ECLI:NL:RBOVE:2024:2265

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
08.130578.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 25-jarige man voor bedreiging, zware mishandeling, wapenbezit en kinderporno

Op 26 april 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 25-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 380 dagen. De rechtbank legde daarnaast een maatregel op voor gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking, evenals een meldplicht bij de reclassering. De verdachte kreeg ook een contactverbod met het slachtoffer en met minderjarigen zonder toezicht. De man was schuldig bevonden aan bedreiging met een mes, zware mishandeling, wapenbezit en het in bezit hebben van kinderporno. De feiten vonden plaats op 24 mei 2023 in Hengelo, waar de verdachte het slachtoffer bedreigde met een mes en daarnaast een (vlees)mes bij zich droeg. Tevens had hij in de periode van maart 2022 tot en met maart 2023 meerdere afbeeldingen van seksuele gedragingen met minderjarigen verworven en in bezit gehad. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn eerdere veroordelingen en de ernst van de feiten, een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf verdiende. De rechtbank nam de conclusies van de Pro Justitia rapportages over, waarin werd vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een pedofiele stoornis, ASS en ADHD. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de verdachte in een forensische kliniek werd opgenomen voor behandeling en toezicht, om recidive te voorkomen. De rechtbank besloot tot de oplegging van TBS met voorwaarden, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in het geding was.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.130578.23 (P)
Datum vonnis: 26 april 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende in [adres] ,
nu verblijvende in de [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 2 oktober 2023 – waarna een tussenvonnis is gewezen op 16 oktober 2023, waarin het onderzoek is heropend voor het laten uitbrengen van een maatregelenrapport –,
12 januari 2024 en van 5 april 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. T. Geerdink, advocaat in Borne, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:[slachtoffer] met een mes heeft bedreigd;
feit 2:een (vlees)mes bij zich had;
feit 3:kinderpornografie heeft verworven en in bezit heeft gehad en daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 24 mei 2023 te Hengelo, in de gemeente Hengelo (O),
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware
mishandeling, door op een korte afstand een mes, althans een op een mes gelijkend
(scherp) voorwerp, richting de buik en/of het lichaam van die [slachtoffer] te houden,
althans een mes (duidelijk) zichtbaar aan die [slachtoffer] te tonen;
2
hij op of omstreeks 24 mei 2023 te Hengelo, in de gemeente Hengelo (O),
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een
(vlees)mes, zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de
omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden
aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te
dreigen heeft gedragen;
3
hij op_één_of_meer_tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van de maand maart
2022 tot en met 21 maart 2023 te Hengelo (O), althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
telkens
(een) (aantal) afbeelding(en), te weten (een)(aantal) foto(’s) en/of (een)(aantal)
video(’s)
– en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) te weten één of
meer computer(s) (merk Antec en/of Acer) en/of (een) telefoon (merk Oppo) –
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit:
het met de/een penis, vinger/hand en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal
penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt
en/of
het met de/een penis, vinger/hand en/of mond/tong oraal en/of vaginaal
penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis, vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt
en/of
het met vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert en/of met
een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze
van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk
het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat
lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij/zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het oordeel van de rechtbank
Evenals de officier van justitie en de verdediging komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 oktober 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 24 mei 2023, pagina 6 e.v.;
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 25 mei 2023, pagina 16;
het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 25 mei 2023 met bijlagen, pagina’s 47 e.v.;
het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 24 mei 2023, met bijlage, pagina’s 42 e.v.
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 24 mei 2023 te Hengelo, in de gemeente Hengelo (O), [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door op een korte afstand een mes richting de buik en/of het lichaam van die [slachtoffer] te houden;
2
hij op 24 mei 2023 te Hengelo, in de gemeente Hengelo (O), een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (vlees)mes, zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en te dreigen, heeft gedragen;
3
hij op tijdstippen in de periode van de maand maart 2022 tot en met 21 maart 2023 te Hengelo (O), meermalen, telkens afbeeldingen, te weten foto’s en video’s – en gegevensdragers bevattende afbeeldingen te weten: computers (merk Antec en Acer) en een telefoon (merk Oppo) – van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, vinger/hand en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis, vinger/hand en/of mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis, vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij het gezicht en/of lichaam en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b en 285 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikel 54 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
feit 2
de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 3
het misdrijf:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen met aftrek. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met voorwaarden wordt opgelegd en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan wordt bevolen. De officier van justitie heeft ook gevorderd dat, voordat de TBS wordt beëindigd, een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, wordt opgelegd. Zij vordert dat verdachte voor feit 2 wordt veroordeeld tot een geldboete van € 200,--, subsidiair 4 dagen hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat hij zich kan vinden in de eis van de officier van justitie, met uitzondering van de voorwaarde van een drugsverbod.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met een mes en aan het dragen van dit mes. Het is voorstelbaar dat deze bedreiging met een potentieel dodelijk steekwapen grote indruk op aangever heeft gemaakt. Dit veroorzaakt tevens onrust en angst bij degenen die er getuige van zijn.
Daarnaast heeft verdachte een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben en verwerven van een hoeveelheid kinderporno. Bij kinderporno wordt op uitermate grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen. Door zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van deze zeer grove schending van de belangen van die minderjarigen. Verdachte had zich moeten realiseren dat hij aldus ook een bijdrage leverde aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en zeer schadelijke vervaardiging van kinderpornografie. Verdachte heeft zich echter (opnieuw) laten leiden door zijn eigen (seksuele) behoeftes ten koste van anderen. De rechtbank rekent verdachte dit handelen zeer zwaar aan.
Justitiële documentatie
De rechtbank betrekt bij de straftoemeting tevens dat verdachte blijkens zijn strafblad van
1 april 2024 (in 2020) eerder is veroordeeld voor het verwerven en bezitten van kinderporno en daarnaast sinds 2013 meerdere keren met politie en justitie in aanraking is gekomen voor geweldsfeiten.
Gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen die hoger moet zijn dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank heeft daarbij tevens acht geslagen op de na te melden over verdachte opgemaakte rapportages. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 380 dagen passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
De over verdachte opgemaakte rapportages
- De Pro Justitia rapportages
Over verdachte is na de inhoudelijke behandeling van de zaak op 2 oktober 2023 en naar aanleiding van het tussenvonnis van de rechtbank op 16 oktober 2023 door Dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater, op 29 februari 2024 en (aanvullend) door mw. drs. C.M. Hopman-Van Emmerik, klinisch psycholoog, op 13 maart 2024 een Pro Justitia rapportage opgemaakt.
Uit deze rapportages komt naar voren dat verdachte lijdende is aan een psychische stoornis in de vorm van een pedofiele stoornis (niet exclusieve type), een autisme spectrum stoornis (hierna: ASS) en een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (hierna: ADHD), gecombineerd beeld. Deze stoornissen waren ook aanwezig tijdens het tenlastegelegde. Verdachte is met name door zijn ASS beperkt in het zoeken naar oplossingen bij interactieproblemen en slecht in staat om aan te voelen wat zijn gedrag betekent voor de ander. Door de ADHD reageert hij impulsief. Daarnaast heeft hij al vanaf jonge leeftijd een sterke drang naar (het downloaden van) kinderporno en is daar preoccupatief in gedachten de hele dag mee bezig waarbij hij tevens ervaart dat hij een neiging heeft tot hands-on pedofiele delicten. Hij heeft zichzelf tot nu toe onder controle gehouden, maar hij denkt zelf die controle op den duur te verliezen. Verdachte komt over als een zich onmachtig presenterende, egocentrisch functionerende man, die de neiging heeft met zijn cognitieve vervormingen en onaanraakbaarheid de regie naar zich toe te trekken. Daarnaast komt hij over als een man met forse beperkingen op introspectief, empathisch en zelfregulerend gebied die sterk afhankelijk is van begrenzing en structurering die zijn omgeving kan bieden. Geadviseerd wordt het ten laste gelegde verminderd aan verdachte toe te rekenen.
De psycholoog concludeert tot een hoog risico op herhaling van gewelddadig delictgedrag met weinig beschermende factoren die vooral extern bepaald zijn. De psychiater concludeert tot een matig risico op herhaling van dreigen met geweld in specifieke omstandigheden. Beide rapporteurs concluderen tot een hoog risico op herhaling van een seksueel delict.
Verdachte is niet in staat om zonder deskundige behandeling en toezicht recidive te voorkomen. Verdachte heeft vanaf zijn vijfde jaar in diverse jeugdvoorzieningen gewoond waar hem diverse behandelingen zijn geboden. Het beloop van al deze interventies heeft niet geleid tot het voorkomen van grensoverschrijdende (delict)gedragingen en afname van risico’s samenhangend met de pedofiele stoornis van verdachte. Vooralsnog heeft een ambulant traject onvoldoende waarborgen geboden voor het voorkomen van recidive.
Tijdens detentie of klinische opname in een forensische setting blijkt verdachte zich binnen zijn mogelijkheden constructief op te kunnen stellen. Bij het wegvallen van de stringente begrenzingen lukt het verdachte telkens niet om risico’s te verlagen. Een levenslange omgevingsprothese is noodzakelijk om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren. Verdachte is blijvend afhankelijk van intensieve begeleiding, extern toezicht en controle. Er is sprake van complexe problematiek die niet behandelbaar is gebleken en van een hoog
risico. Het is noodzakelijk dat verdachte gedwongen wordt opgenomen in een omgeving waar voldoende intensieve begeleiding, behandeling, toezicht en controle geboden kan worden om recidive zowel op het gebied van agressie als van zedenproblematiek te voorkomen. Geadviseerd wordt dit te laten plaatsvinden in een aanvankelijk gesloten forensische kliniek gespecialiseerd in de dubbele ernstige problematiek van ASS en pedofilie. De expertise en het beveiligingsniveau binnen een FPK wordt passend geacht. Van daaruit kan verantwoord worden toegewerkt naar resocialisatie en ondersteuning daarna. Als kader wordt een TBS met voorwaarden noodzakelijk geacht om deze behandeling adequaat vorm te geven. Gezien de ernst van de problematiek en de geringe resultaten in de instellingen in het verleden is een langdurige behandeling met resocialisatie en ondersteuning daarna nodig. Het advies is om naast de TBS met voorwaarden tevens een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM) als bedoeld in artikel 38z Sr op te leggen.
De rechtbank neemt de conclusies van de Pro Justitia rapporteurs over en maakt deze tot de hare.
- Het maatregelenrapport van de reclassering
De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op het maatregelenrapport van Reclassering Nederland van 18 maart 2024, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1] en
[reclasseringswerker 2], reclasseringswerkers en [reclasseringswerker 3], unitmanager en de toelichting daarop ter zitting door [reclasseringswerker 2]. Daaruit komt het volgende naar voren.
De reclassering schaart zich achter de diagnostiek zoals die naar voren komt uit de Pro Justitia rapportages. Door de reclassering wordt het risico op recidive, het risico op letsel en het risico op onttrekken aan de voorwaarden ingeschat als hoog. De reclassering onderschrijft het advies van de Pro Justitiarapporteurs om aan verdachte een TBS met voorwaarden op te leggen. Het beeld dat verdachte schetst en dat wat hij aan gedrag laat zien, verschilt sterk van elkaar. Hij benadrukt dat hij heel gemotiveerd is voor behandeling, maar in de contacten met een van de rapporteurs en andere professionals toont hij vooral weerstand. De voornaamste risicofactoren zijn gelegen op het gebied van psychosociaal functioneren en houding. Verdachte mist (nog) vaardigheden om adequaat om te gaan met situaties waarin hij zich aangesproken/uitgedaagd voelt en laat zien afwijzend te staan tegenover een zelfkritische, lerende houding. Als beschermende factor kan genoemd worden de curatele waar verdachte onder staat, waardoor hij bijgestaan wordt bij beslissingen op gebieden als financiën, huisvesting of in het aangaan van overeenkomsten. Dit biedt echter geen bescherming op het gebied van zedendelicten of agressieproblematiek, waar de justitiële geschiedenis van verdachte vooral uit bestaat.
Ter zitting van 5 april 2024 heeft verdachte zich bereid verklaard de voorwaarden die door de reclassering zijn opgesteld ten behoeve van een eventueel op te leggen TBS met voorwaarden, na te leven, met uitzondering van het drugsverbod.
Ter zitting heeft mevrouw [reclasseringswerker 2] toegelicht dat deze voorwaarde is opgenomen, omdat verdachte vaak de verkeerde keuzes maakt zodra dingen moeilijk voor hem worden. De voorwaarde zou ook moeten blijven gelden op het moment dat verdachte richting resocialisatie zou gaan en op het moment dat hij beschermd zou gaan wonen. Door het drugsverbod is beter te controleren of verdachte drugs gebruikt en is zijn drugsgebruik beter te begrenzen. Op dit moment is er nog geen concrete plek voor verdachte binnen een FPK beschikbaar. De Divisie Individuele Zaken (hierna: DIZ) heeft na de uitspraak in elk geval vier weken nodig om een overbruggingsplek voor verdachte te regelen.
De reclassering adviseert tevens een GVM op te leggen om een ruimer forensisch vangnet te hebben tijdens resocialisatie. Daarnaast wordt geadviseerd om de dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS-maatregel te gelasten.
TBS met voorwaarden
De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte de maatregel van TBS met voorwaarden moet worden opgelegd. De rechtbank stelt vast dat voor het opleggen van de maatregel aan de wettelijke vereisten ex artikel 37a Sr is voldaan. Bezitten en verwerven van kinderporno is een feit waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is een feit dat expliciet in artikel 37a Sr is benoemd. Bij verdachte bestond blijkens de rapportages van de gedragsdeskundigen ten tijde van het plegen van de feiten een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Verder eist de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel.
De rechtbank zal gelasten dat verdachte ter beschikking wordt gesteld onder de voorwaarden zoals hierna te noemen en zoals door de reclassering geadviseerd. Gelet op de toelichting die door de reclasseringswerker ter zitting is gegeven over het drugsverbod als voorwaarde, zal de rechtbank die voorwaarde ook opnemen.
De rechtbank zal voorts ambtshalve de vraag beantwoorden of in het geval van een omzetting naar dwangverpleging de TBS gemaximeerd is tot vier jaar of onbeperkt kan worden verlengd. Daartoe dient te worden vastgesteld of de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. In dat geval is de TBS niet gemaximeerd.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de bewezenverklaring van feit 1, te weten een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en de omstandigheden waaronder verdachte dit feit heeft begaan, sprake is van een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen zoals bedoeld in artikel 38e, eerste lid Sr. Hieruit volgt dat er in de onderhavige zaak geen sprake is van een gemaximeerde TBS. De totale duur van de maatregel kan daarom - indien de TBS met voorwaarden zou worden omgezet naar TBS met verpleging van overheidswege - een periode van vier jaar te boven gaan.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Gelet op al hetgeen hiervoor reeds is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meerdere personen. De rechtbank zal derhalve bevelen dat de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
De gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM)
Gelet op de conclusies van de deskundigen acht de rechtbank het van belang dat wordt voorkomen dat na het aflopen van de tbs-maatregel de hulpverlening aan de verdachte eindigt, terwijl hier nog wel noodzaak toe bestaat. De rechtbank zal daarom overgaan tot oplegging van een maatregel op grond van artikel 38z Sr, die strekt tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking. De rechtbank acht de oplegging van deze maatregel noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen. Verder is aan alle wettelijke vereisten voor oplegging van deze maatregel voldaan.
De overtreding van feit 2
Het dragen van het mes betreft een overtreding, waarvoor door de rechtbank een aparte straf of maatregel zou moeten worden opgelegd. Gelet op de op te leggen gevangenisstraf en de TBS met voorwaarden zal de rechtbank daartoe niet overgaan en toepassing geven aan artikel 9a Sr, inhoudende dat aan verdachte voor dit feit geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde computers en telefoon vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen feit 3 is begaan.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 36b, 36c, 38, 38a en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
feit 2
de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 3
het misdrijf:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte voor de feiten 1 en 3 tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
380 (driehonderdtachtig) dagen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- gelast dat de verdachte voor de feiten 1 en 3
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaarden;
• Verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
• Verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
• Indien de reclassering dit nodig acht, kan zij een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname (time-out). Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een forensisch psychiatrische instelling of een andere instelling, voor een periode van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
• Verdachte verleent medewerking aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere, maar niet uitsluitend, in:
zich melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak de reclassering dat nodig acht;
medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit van verdachte;
zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering, die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te bewegen tot het naleven van de voorwaarden;
medewerking verlenen aan het verstrekken van een actuele foto waarop verdachtes gezicht herkenbaar is aan de reclassering ten behoeve van eventuele opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
medewerking verlenen aan huisbezoeken;
inzicht geven aan de reclassering in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen/hulpverleners;
niet verhuizen of van adres veranderen zonder toestemming van de reclassering;
medewerking verlenen aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
• Verdachte laat zich opnemen in een nader te bepalen FPK of soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan het verblijf in detentie. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
• Voor zover verdachte aansluitend aan zijn verblijf in detentie nog niet is geplaatst binnen een aangewezen FPK of soortgelijke zorginstelling, laat verdachte zich opnemen op een door het DIZ als meest passende overbruggingsplek geachte verblijfplek. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
• Verdachte laat zich, indien geïndiceerd, behandelen door een nader te bepalen ambulant/forensische zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
• Verdachte verblijft, indien geïndiceerd, in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
• Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
• Verdachte gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
• Verdachte heeft of zoekt, om escalatie te vermijden, op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer in deze zaak, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
• Verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Hij zoekt geen kinderrijke plekken op zoals speeltuinen, zwembaden, pretparken of scholen. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat andere, voor de reclassering bekende en goedgekeurde contacten, hierbij aanwezig zijn;
• Verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt hier bovenstaande gedragingen te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- beveelt dat deze maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z Sr;
- bepaalt dat aan verdachte voor feit 2
geen straf of maatregelwordt opgelegd;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten een computer van het merk Antec, een computer van het merk Acer en een telefoon van het merk Oppo.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2024.