Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
STICHTING MIJANDE WONEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Vriezenveen,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Mijande Wonen en een gedaagde huurder. De Woningstichting vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van € 2.766,00. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar was het niet eens met de gevorderde ontbinding en ontruiming, en verwees naar zijn financiële omstandigheden en de hulp die hij zocht voor schuldhulpverlening. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van de gedaagde zodanig groot was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De partijen hadden echter een betalingsregeling getroffen, wat leidde tot voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter wees de gedaagde erop dat overtreding van de voorwaarden zou leiden tot ontruiming van de woning. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.