ECLI:NL:RBOVE:2024:2360
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering tegemoetkoming scholieren op basis van Wtos voor buitenlandse onderwijsinstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 1 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die onderwijs volgt aan een buitenlandse onderwijsinstelling voor het IB/VWO-diploma, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres had verzocht om een tegemoetkoming voor scholieren op grond van artikel 2.9 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos), maar de minister weigerde deze tegemoetkoming omdat de onderwijsinstelling niet onder de in de wet genoemde categorieën valt. De rechtbank oordeelde dat de minister de tekst van de wet correct had toegepast en dat er geen ruimte was voor een evenredigheidstoets bij een gebonden bevoegdheid. Echter, de rechtbank vond dat de minister onvoldoende had gekeken naar de mogelijkheid om de hardheidsclausule toe te passen, gezien de specifieke omstandigheden van eiseres, zoals het wegvallen van kinderbijslag en de financiële gevolgen daarvan. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De minister moet ook het griffierecht aan eiseres vergoeden.