Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING ST. JOSEPH,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ambtshalve toetsen
€ 119,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de woningcorporatie Woningstichting St. Joseph (hierna: STJA) en een gedaagde huurder. STJA vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 2.992,65, berekend tot en met maart 2024. De gedaagde, die niet verschenen was tijdens de mondelinge behandeling, erkende de huurachterstand maar was het niet eens met de gevorderde ontbinding en ontruiming, omdat zij in haar woning wilde blijven wonen. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden oneerlijke bedingen bevatten, maar oordeelde dat het huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk was. De rechter concludeerde dat de betalingsachterstand van voldoende gewicht was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De gedaagde's financiële omstandigheden werden niet als overmacht beschouwd. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming toegewezen, met een termijn van 14 dagen voor ontruiming. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente en proceskosten. De vordering tot buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat het beding in de algemene voorwaarden niet voldeed aan de wettelijke eisen.