Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- het deskundigenbericht
2.Samenvatting
3.De verdere beoordeling
- Beide knieën bieden veiligheid in de zin van het automatisch aanpassen tijdens balansverstoringen ten behoeve van valpreventie.
- Met beide knieën is alternerend de trap aflopen mogelijk.
- Met beide knieën is het mogelijk te lopen met snelheidsveranderingen/ versnellingen.
- Zowel de Rheo als de Genium is geschikt voor het gebruik bij bilateraal transfemoraal geamputeerden.
- Beide knieën geven buigweerstand tijdens het zitten.
- Beide knieën zijn spatwater bestendig.
- Zowel de Rheo als de Genium blokkeert bij een onvolledige stap of struikelen, waardoor de gebruiker de tijd krijgt om de balans te hervinden en zijn stap te corrigeren om zo het vallen te voorkomen.
- Bij een lege accu of uitval van de accuspanning blokkeren zowel de Rheo als de Genium in een gestrekte stand. De Rheo geeft bij een lage accuspanning een signaal af en moet bij stroomuitval manueel in gestrekte stand worden geblokkeerd. De Genium schakelt in die situatie automatisch de veiligheidsmodus in.
- De Rheo heeft een “zelflerend” vermogen dat de patiënt volgt tijdens zijn of haar loopbeweging en de Genium is meer sturend tijdens het gebruik.
- De Genium kan in een gewenste sta-hoek worden geblokkeerd. De Rheo kan dit niet.
- Bij de Genium kan de strekweerstand worden verhoogd. Dit kan worden gebruikt voor alternerend trap oplopen en hindernissen overwinnen met vermindering van het valrisico.
- De Genium kan met behulp van een app door de gebruiker in beperkte mate worden aangepast en aangepast op zijn of haar specifieke functionele wensen.
‘In mijn ervaring zijn maar weinig patiënten vaardig genoeg om dit toe te passen.’De strekweerstand verhoging is volgens de deskundige ook bruikbaar om (iii) hindernissen te overwinnen met vermindering van het valrisico. Daarnaast kan de patiënt (iv) met behulp van een app in beperkte mate zelf eigenschappen van de knie aanpassen.
‘Ik ben al een aantal keren gestruikeld, waarbij het blokkeren van de prothese mij gered heeft van vallen. Dit gebeurt wel een aantal keer, maar vallen doe ik eigenlijk sporadisch. En als ik zou vallen zou een valide persoon ook vallen. Met struikelen is het al een paar keer gebeurd dat hij blokkeerde op mijn tenen, dus ik stond op mijn tenen en kon mijn balans vanaf daar weer herpakken, waarbij mijn andere been snel naar voren schoot om in ieder geval onder mijn lichaam stond. Dit heb ik ook meerdere malen meegemaakt op de Grail. En precies daardoor viel ik ook niet meer. (…) Ook als ik de trapfunctie gebruik kan ik over hindernissen heen stappen, zoals een laag hekje. En daarna schiet hij op slot zodra jij er druk op zet. Dit kan met de gehele voet, maar het kan ook op de teen. Waardoor jij de mogelijkheid hebt om op dezelfde manier met het andere been erover te stappen.’[eiser] heeft dit verschil van blokkeren bij gedeeltelijke aanraking ook voorgelegd aan de deskundige. In antwoord daarop heeft de deskundige in algemene bewoordingen toegelicht dat de valpreventie tussen beide prothesen in zijn ogen gelijkwaardig is. Het rapport is gelet op de specifieke uitleg van [eiser] over de gevolgen van dit verschil voor de (val) veiligheid in zijn situatie, echter onvoldoende om tot een afwijzing te komen. Menzis heeft dit ook niet inhoudelijk weersproken in de antwoordakte.