3.3.In de in verband hiermee gesloten overeenkomst (hierna te noemen: de VOF-akte) staat onder meer het volgende vermeld:
Het volgende in aanmerking nemende:
(…)
dat de vennoten sub 2 [[partij A 2],
rechtbank] en sub 3 [[partij A 3],
rechtbank] per ingangsdatum in het advieskantoor op gelijkwaardige basis zullen participeren en voornemens zijn de onderneming over drie tot vijf jaar over te nemen van vennoot sub 1 [[partij B],
rechtbank] en voort te zetten;
(…)
1. Ingangsdatum, duur, vestigingsplaats en doel
(…)
2. De vennootschap onder firma is aangegaan voor onbepaalde tijd en draagt de naam [partij A 1] VOF.
2 Inbreng
2. Door vennoot sub 1 is per ingangsdatum de door hem gevoerde onderneming ingebracht. Deze inbreng bestaat uit:
a. a) De economische eigendom van de goodwill, bestaande uit de klantenkring en de overige zakelijke relaties van [partij A 1] te [plaats].
b) …
3. De inbreng van de goodwill in economische eigendom, genoemd in het vorige lid 2a, geschiedt tegen de waarde in het economische verkeer welke door de vennoten is vastgesteld op € 275.000,-(…)
5 Vergoedingen en verdeling van winst of verlies
1. De tussen vennoten te verdelen winst of verlies bestaat uit de winst of het verlies van de onderneming volgens de jaarstukken. (…)
2. De vennoten kunnen in onderling overleg een arbeidsvergoeding vaststellen en wijzigen. De arbeidsvergoeding bedraagt € 200,-- per dagdeel voor declarabele uren en vooraf goedgekeurde niet-declarabele uren.
3. De vennoten kunnen in onderling overleg een rentevergoeding vaststellen en wijzigen. (…)
4. De helft van resterende overwinst of verlies, die na toekenning van de vergoedingen conform lid 3 en 4 voor verdeling in aanmerking komt, wordt naar rato van de gewerkte uren verdeeld.
5. De helft van resterende overwinst of verlies, die na toekenning van de vergoedingen conform lid 3 en 4 voor verdeling in aanmerking komt, wordt als volgt verdeeld:
- vennoot sub 1: 1/3 deel
- vennoot sub 2: 1/3 deel
- vennoot sub 3: 1/3 deel
Deze verdeling wat betreft de jaarwinsten kan elk jaar in onderling overleg worden gewijzigd.
7 De jaarstukken
3. De jaarstukken worden door de vennoten vastgesteld. Indien geen van de vennoten binnen drie maanden, nadat de jaarstukken door de accountant aan de vennoten zijn verzonden, door middel van een aangetekend schrijven aan de andere vennoten heeft medegedeeld, dat hij niet akkoord gaat met de gemelde jaarstukken, dan wordt geacht dat die jaarstukken zijn goedgekeurd en wordt er geacht dat wederzijds decharge is verleend. (…)
4. Indien tussen de vennoten geen overeenstemming is bereikt binnen een maand nadat een van de vennoten krachtens lid 3 zijn bezwaren tegen de jaarstukken aan de andere vennoot kenbaar heeft gemaakt, dan wordt een oordeel hierover ingeroepen aan een daartoe in onderling overleg te benoemen deskundige.
5. Indien de vennoten niet binnen een maand na verloop van de in lid 4 genoemde termijn een deskundige hebben gekozen, zal deze op verzoek van de meest gerede vennoot worden benoemd door een daartoe bevoegde rechter. Indien nodig zal de deskundige de bedoelde jaarstukken opmaken. De vennoten zijn aan aldus opgemaakte stukken gebonden. (…)
9 relatiebeding
1. Het is een vennoot verboden zonder toestemming van iedere medevennoot tijdens het bestaan van de vennootschap:
a. a) direct of indirect in een onderneming deel te nemen, een arbeidsovereenkomst aan te gaan, in het algemeen zodanige werkzaamheden te verrichten welke onverenigbaar zijn met de werkzaamheden binnen de onderneming van de vennootschap;
3. Het is de vennoten zonder schriftelijke toestemming van de vennootschap verboden tegen een vergoeding of om niet, voor derden of voor eigen rekening, direct of indirect werkzaamheden en/of diensten te verrichten c.q. aan te bieden die [partij A 1] in zijn pakket van werkzaamheden en/of diensten heeft opgenomen, of bij zodanige werkzaamheden of diensten op enigerlei wijze te zijn betrokken waarbij de afnemer een relatie is van [partij A 1].
4. Het is de vennoten zonder schriftelijke toestemming van de vennootschap of diens rechtsopvolger verboden om binnen een tijdvak van 2 jaren na beëindiging van (zijn deelname in) de vennootschap binnen Nederland tegen een vergoeding of om niet, voor derden of voor eigen rekening, direct of indirect werkzaamheden en/of diensten te verrichten c.q. aan te bieden die [partij A 1] in zijn pakket van werkzaamheden en/of diensten heeft opgenomen, of bij zodanige werkzaamheden of diensten op enigerlei wijze te zijn betrokken waarbij de afnemer een relatie is van [partij A 1].
5. Een relatie van [partij A 1] is elke onderneming waarvoor [partij A 1] werkzaamheden in welke zin dan ook verricht heeft in de 24 maanden voorafgaande aan het einde van (de deelname in) de vennootschap.
6. De vennoot die een of meerdere afspraken zoals genoemd in dit artikel, lid 1, overtreedt, is voor iedere overtreding zonder rechtelijke tussenkomst een direct opeisbare boete verschuldigd. Deze boete bedraagt € 50.000 per overtreding alsmede een boete van € 500 per dag dat de overtreding voortduurt. (…)
(…)
13 Einde van de vennootschap
1. De overeenkomst van vennootschap eindigt:
(…)
b) door opzegging door een vennoot. De opzegging kan geschieden met inachtneming van een termijn van tenminste een half jaar en uitsluitend tegen het einde van het boekjaar. Deze opzegging dient schriftelijk door middel van een behoorlijke kennisgeving te geschieden. Behoorlijke kennisgeving kan plaatsvinden door middel van een aangetekend schrijven, door middel van een schrijven met bewijs van ontvangst of door middel van een door iedere vennoot ondertekende verklaring. De vennoot, die niet heeft opgezegd, heeft het voortzettingsrecht als bedoeld in artikel 14. (…)
(…)
14 Recht tot voortzetting en overname
(…)
3. De vennoot die van het hem toekomende recht tot voortzetting gebruik wil maken, moet daarvan aan zijn (voormalige) medevennoot mededeling doen door middel van een behoorlijke kennisgeving binnen drie maanden na de dag waarop de vennootschap is geëindigd. Behoorlijke kennisgeving kan plaatsvinden door middel van een aangetekend schrijven, door middel van een schrijven met bewijs van ontvangst of door middel van een door iedere vennoot ondertekende verklaring.
4. Als een vennoot gebruik maakt van zijn recht tot voortzetting, worden alle goederen (zaken en rechten) van de vennootschap welke de vennoten gezamenlijk toebehoren in economisch dan wel in juridisch eigendom, in juridisch eigendom toegedeeld aan de voortzettende vennoot, tenzij de voortzettende en uittredende vennoten een andere toedeling overeenkomen.
(…)
18 Betalingsregeling
1. De inbreng van de goodwill tegen de waarde zoals bepaald in artikel 2 lid 3 geschiedt tegen creditering van een lijfrentevoorziening. Gedurende 10 jaren na ingangsdatum zal jaarlijks 10% van deze lijfrente worden afgestort op een nader aan te wijzen bankrekening van de inbrengende vennoot sub 1.
19 Liquidatie
1. Ingeval de vennootschap eindigt en geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden tot voortzetting van de onderneming van de vennootschap, wordt zo spoedig mogelijk overgegaan tot vereffening van de zaken van de onderneming van de vennootschap. (…)