ECLI:NL:RBOVE:2024:2239

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
10885205 EL 24-1
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad in effectenleasezaak tegen DEXIA Nederland B.V.

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft de kantonrechter op 18 april 2024 uitspraak gedaan in een effectenleasezaak. De eiser, die optreedt voor zichzelf en ten behoeve van de gemeenschap als erfgenaam van een contractant, heeft DEXIA Nederland B.V. aangeklaagd. DEXIA heeft geen conclusie van antwoord ingediend, waardoor de vorderingen van de eiser niet zijn weersproken. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen niet ongegrond of onrechtmatig zijn en heeft deze toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten.

De rechter heeft vastgesteld dat DEXIA onrechtmatig heeft gehandeld jegens de eiser en de contractant met betrekking tot de overeenkomsten die in deze procedure aan de orde zijn. De schade die DEXIA moet vergoeden, bestaat uit de door de eiser en de contractant betaalde inleg en het niet vergoede gedeelte van de restschuld, waarbij rekening moet worden gehouden met eventuele voordelen die de eiser heeft genoten. DEXIA is ook veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, die zijn begroot op € 628,97.

De kantonrechter heeft verder bepaald dat DEXIA de schade aan de eiser moet vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente, en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is. DEXIA is in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen aan de veroordeling te voldoen, anders komen er extra kosten voor betekening bij niet-naleving. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10885205 EL 24-1
Vonnis van de kantonrechter van 18 april 2024
in de zaak van:
[eiser], voor zich en ten behoeve van de gemeenschap als erfgenaam van [naam] (hierna: contractant),
verder te noemen [eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde mr. G. van Dijk,
tegen
de besloten vennootschap DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
verder te noemen Dexia,
gemachtigde USG Legal Professionals.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 januari 2024.
1.2.
Dexia heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen conclusie van antwoord ingediend.
1.2.
Ten slotte is partijen meegedeeld dat vonnis wordt gewezen.

2.De beoordeling

2.1.
Dexia heeft, na verkregen uitstel, niet meer geantwoord. Dexia heeft de vorderingen met andere woorden niet weersproken. De vorderingen, die niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, zullen daarom worden toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten. Niet is immers gebleken dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die in het arrest van de Hoge Raad van
12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590, zijn genoemd. Evenmin zal Dexia worden veroordeeld tot het verstrekken van het afschrift van een drietal aanvraagformulieren nu [eiser] daarbij geen belang heeft.
2.2.
Voor recht zal dan ook als na te melden worden verklaard dat Dexia met betrekking tot de overeenkomsten waarover het in deze procedure gaat, te weten de overeenkomsten met de nummers [nummer 1], [nummer 2], [nummer 3], [nummer 4], [nummer 5], [nummer 6], en [nummer 7] onrechtmatig jegens hem en contractant heeft gehandeld en dat Dexia de als gevolg daarvan veroorzaakte schade aan [eiser] zal moeten vergoeden. Wat die schade is, kunnen partijen inmiddels zelf berekenen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door [eiser] en de contractant betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. In het geval reeds eerder een schadevergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:7910). De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia te restitueren bedrag volgens de uitgangspunten als geformuleerd in HR 1 mei 2015 (ECLI:NL: HR:2015:1198) en HR 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164, r.o. 3.6.3).
2.3.
Dexia zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten) aan de zijde van [eiser] gevallen. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 135,97
- griffierecht € 87,00
- salaris gemachtigde € 271,00
- nakosten
€ 135,00
Totaal € 628,97.
2.4.
De gevorderde rente over de proceskosten zal als na te melden worden toegewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verklaart voor recht dat Dexia met betrekking tot de tussen haar en [eiser] en contractant gesloten overeenkomsten onrechtmatig jegens [eiser] en contractant heeft gehandeld door [eiser] en contractant als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [eiser] en contractant niet alleen als klant aanbracht maar [eiser] en contractant tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat,
3.2.
verklaart voor recht dat [eiser] en contractant schade hebben geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen van Dexia en dat Dexia gehouden is om deze schade aan [eiser] te vergoeden,
3.3.
veroordeelt Dexia om aan [eiser] te betalen de schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover zoals weergegeven in r.o. 2.2.,
3.4.
veroordeelt Dexia in de proceskosten van € 628,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Dexia niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Dexia ook de kosten van betekening betalen,
3.5.
veroordeelt Dexia in de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Dijk, kantonrechter, en op 18 april 2024 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.