Uitspraak
[eiser] B.V.,
1.De procedure
- de nagezonden producties 16 t/m 19 van [eiser],
- de mondelinge behandeling van 21 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2. Samenvatting
3.De feiten
Het gestelde in de laatste zin van artikel 7:224 lid 2 Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Op de foto’s bij het proces-verbaal van constateringen van 10 januari 2023 is te zien dat er nog bedrijfsinventaris van [eiser] in het gehuurde staat. Dat is door [eiser] erkend. Dat volgens [eiser] een deel van de achtergebleven spullen van de aan [gedaagde] gelieerde klusjesman is, hoewel door [gedaagde] betwist, maakt nog niet dat [eiser] niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor haar eigen achtergebleven bedrijfsinventaris. [eiser] is ook op dit onderdeel tekortgeschoten in haar opleveringsverplichting.
6.De beslissing
23 april 2024. (DG)