In deze zaak vordert ZORG PROFESSIONALS TWENTE U.A. (ZPT) veroordeling van [gedaagde] B.V. tot betaling van € 72.327,30, bestaande uit vier facturen. ZPT stelt dat [gedaagde] buitensporig en onevenredig heeft gedeclareerd voor licentiekosten en administratieve werkzaamheden, wat door [gedaagde] wordt betwist. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 8 maart 2023 ZPT de gelegenheid gegeven om te bewijzen dat de werkzaamheden van [gedaagde] in een disproportionele verhouding staan tot de marge die ZPT over de periode 2018-2020 in rekening heeft gebracht. De rechtbank concludeert echter dat ZPT niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. De rechtbank oordeelt dat de omvang van de werkzaamheden van [gedaagde] niet in disproportionele verhouding staat tot de in rekening gebrachte marge. De vorderingen van ZPT worden integraal afgewezen, en ZPT wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].