In deze zaak heeft de huurder, die een woning huurt van de stichting Deltawonen, een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd van € 4.028,71 tot en met april 2024. De huurder erkent deze betalingsachterstand en is bezig met het inventariseren van zijn financiële situatie samen met zijn bewindvoerder. De huurder beschikt over voldoende middelen om de huurbetalingen weer op orde te krijgen. De verhuurder heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd, omdat de huurder zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 april 2024 is vastgesteld dat de huurder onder bewind staat, wat door de verhuurder positief werd ontvangen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden, de ontbinding van de huurovereenkomst voorwaardelijk kan worden toegewezen. De voorwaarden zijn dat de huurder onder beschermingsbewind blijft, de lopende huur tijdig betaalt en binnen een maand na het vonnis een afbetalingsregeling treft. Indien de huurder niet aan deze voorwaarden voldoet binnen een jaar, zal de huurder de woning moeten ontruimen. Daarnaast is de huurder veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten.