstrafrecht en heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een taakstraf, te weten een werkstraf voor de duur van 180 uur, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 90 dagen hechtenis en daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht het adolescentenstrafrecht toe te passen gelet op de leeftijd en de persoon van verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. De raadsman heeft verder verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met het tijdsverloop en de huidige persoonlijke omstandigheden van verdachte. Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van feit 2, dan is een taakstraf voor de duur van 80 uren een passende straf.
6.3
Het toe te passen recht
De rechtbank stelt voorop dat, indien een verdachte ten tijde van het begaan van een strafbaar feit 18 jaar of ouder was, het uitgangspunt is dat deze verdachte middels het volwassenenstrafrecht wordt berecht. Er bestaat een uitzondering op dit uitgangspunt. De rechtbank kan overgaan tot toepassing van het jeugdstrafrecht indien een verdachte ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaar maar nog niet die van 23 jaar heeft bereikt, indien de persoonlijkheid van de dader daartoe aanleiding geeft of indien de omstandigheden waaronder het strafbare feit is begaan daartoe aanleiding geven.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 22 november 2023 van reclasseringswerker [reclasseringswerker] waarin onder meer wordt geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen. Ter zitting heeft de deskundige een toelichting op het rapport gegeven en onder meer naar voren gebracht dat toepassing van het jeugdstrafrecht niet meer geïndiceerd is. Het toezicht van de jeugdreclassering is inmiddels geëindigd. Het contact tussen verdachte en de jeugdreclassering was goed en met name die omstandigheid heeft geleid tot het in het rapport gegeven advies het jeugdstrafrecht toe te passen. Verdachte heeft zijn leven op de rit en kan zich zelfstandig goed redden. Verdachte is na de huidige verdenking niet meer in beeld gekomen voor andere strafbare feiten. De deskundige handhaaft het advies om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank ziet, met inachtneming van het aangepaste advies van de reclassering, in de persoonlijkheid van verdachte zoals gebleken ter terechtzitting en de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde feit is begaan, geen redenen om het jeugdstrafrecht toe te passen. Naar het oordeel van de rechtbank is van noodzaak tot toepassing van het jeugdstrafrecht door middel van het inzetten van pedagogische interventies gericht op een positieve gedragsbeïnvloeding van een jeugdige niet gebleken. De rechtbank zal verdachte daarom middels het volwassenenstrafrecht berechten.
6.4
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich als medeplichtige schuldig gemaakt aan een gewoonte maken van online handelsfraude. Op Marktplaats werden goederen te koop aangeboden, die na ontvangst van de betaling door de slachtoffers niet werden geleverd. Verdachte heeft zijn bankrekening en zijn pinpas ter beschikking gesteld en heeft meerdere keren geld gepind en geld laten pinnen door de dader. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door zijn handelen een wezenlijk bijdrage heeft geleverd aan de oplichting. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan heling van geldbedragen, terwijl hij wist dat dit geld van misdrijf afkomstig was. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich onvoldoende heeft afgevraagd wat de herkomst van de (hoge) geldbedragen was. Verdachte heeft op deze wijze bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft kennelijk enkel met het oog op persoonlijk gewin gehandeld. Mede door de handelwijze van verdachte is een groot aantal slachtoffers financieel benadeeld. Daarnaast wordt door dit soort feiten ook het algemene vertrouwen dat de maatschappij in online handel en het nakomen van afspraken heeft, aangetast. De rechtbank rekent dat de verdachte aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 14 maart 2024, waaruit blijkt dat hij vaker is veroordeeld maar niet voor soortgelijke feiten. Door een eerdere veroordeling is het bepaalde in artikel 63 Sr van toepassing.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen die zien op fraude. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Alles afwegende acht de rechtbank een straf zoals door de officier van justitie is geëist, te weten een taakstraf voor de duur van 180 uren, bij niet naar behoren te verrichten te vervangen door 90 dagen hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, passend en geboden.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partij
Feit 1 primair
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 14] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 405,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 409,95 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
-materiële schade € 359,95;
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 50,- gevorderd.
[slachtoffer 11] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 410,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 12] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 306,75,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 556,75,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 10] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 288,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 9] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 2.070,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
[slachtoffer 13] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht om de vorderingen van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 2] [slachtoffer 10] en [slachtoffer 9] in zijn geheel toe te wijzen, plus de wettelijke rente. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 8] heeft de officier van justitie verzocht om de gevorderde materiele schade toe te wijzen. De gevorderde immateriële schade acht de officier van justitie niet toewijsbaar. Ten aanzien van de gevorderde schade van [slachtoffer 13] heeft de officier van justitie verzocht om
€ 426,75 toe te wijzen conform de aangifte.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de vorderingen van benadeelde partijen moeten worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 3]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 750,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 14]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 405,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 8]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 359,95,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De door de benadeelde partij onder immateriële schade opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Aantasting van de persoon of geestelijk letsel is niet vastgesteld, zij het dat het handelen van verdachte (veel) overlast heeft veroorzaakt. De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[slachtoffer 11]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 410,-,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 12]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 306,75,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 2]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 556,75,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 10]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 288,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 9]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 2.070,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 13]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Door de benadeelde partij wordt een bedrag van € 500,- voor materiële schade gevorderd. De rechtbank stelt vast dat uit de aangifte van het slachtoffer blijkt dat het slachtoffer voor een bedrag van € 426,75 heeft betaald. In het schadeonderbouwingsformulier heeft de benadeelde partij het verschil niet onderbouwd. De rechtbank zal het gevorderde daarom (hoofdelijk) toewijzen tot een bedrag van € 426,75,- te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met (15) dagen gijzeling, [slachtoffer 3] , (8) dagen gijzeling, [slachtoffer 14] , (7) dagen gijzeling, [slachtoffer 8] , (8) dagen gijzeling, [slachtoffer 11] , (6) dagen gijzeling, [slachtoffer 12] , (11) dagen gijzeling, [slachtoffer 2] , (5) dagen gijzeling, [slachtoffer 10] , (30) dagen gijzeling, [slachtoffer 9] en (8) dagen gijzeling, [slachtoffer 13] , waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 48, 49 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: medeplichtigheid aan een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen of diensten met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren;
feit 2, het misdrijf:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen.
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 3]van een bedrag van € 750,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 15 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 14]van een bedrag van € 405,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 405,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 8]van een bedrag van € 359,95 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 359,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 11]van een bedrag van € 410,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 410, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 12]van een bedrag van € 306,75 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 306,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2]van een bedrag van € 556,75 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 556,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 11 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 10]van een bedrag van € 288,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 288,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 9]van een bedrag van € 2.070,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.070,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 13]van een bedrag van € 426,75 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 426,75 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J.C. Hangx, voorzitter, mr. D. van den Berg en
mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022049730. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 april 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik heb een jongen ontmoet die [naam] heet. Ik weet niet veel van hem. Als hij contact met mij opnam dan belde hij elke keer met een ander nummer. [naam] zei dat hij geld van familie en vrienden kreeg en hij vroeg aan mij of hij dat geld op mijn bankrekening mocht storten. Ik heb niet doorgevraagd waarom [naam] het op deze manier wilde doen. Ik heb het geld dat op mijn bankrekening werd gestort gepind voor [naam] . Ik heb mijn bankpas af en toe aan [naam] uitgeleend zodat hij zelf kon pinnen. Toen mijn bankrekening geblokkeerd werd zei [naam] dat er niets aan de hand was. Van de bank hoorde ik dat mijn bankrekening aan een aangifte gekoppeld was. Ik heb op verzoek van [naam] een nieuwe bankrekening geopend. Als de rekening opnieuw werd geblokkeerd dan opende ik weer een nieuwe bankrekening. Ik heb meerdere bankrekeningen gehad bij verschillende banken. Ik heb geld van [naam] ontvangen omdat hij mijn bankrekeningen mocht gebruiken.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , van 13 augustus 2021, pagina’s 6 t/m 9, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik wilde een VR bril kopen op marktplaats. Ik had eerst berichten gewisseld via marktplaats. Vervolgens ook nog via Whatsapp. Ik heb betaald via een betaalverzoek. Hij zou het pakket zaterdagochtend direct afgeven op het postkantoor en het verzendbewijs sturen. Vervolgens heb ik een bericht gestuurd of hij het verzendbewijs wilde
doorsturen. Heeft u een bewijs van verzending ontvangen? Nee We hadden afgesproken dat hij
het verzendbewijs zou doorsturen. Ik heb hier verschillende malen om gevraagd,
maar hij reageert niet meer. Hij stuurde alleen: Is zojuist op de post gedaan. Ik heb 6 dagen gewacht. Na de betaling reageerde hij niet meer. Gebruikte de verkoper een adres (straatnaam, huisnummer, postcode of woonplaats)? Ja [gebruikersnaam 1] Gebruikte de verkoper een naam (bijvoorbeeld de naam onder berichten, WhatsApp naam, emailadres of accountnaam)? Ja [gebruikersnaam 2] op marktplaats en [verdachte] op rekeningnummer.
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 1]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 2]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Telefoonnummer andere partij: [telefoonnummer 1]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[rekeningnummer 2] [verdachte]
[omschrijving 2]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 376,75
Datum betaling: 30-07-2021
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , van 17 augustus 2021, pagina’s 10 t/m 13, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik ben opgelicht op marktplaats toen ik een videokaart probeerde te kopen. Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen?: We hebben gecommuniceerd via marktplaats chat. Kwam er op neem dat deze meneer de videokaart verkocht van zijn zoon. Geld is overgemaakt product nooit gekregen, en krijg ook geen reactie meer van die gene. Later toen ik het gevoel had dat ik opgelicht was wou ik hem 1 cent
sturen met dat ik mijn geld terug wou, en toen kreeg ik wel de melding dat dit
IBAN geblokkeerd was door mijn bank (ING).
Gebruikte de verkoper een adres (straatnaam, huisnummer, postcode of
woonplaats)? Ja [verdachte] [adres 2] Tel nr: [telefoonnummer 2] , IBAN:
[rekeningnummer 3]
Gebruikte de verkoper een naam (bijvoorbeeld de naam onder berichten, WhatsApp
naam, emailadres of accountnaam)? Ja [verdachte] op marktplaats en in de chat zei
meneer is [verdachte]
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 4]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 2]
Naam rekeninghouder andere partij: ASN bank betaalverzoek staat er, [verdachte] in
beschrijving
Telefoonnummer andere partij: [telefoonnummer 2]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
Omschrijving:
[rekeningnummer 2] [verdachte]
[omschrijving 1]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 556,75
Datum betaling: 02-08-2021
4.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , van 16 augustus 2021, pagina’s 14 t/m 16, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op 01-08 21 heb ik op marktplaats.n1 een zilverbaar gekocht. (betaalverzoek incl gelijk oversteken) betaald met ideal. Volgens verkoper 02-08-21 opgestuurd met post.nl. Geen melding gekregen van Postnl app. De verkoper heeft na volgens
hem pakketje verstuurd daarna niet meer geantwoord. Heeft u een bewijs van verzending ontvangen? Nee post nl heeft mij geen melding gegeven
Gebruikte de verkoper een adres (straatnaam, huisnummer, postcode of
woonplaats)? Ja de [adres 3]
Gebruikte de verkoper een naam (bijvoorbeeld de naam onder berichten, WhatsApp
naam, emailadres of accountnaam)? Ja [alias 1]
Hoe is de betaling gedaan?: IDEAL
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 5]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 2]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 3]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 750,00
Datum betaling: 01-08-2021
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , van 19 maart 2021, pagina’s 22 t/m 26, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Waar bent u opgelicht?: Marktplaats.n1 Advertentietitel: Kitchenaid Artisan New Condition
Advertentienummer: removed Uw accountnaam: [gebruikersnaam 3]
Accountnaam andere partij: [gebruikersnaam 4]
Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen?: Communicated via
Marktplaats.First I asked for model number before bidding. I bid 350, they
countered with 370, but then the current bid was 375 so I agreed to 376+shipping.
We discussed that the shipping fee was more than the ad said, but then confirmed
15euro made sense for the weight
I could not send the full amount without my e-identifier, so we agreed I could send
250euro last night and 140 euro today. They sent links to pay via iDEAL, and also
their bank account number for the transfer. I used the link to pay 250euro, and this
morning I went to pay the remaining amount but got an alert about the fraud. I
contacted them but I have no way to really reach them because their user is now
removed/blocked from Marktplaats.
Verkoper
Voornamen: [verdachte]
Achternaam: [verdachte]
Adres:
Plaatsnaam: [plaats 1]
Land: NEDERLAND
De betaling:
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
E-mailadres andere partij: [e-mailadres 1]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 4]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 250,00
Datum betaling: 15-03-2021
6.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , van 18 maart 2021, pagina’s 27 t/m 31, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Product(en):
KEUKENMACHINE Accountnaam andere partij: [verdachte]
Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen?: De verkoper heeft een product verkocht, waarna het betaalverzoek is voldaan. Vervolgens is de advertentie
direct verwijderd en het account ook.
Zou u een product per post toegestuurd krijgen? Ja
Heeft u een Track en Trace code van de verkoper ontvangen voordat u betaald heeft?
Nee
Verkoper
Voornamen: [verdachte]
Achternaam: [verdachte]
De betaling:
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 7]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 8]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
E-mailadres andere partij: [e-mailadres 2]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 5]
[omschrijving 5]
[omschrijving 5]
Kenmerk: 15-03-2021 20:05 [kenmerk]
[kenmerk]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 390,00
Datum betaling: 15-03-2021
7.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , van 18 maart 2021, pagina’s 32 t/m 36, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
De verkoper bood op marktplaats een drone aan voor een mooie prijs, ik via de marktplaats app contact gemaakt en na een praatje besloten de drone te kopen.
Accountnaam andere partij: [gebruikersnaam 5]
Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen?: Een vals betaalverzoek gestuurd, marktplaats maakt gebruik van de dienst 'gelijk oversteken' die dienst zorgt ervoor dat de koper beschermt is tegen oplichting.., helaas heeft de verkoper zelf een betaalverzoek gemaakt en er als referentie 'gelijk oversteken'
bijgezet. Heeft u de verkoper betaald voor het product of een aanbetaling gedaan? Ja 310 euro
overgemaakt naar payment bedrijf, blijkt achteraf een bankrekening te zijn van verkopende partij
Heeft u een Track en Trace code van de verkoper ontvangen voordat u betaald heeft?
Nee. Omdat het pakketje van texel moest
afkomen heb ik nog 3-4 dagen gewacht of het wellicht toch verstuurd was. Maar helaas
niks gekregen, na 5 dagen kreeg ik van marktplaats de melding dat deze meneer
geblokkeerd is door marktplaats omdat hij bekend was als fraudeur.
Verkoper
Adres:
Plaatsnaam: [plaats 2]
Land: NEDERLAND
De betaling:
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 9]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 6]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Telefoonnummer andere partij: [telefoonnummer 3]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 6]
[omschrijving 6]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 310,00
Datum betaling: 09-03-2021
8.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , van 25 maart 2021, pagina’s 37 t/m 48, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
artikel gekocht op marktplaats helaas artikel niet gekrekgen.
Waar bent u opgelicht?: Marktplaats.n1
Advertentietitel: keukenmachine KitchenAid Artisan Set
Advertentienummer: [nummer 1]
Uw accountnaam: [gebruikersnaam 6]
Accountnaam andere partij: [gebruikersnaam 7]
Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen?: eerst via marktplaats
gecontact daarna hem opgebeld om verder af te spreken dit was op zaterdag hij zou hem
maandag op sturen
2 telefoonnummers gehad [telefoonnummer 4] via dit telefoonnummer een malig gebeld en
whatapp contact gehad
Verkoper
Telefoon: [telefoonnummer 5]
Voornamen: [alias 2]
Achternaam: [verdachte]
Adres:
Straat: [adres 4]
Plaatsnaam: [gebruikersnaam 1]
Land: NEDERLAND
Hoe is de betaling gedaan?: Bankoverschrijving binnen Europa
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 10]
Bankrekeningnummer andere Partij: [rekeningnummer 11]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?: kitchen aid
mixer marktplaats aangetekend verzenden
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 359,95
9.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , van 29 juni 2021, pagina’s 49 t/m 54, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Vrijdagavond op marktplaats aanbieding gezien van zilverbaren, 3 stuks, 1 kg. voor de prijs van 2.070 euro. - contact gelegd via marktplaats app en akkoord gegeven - 3 betaalverzoeken: 2x750 ontbreken - weer contact gelegd en
van [verdachte] - na overmaken zou er betaalverzoeken en de laatste 570 bleef toen zonder betaalverzoek overgemaakt op naam track en trace code komen. Die kwam niet. Het zou op de post gedaan worden zaterdagmorgen. Dit gebeurde niet. Toen vanmiddag en daarop zegt hij dat het gebeurd is. - niets ontvangen.
Voornamen: [alias 3]
Achternaam: [verdachte]
De betaling:
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 12]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 13]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Telefoonnummer andere partij: [telefoonnummer 3]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?: gedeelte + verzending
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 2070,00
Datum betaling: 18-06-2021
10.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] , van 17 maart 2021, pagina’s 55 t/m 68, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Product(en):
KEUKEN MACHINE
Hoe is de verkoper volgens u te werk gegaan om u te benadelen?: ik had een bod gedaan, met wat andere mensen, deze oplichter bewaarde mij via marktplaats dat als ik 300 euro dan hadden we een deal, ik gaf aan dat ik max 275 wilde betalen , en daar ging hij mee akkoord, ook via marktplaats gelijk oversteken gedaan, ik 288,00 euro betaald , vlak daarna kreeg ik van marktplaats een melding dat deze persoon fraudeleuze handelingen verrichtte, ik meteen contact opgenomen met deze persoon en meteen wilde hij via watsapp verder want zei hij iemand anders probeerde in te loggen in mijn account, daarna bleef meneer in gebreke, ik hd aangegeven als ie in gebreke bleef ( ik had gevraagd of ie mijn geld terug wilde storten) dat ik aangifte ging doen, nou zei meneer moet u vooral doen ik heb bewijs dat ik apparaat heb opgestuurd, ik vroeg hem om bewijs te appen en dat heeft ie niet gedaan, vrijdag avond een appje gestuurd dat ie tot zaterdag 13-03-2021 de tijd heeft om terug te betalen maar helaas geen reactie, ik heb 2 banknummers waar het geld via ik denk een tussen weg gestort is , dat is [rekeningnummer 14] en dan door naar [rekeningnummer 6] t.v.n [verdachte]
Datum betaling: 08-03-2021
11.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , van 22 maart 2021, pagina’s 69, t/m 75, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik zag een keuken machine staan op marktplaats hij vol deed aan mijn wensen voor een prijs van EUR 400,- Ik ben met de persoon berichtjes gaan sturen over en weer via marktplaats. Het zag erg betrouwbaar uit ik heb zelfs nog gevraagd of ze meer foto's had en die kreeg ik ook opgestuurd. Ze stuurde mij zelf nog dat ze hem vandaag (15 maart )op de post deed en ik heb via gelijk oversteken geld over gemaakt dat was om 19.10. Nu kreeg ik rond 21.00 a 21.30 een berichtje van marktplaats dat het mogelijk een frauduleuze gebruiker is. Gebruikte de verkoper een adres (straatnaam, huisnummer, postcode of woonplaats)? Nee [rekeningnummer 6] tnv [verdachte] Gebruikte de verkoper een naam (bijvoorbeeld de naam onder berichten, WhatsApp naam, emailadres of accountnaam)? Ja onder de naam [gebruikersnaam 4] . Hoe is de betaling gedaan?: Anders
Namelijk...: gelijk oversteken Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 410,00 Datum betaling: 15-03-2021
12.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] , van 10 augustus 2021, pagina’s 76 t/m 87, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik heb geld (300 euro) over gemaakt naar iemand op marktplaats die een VR bril te koop had. Ik.heb niks ontvangen en er is geen communicatie meer Marktplaats heeft ook aangegeven dat dit een frauduleuze advertentie blijkt en de
advertentie is verwijderd. Zou u een product per post toegestuurd krijgen? Ja Het pakket zou verzonden zijn
maar toen ik.vroeg om een track.en trace code werd er niet meer gereageerd.
Heeft u een bewijs van verzending ontvangen? Nee
Verkoper
Voornamen: [alias 4]
Adres:
Plaatsnaam: [plaats 3]
Land: NEDERLAND
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 15]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 2]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
E-mailadres andere partij: [e-mailadres 3]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
Omschrijving:
[omschrijving 7]
[omschrijving 7]
[omschrijving 7]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 306,75
Datum betaling: 27-07-2021
13.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] , van 17 augustus 2021, pagina’s 88 t/m 108, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Via Marktplaats een Sonos sub aangekocht waarbij ik een vals gelijk oversteken verzoek kreeg. Dit bleek een normaal betaalverzoek te zijn waarbij de verkoper nadien zei dat het pakket opgestuurd was, maar het duurde te lang en de verkoper liet niks meer van zich horen. Bij het vragen van een track and trace code reageerde de verkoper hier niet op. Aangegeven dat ik aangifte zou doen waarop hij antwoordde zich niet bezig te houden met zulke wanpraktijken. Op 3 augustus is de betaling gebeurd. Heeft u de verkoper betaald voor het product of een aanbetaling gedaan? Ja 426,95 betaald
Gebruikte de verkoper een naam (bijvoorbeeld de naam onder berichten, WhatsApp naam, emailadres of accountnaam)? Ja [verdachte]
Hoe is de betaling gedaan?: IDEAL
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 2]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 8]
[omschrijving 8]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 426,75
Datum betaling: 03-08-2021
14.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14] , van 16 augustus 2021, pagina’s 119 t/m 122, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Product gekocht op Marktplaats Sonos Sub 2.0 van [verdachte] - uit [plaats 4] , al 14
jaar actief op MP / Advertentienummer: [nummer 2] Heb via MP berichten contact
gehad en hij/zij kwam betrouwbaar over en was al jaren actief op MP. Deal
gemaakt voor 400 EUR Omdat [plaats 4] 200 KM van [plaats 5] ligt toch maar
besloten op product te versturen en kosten te delen, totaal 405 EUR [verdachte]
stuurde mij een betaal linkje incl. Gelijk Oversteken wat achteraf zijn eigen
rekening bij de ASN bank was Tegenrekening: [rekeningnummer 16] Omschrijving:
[rekeningnummer 2] [verdachte] Product nooit ontvangen en meneer reageert niet meer
maar laat product wel op MP staan?
Verkoper
Achternaam: [verdachte]
Adres:
Plaatsnaam: [plaats 4]
Land: NEDERLAND
De betaling:
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 17]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 2]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
E-mailadres andere partij: [e-mailadres 4]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 9]
[omschrijving 9]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 405,00
Datum betaling: 03-08-2021
15.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] , van 15 september 2021, pagina’s 123 t/m 128, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik heb op Markplaats op 20 Augustus een tweedehands videokaart aangekocht met een prijs van 750 euro van een
verkoper die al 12,5 jaar op Marktplaats geregistreerd stond - Vervolgens heeft er nog communicatie plaatsgevonden over verzending. Toen vervolgens de track & trace nogmaals uitbleef en het pakketje niet werd bezorgd, gewacht en nu besloten tot aangifte. Ik heb dus niets ontvangen. Marktplaats heeft inmiddels de gebruiker en advertentie verwijderd.
Het telefoonnummer is sinds zondag ook niet meer bereikbaar.
Hoe is de betaling gedaan?: Betaalverzoek (zoals Tikkie)
Uw bankrekeningnummer: [rekeningnummer 18]
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer 19]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Telefoonnummer andere partij: [telefoonnummer 2]
Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?:
[omschrijving 10]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 750,00
Datum betaling: 20-08-2021