ECLI:NL:RBOVE:2024:221

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
C/08/295242 / HA ZA 23-153
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitleg van een overeenkomst inzake de overname van bedrijfsactiviteiten en de daarbij behorende verplichtingen met betrekking tot vakantiegeld en vakantiedagen

In deze zaak heeft Omega Groep B.V. een deel van de bedrijfsactiviteiten van Autismehuis B.V. overgenomen, inclusief de werknemers. Er ontstond een geschil over de vraag of Autismehuis verantwoordelijk was voor het vakantiegeld en de vakantiedagen die de overgenomen werknemers tot de overnamedatum hadden opgebouwd. Omega Groep vorderde betaling van een bedrag van € 102.092,63 aan vakantiegeld en vakantie-uren, terwijl Autismehuis betwistte dat zij deze verplichtingen had. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst en de intentieovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de koopovereenkomst tegenstrijdige bepalingen bevatte en dat de uitleg van de overeenkomst leidde tot de conclusie dat Omega Groep verantwoordelijk was voor het vakantiegeld en de vakantiedagen. De vorderingen van Omega Groep werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Autismehuis.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/295242 / HA ZA 23-153
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
OMEGA GROEP B.V.,
te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: Omega Groep,
advocaat: mr. M.H. Elshof te Leeuwarden,
tegen
AUTISMEHUIS B.V.,
te Zwolle,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Autismehuis,
advocaat: mr. H.C. Koning te Zwolle.

1.De zaak in het kort

1.1.
Deze zaak gaat kort gezegd over het volgende. Omega Groep heeft een deel van de bedrijfsactiviteiten van Autismehuis overgenomen, inclusief de daarbij behorende werknemers. Partijen verschillen van mening over de vraag of zij zijn overeengekomen dat Autismehuis het vakantiegeld en de vakantiedagen, die de overgenomen werknemers tot aan de overnamedatum hadden opgebouwd, met die werknemers zou afrekenen.
1.2.
De rechtbank zal hierna op basis van de uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomst tot het oordeel komen dat dit niet het geval is en dat de vorderingen van Omega Groep dus moeten worden afgewezen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de beslagstukken van de zijde van Omega Groep;
- de conclusie van antwoord;
- de brief van de rechtbank van 13 juni 2023 waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties (12 tot en met 15) van de zijde van Autismehuis;
- de aanvullende producties 6 en 7 van de zijde van Omega Groep en het bezwaar van Autismehuis daartegen;
- de mondelinge behandeling van 9 oktober 2023, de op die zitting voorgedragen pleitnota’s en de zittingsaantekeningen van de griffier.
2.2.
Hierna is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Omega Groep is een zorgorganisatie die onder meer dagactiviteiten, woonbegeleiding en ambulante begeleiding biedt aan hulpbehoevenden.
3.2.
Autismehuis drijft een onderneming op het gebied van de behandeling en begeleiding van kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis.
3.3.
Vanwege een niet gegunde aanbesteding is Autismehuis medio 2022 in de problemen gekomen voor wat betreft twee van haar zorgonderdelen.
3.4.
Autismehuis heeft hierna de mogelijkheden onderzocht om met Omega Groep te komen tot een soort ‘hoofd- en onderaannemersconstructie’ ter zake van de betreffende zorgonderdelen. Dit is op niets uitgelopen.
3.5.
Partijen zijn vervolgens in gesprek gegaan over de overname van voornoemde twee zorgonderdelen door Omega Groep per 1 januari 2023.
3.6.
Per e-mail van 23 november 2022 heeft de bestuurder van Autismehuis, [naam 1] (hierna te noemen: [naam 1]) de bestuurder van Omega Groep, [naam 2] (hierna te noemen: [naam 2]) in verband hiermee een conceptversie van een intentieovereenkomst (hierna te noemen: de intentieovereenkomst) toegestuurd en hem gemeld dat zij ook met andere gegadigden in gesprek is. In die overeenkomst staat onder meer het volgende vermeld:
“2. Object van overname
Verkoper draagt over aan Koper:
(…)
 De personeelsleden, inclusief de arbeidsrechtelijk bij deze personeelsleden behorende voorwaarden zoals vakantiegeldverplichting, vrije uren en dagen, pensioenvoorzieningen, etc. zoals opgenomen op bijlage 3 bij deze intentieovereenkomst
(…)
3. Overnamesom
De overnamesom voor het in artikel 3 van deze overeenkomst opgenomen object van de overname moet nog nader tussen Verkoper en Koper worden overeengekomen, maar zal bestaan uit een bedrag per medewerker, aangevuld met de boekwaarde van de over te nemen activa.
Verkoper geeft hierbij de wens weer om 250.000 Euro voor het medewerkersbestand te ontvangen
(…)”
3.7.
[naam 2] heeft diezelfde dag per e-mail als volgt op deze intentieovereenkomst gereageerd:
“Op zich een prima intentie verklaring
Ik schrik van het bedrag van 250k dat ermee gemoeid is.”
3.8.
[naam 1] heeft vervolgens de berekening van de overnameprijs toegelicht, waarbij zij onder meer heeft geschreven:
“Voor het vaststellen van de medewerkers zijn we uitgegaan van een percentage van 30% van het bruto jaarloon (incl. vakantiegeld en dertiende maand). Dit ligt bij dit soort berekeningen vaak tussen de 20 en 30%.”
3.9.
[naam 2] heeft daarop, eveneens op 23 november 2022, geantwoord dat hij een bedrag van € 100.000,00 meer dan toereikend vindt, aangezien hij geen enkele garantie heeft dat de medewerkers blijven.
3.10.
Omdat partijen het hierna niet eens werden over de overnameprijs, is Autismehuis verder in gesprek gegaan met de andere gegadigden. Op enig moment zijn partijen echter weer met elkaar in onderhandeling getreden.
3.11.
Op 8 of 9 december 2022 zijn partijen telefonisch een overnameprijs van
€ 150.000,00 overeengekomen, zijnde € 100.000,00 voor de over te nemen medewerkers en
€ 50.000,00 voor de over te nemen inventaris.
3.12.
Op 15 december 2022 hebben partijen een overeenkomst tot koop en verkoop van activa (hierna te noemen: de koopovereenkomst) ondertekend, die – voor zover van belang – als volgt luidt:
Artikel 2 - Koop en verkoop van de Activa2.1 (…)
Enkel de Activa maken onderdeel uit van de onderhavige transactie. Koper zal geen schulden of andere (financiële) verplichtingen (passiva) overnemen van Verkoper, anders dan voor zoveel deze voortvloeien uit de Contracten en uit de arbeidsovereenkomsten met de Werknemers.
(…)
Artikel 4 - Handelingen tot Levering
4.1
Van de Datum van Ondertekening tot de Leveringsdatum zal Verkoper:
(…)
d. voldoen aan al haar pensioen- en socialezekerheidsverplichtingen en afdrachten wanneer deze verschuldigd zijn met betrekking tot de Werknemers; en
(…)
Artikel 8 - Overige afsprakenOvergang van onderneming
8.1
Partijen menen dat de overname van de Activa in zijn geheel beschouwd een overgang van een onderneming vormt in de zin van artikel 7:662 e.v. Burgerlijk Wetboek, uit hoofde waarvan de rechten en verplichtingen van Verkoper voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomsten van de Werknemers van rechtswege overgaan op Koper per de Leveringsdatum. De verplichtingen jegens de Werknemers komen vanaf die datum voor rekening en risico van Koper.
(…)
Artikel 9 - Vrijwaringen9.1 Verkoper verklaart tot de Leveringsdatum aan alle verplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomsten van de Werknemers te hebben voldaan. De relevante belastingen, heffingen, afdrachten, pensioenbetalingen en sociale premiebetalingen ten aanzien van de arbeidsovereenkomsten met de Werknemers zullen met betrekking tot de periode tot de Leveringsdatum door Verkoper worden voldaan. Verkoper vrijwaart Koper voor iedere aanspraak van de Werknemers verband houdende met de periode tot de Leveringsdatum.
9.2
Koper verklaart dat zij per de Leveringsdatum aan alle verplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomsten van de Werknemers zal voldoen. De relevante belastingen, heffingen, afdrachten, pensioenbetalingen en sociale premiebetalingen ten aanzien van de arbeidsovereenkomsten met de Werknemers zullen met betrekking tot de periode per de Leveringsdatum door Koper worden voldaan. Koper vrijwaart Verkoper voor iedere aanspraak van de Werknemers verband houdende met de periode per de Leveringsdatum.
(…)
Artikel 14 - Overeenkomst14.1 Deze overeenkomst vervangt alle eerdere afspraken, intentieverklaringen en overeenkomsten tussen Partijen met betrekking tot het onderwerp van deze Overeenkomst.
3.13.
Voorafgaand aan het ondertekenen van de koopovereenkomst heeft Autismehuis een concept van die overeenkomst aan Omega Groep toegestuurd. Naar aanleiding daarvan heeft Omega Groep slechts aan Autismehuis kenbaar gemaakt dat artikel 7.2 tot en met 7.4 en artikel 9.3 van de conceptovereenkomst aangepast moesten worden, waarna Autismehuis die overeenkomst heeft laten aanpassen.
3.14.
Per e-mail van 21 december 2022 heeft Autismehuis aan Omega Groep gemeld dat zij in januari 2023 (een overzicht van) het opgebouwde vakantiegeld en een overzicht van de openstaande verlofuren zal ontvangen. Hierna is tussen partijen een discussie ontstaan over de vraag of Autismehuis het tot 1 januari 2023 opgebouwde vakantiegeld en de op die datum nog openstaande vakantie-uren voor haar rekening dient te nemen.
3.15.
Op 17 mei 2023 heeft Omega Groep ten laste van Autismehuis conservatoir derdenbeslag laten leggen. Nadat Autismehuis vervangende zekerheid had gesteld, is dit beslag opgeheven.

4.Het geschil

4.1.
Omega Groep vordert – samengevat – Autismehuis bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 102.092,63 bruto aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente, een bedrag van € 1.795,93 aan buitengerechtelijke incassokosten en tot betaling van de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
4.2.
Omega Groep legt aan deze vorderingen kort samengevat het navolgende ten grondslag. Partijen zijn overeengekomen dat Autismehuis tot 1 januari 2023 aan alle financiële verplichtingen zou voldoen uit hoofde van de arbeidsovereenkomsten van de werknemers die Omega Groep per die datum van Autismehuis heeft overgenomen en Autismehuis heeft Omega Groep ter zake van die verplichtingen gevrijwaard. Omega Groep ging er daarom van uit dat Autismehuis alle vorderingen uit hoofde van het vakantiegeld en de niet-genoten vakantiedagen op 31 december 2022 had afgerekend met de werknemers in kwestie, maar dit blijkt niet het geval te zijn waardoor Omega Groep op grond van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de overgang van onderneming naast Autismehuis hoofdelijk aansprakelijk is geworden voor alle vorderingen van die werknemers. Omega Groep lijdt hierdoor schade, aangezien zij door de werknemers tot betaling van het vakantiegeld en de vakantie-uren wordt aangesproken, en Autismehuis dient die schade te vergoeden. Deze schade bestaat enerzijds uit een bedrag van € 40.030,99 bruto aan ten onrechte niet afgerekend vakantiegeld en anderzijds uit een bedrag van € 62.061,64 bruto aan ten onrechte niet uitbetaalde vakantie-uren.
4.3.
Autismehuis voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Omega Groep, althans tot afwijzing van haar vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Omega Groep in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen en te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak ligt de vraag voor of Autismehuis jegens Omega Groep gehouden is de aanspraken van haar voormalige werknemers uit hoofde van het tot 1 januari 2023 opgebouwde en nog niet uitbetaalde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde maar nog niet genoten vakantiedagen voor haar rekening te nemen.
bezwaar aanvullende producties5.2. Autismehuis heeft vanwege het late tijdstip van indiening bezwaar gemaakt tegen de aanvullende producties 6 en 7 van Omega Groep. Ter zitting is zij echter akkoord gegaan met het voorstel van de rechtbank die producties toe te staan, onder de voorwaarde dat Autismehuis de gelegenheid zal krijgen daarop alsnog schriftelijk te reageren voor zover dat voor de beslissing in de onderhavige zaak noodzakelijk is. Uit het hiernavolgende zal blijken dat die noodzaak niet bestaat.
de standpunten van partijen
5.3.
Omega Groep meent dat zij met Autismehuis is overeengekomen dat Autismehuis het tot 1 januari 2023 verschuldigde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantiedagen zou voldoen en dat Autismehuis haar voor die aanspraken heeft gevrijwaard.
Zij verwijst in dit kader naar de artikelen 4.1, 8.1 en 9.1 van de koopovereenkomst. Volgens Omega Groep heeft zij juist vanwege het feit dat bij een overgang van onderneming alle rechten en plichten van rechtswege overgaan op de kopende partij een vrijwaring in de koopovereenkomst laten opnemen en hebben partijen tijdens de onderhandelingen expliciet met elkaar besproken dat Autismehuis zou zorgdragen voor de betaling van alle lasten tot en met 31 december 2022, zonder daarbij onderscheid te maken tussen personele en andere lasten. De aanspraken met betrekking tot het vakantiegeld – die zien op de periode van 1 juni tot en met 31 december 2022 – vallen, zo stelt Omega Groep, onder de door Autismehuis afgegeven vrijwaring, aangezien de aanspraak op vakantiegeld gelet op het bepaalde in artikel 15 en 17 Wet minimumloon en vakantiebijslag en artikel 7.3 van de toepasselijke cao Jeugdzorg maandelijks ontstaat. Op grond van artikel 17 lid 3 Wet minimumloon en vakantiebijslag moet bovendien bij het einde van de dienstbetrekking aan de werknemer het bedrag aan vakantiegeld worden uitbetaald waarop hij op dat tijdstip recht heeft verworven en aangezien de arbeidsovereenkomsten tussen Autismehuis en haar voormalige werknemers door de overgang van onderneming zijn geëindigd, had Autismehuis het vakantiegeld van haar voormalige werknemers per 31 december 2022 moeten afrekenen, aldus Omega Groep. Wat betreft de vakantiedagen stelt Omega Groep zich op het standpunt dat deze op grond van de cao zoveel mogelijk in hetzelfde jaar opgemaakt moeten worden, dat de werknemer echter ook met de werkgever kan afspreken dat hij uren meeneemt naar het volgende jaar en dat uit de door Autismehuis verstrekte informatie en overgelegde arbeidsovereenkomsten niet blijkt dat met de werknemers in kwestie een dergelijke afspraak is gemaakt. Volgens Omega Groep is daarover tussen partijen ook niet gesproken in het kader van de (ver)koop, en is zij er zodoende van uit gegaan dat de werknemers jaarlijks hun vakantie-uren opnamen, althans dat bij het einde van hun arbeidsovereenkomsten met Autismehuis de eventuele aanspraken uit hoofde van de vakantie-uren tot en met 31 december 2022 zouden zijn afgerekend conform het bepaalde in artikel 7:641 BW.
5.4.
Autismehuis betwist dat zij gehouden is het tot 1 januari 2023 verschuldigde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantiedagen voor haar rekening te nemen. Zij wijst erop dat in artikel 2.1 van de koopovereenkomst expliciet is bepaald dat Omega Groep geen schulden of andere verplichtingen van Autismehuis overneemt anders dan voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomsten met de werknemers en betoogt dat de term ‘schulden’ in deze bepaling per definitie ziet op verplichtingen/aanspraken die in het verleden zijn ontstaan. Volgens Autismehuis moeten de overige bepalingen uit de koopovereenkomst in het licht van dit artikel worden gelezen en bieden artikel 4.1, 8.1 en 9.1 van de koopovereenkomst geen grondslag voor de vorderingen van Omega Groep.
Autismehuis wijst er ook op dat in de intentieovereenkomst – die volgens haar van belang is voor de interpretatie van de koopovereenkomst – uitdrukkelijk vermeld staat dat Autismehuis de personeelsleden, inclusief de arbeidsrechtelijk bij deze personeelsleden behorende voorwaarden zoals de vakantiegeldverplichting en de vrije uren en dagen, overdraagt en stelt zich op het standpunt dat Omega Groep na ontvangst van die overeenkomst niet over deze bepaling heeft gerept maar voornamelijk heeft gecorrespondeerd over de hoogte van de overnameprijs. Volgens Autismehuis had Omega Groep expliciet andere afspraken moeten maken indien zij wilde dat er met de werknemers tussentijds zou worden afgerekend. Omega Groep heeft, zo stelt Autismehuis, ook nooit een onderzoek gedaan naar of informatie ingewonnen over de arbeidsvoorwaarden en de stand van de vorderingen van de werknemers jegens hun werkgever, terwijl dit wel op haar weg had gelegen nu uit de communicatie tussen partijen voortvloeit dat beide partijen bij het bepalen van de hoogte van de overnameprijs acht hebben geslagen op de ‘waarde’ van de werknemers. Autismehuis betoogt verder nog dat de aanspraken van de werknemers verdisconteerd zijn in de veel lager dan aanvankelijk door haar gewenste overnameprijs en dat de uitleg die Omega Groep aan de koopovereenkomst geeft ook nooit de bedoeling kan zijn geweest, omdat deze – gelet op de voor het personeel betaalde prijs van € 100.000,00 en de vordering van Omega Groep van € 102.092,63 – zou betekenen dat Omega Groep het personeel ‘gratis’ overneemt terwijl het personeel nu juist de waarde van de overname betrof.
het oordeel van de rechtbank5.5. De rechtbank overweegt als volgt. Partijen verschillen van mening over wat zij precies met elkaar zijn overeengekomen ten aanzien van het tot 1 januari 2023 verschuldigde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantiedagen en in het bijzonder over hoe de tussen hen gesloten koopovereenkomst op dit punt precies moet worden uitgelegd. Op grond van vaste rechtspraak komt het bij de uitleg van een (beding in een) overeenkomst niet alleen aan op een taalkundige uitleg van de bewoordingen van (dat beding in) de overeenkomst, maar ook op de bedoeling van partijen ten tijde van het aangaan van de overeenkomst en op wat zij onder de omstandigheden redelijkerwijs van elkaar konden en mochten verwachten.
5.6.
Voor de beantwoording van de vraag wat partijen precies hebben afgesproken over een eventuele afrekening van het vakantiegeld en de vakantiedagen zijn naar het oordeel van de rechtbank artikel 2.1 en artikel 9.1 van de koopovereenkomst van belang. Het door Omega Groep tevens aangehaalde artikel 4.1 van de koopovereenkomst doet niet ter zake, omdat in dat artikel (voor zover van belang) slechts wordt gerept over de nakoming van de verplichtingen op het gebied van pensioen en sociale zekerheid. Artikel 8.1 van de koopovereenkomst biedt evenmin een grondslag voor de vorderingen van Omega Groep, nu uit die bepaling niet kan worden afgeleid dat Autismehuis gehouden was tot afrekening van het vakantiegeld en de vakantiedagen. Integendeel, het artikel in kwestie is naar het oordeel van de rechtbank eerder een aanwijzing voor de juistheid van het door Autismehuis in deze procedure ingenomen standpunt.
5.7.
In artikel 2.1 van de koopovereenkomst staat vermeld dat de koper geen schulden of andere financiële verplichtingen van de verkoper zal overnemen, anders dan voor zoveel deze voortvloeien uit de bij de koopovereenkomst gevoegde contracten en uit de arbeidsovereenkomsten met de werknemers. Volgens Omega Groep hebben partijen met deze bepaling afgesproken dat de lopende contracten en arbeidsovereenkomsten met alle daarbij per 1 januari 2023 behorende rechten en plichten worden overgenomen, maar de rechtbank volgt haar niet in deze redenering. De in de betreffende bepaling gebruikte term ‘schulden’ kan naar het oordeel van de rechtbank namelijk uitsluitend op het verleden zien.
Een taalkundige uitleg van artikel 2.1 van de koopovereenkomst brengt dan ook mee dat met ‘schulden uit de arbeidsovereenkomsten’ gedoeld wordt op aanspraken die reeds vóór de overnamedatum van 1 januari 2023 bestonden. Dit betreft dus niet alleen de aanspraken van de werknemers voor wat betreft de tot die datum opgebouwde en nog niet genoten vakantiedagen, maar ook de aanspraken voor wat betreft het vakantiegeld, aangezien dat vakantiegeld op grond van de cao jeugdzorg maandelijks wordt opgebouwd.
5.8.
In artikel 9.1 van de koopovereenkomst staat (onder meer) vermeld dat de verkoper verklaart tot de leveringsdatum aan alle verplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomsten van de werknemers te hebben voldaan en dat de verkoper koper vrijwaart voor iedere aanspraak van de werknemers verband houdende met de periode tot de leveringsdatum. Autismehuis stelt zich onder meer op het standpunt dat dit een vrijwaring betreft ter zake van de verplichtingen
jegens de werknemersen dat artikel 9.1 slechts ziet op de situatie dat onverhoopt mocht blijken dat zij tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen in verband met bijvoorbeeld de in dat artikel genoemde belastingen, heffingen, afdrachten en betalingen. Volgens Autismehuis blijkt nergens uit dat de vrijwaring in kwestie ook ziet op de vorderingen van de werknemers uit hoofde van vakantiegeld en vakantiedagen. De rechtbank gaat echter niet in dit betoog mee, nu in artikel 9.1 van de koopovereenkomst expliciet en ongeclausuleerd vermeld staat dat Autismehuis Omega Groep vrijwaart voor
iedereaanspraak van de werknemers die verband houdt met de periode tot de leveringsdatum. De rechtbank gaat er dus van uit dat een taalkundige uitleg van artikel 9.1 van de koopovereenkomst ertoe leidt dat Autismehuis Omega Groep heeft gevrijwaard voor de aanspraken van haar voormalige werknemers uit hoofde van het tot 1 januari 2023 verschuldigde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantiedagen.
5.9.
Het voorgaande betekent dat de koopovereenkomst taalkundig gezien tegenstrijdige bepalingen bevat. Voor de uitleg van de koopovereenkomst zal daarom veel waarde moeten worden gehecht aan de bedoelingen van partijen ten tijde van het aangaan van de overeenkomst en aan de verwachtingen die zij daarbij over en weer hebben gewekt. Voor de beoordeling daarvan zijn alle omstandigheden van het geval van belang.
5.10.
Tussen partijen staat vast, zo is ter zitting gebleken, dat zij in het telefoongesprek van 8 of 9 december 2022, waarin mondeling overeenstemming is bereikt over de overnameprijs, niet hebben gesproken over de afrekening van het vakantiegeld en de vakantiedagen. Autismehuis heeft Omega Groep echter wel enige weken vóór dat telefoongesprek, namelijk op 23 november 2022, de intentieovereenkomst toegestuurd, waaruit blijkt dat het de bedoeling van Autismehuis was dat het tot 1 januari 2023 opgebouwde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantiedagen voor rekening van Omega Groep zouden komen. In artikel 2 van de intentieovereenkomst staat immers vermeld dat verkoper aan koper overdraagt de personeelsleden inclusief de arbeidsrechtelijk bij hen behorende voorwaarden zoals de vakantiegeldverplichting en vrije uren en dagen. Weliswaar stelt Omega Groep zich terecht op het standpunt dat de intentieovereenkomst op grond van artikel 14 van de koopovereenkomst is komen te vervallen, maar dit neemt niet weg dat deze overeenkomst een rol kan spelen – en in casu speelt – bij de vraag hoe de koopovereenkomst moet worden uitgelegd.
Omega Groep is naar aanleiding van de ontvangst van de intentieovereenkomst niet aangeslagen op het bepaalde in artikel 2 van die overeenkomst. Integendeel, zij heeft aan Autismehuis laten weten het op zichzelf een prima intentieverklaring te vinden, maar (slechts) moeite te hebben met de hoogte van de prijs voor de overname van het personeel, zo kan uit het hiervoor in r.o. 3.7 tot en met 3.9 genoemde mailverkeer worden afgeleid.
5.11.
Vast staat ook dat Omega Groep naar aanleiding van de ontvangst van de conceptkoopovereenkomst geen vragen heeft gesteld over de voorwaarden waaronder het personeel zou worden overgenomen en de hiervoor vastgestelde tegenstrijdigheid tussen artikel 2.1 en artikel 9.1 van die overeenkomst evenmin bij Autismehuis aan de orde heeft gesteld. Omega Groep heeft niet duidelijk haar eigen bedoeling aan Autismehuis kenbaar gemaakt. [naam 2] heeft wellicht verklaard dat “alles per 1 januari 2023 overging”, zoals hij ter zitting heeft verklaard, maar daaruit kon [naam 1] in redelijkheid niet afleiden dat hij daarmee ook bedoelde dat de tot 1 januari 2023 opgebouwde vakantiedagen en het tot die datum opgebouwde vakantiegeld voor rekening van Autismehuis zouden blijven. Dat geldt temeer nu Autismehuis door de eerder opgestelde intentieovereenkomst aan Omega Groep had laten weten dat zij de bedoeling had het tot 1 januari 2023 opgebouwde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantiedagen voor rekening van Omega Groep te laten komen. Gelet op die intentieovereenkomst in combinatie met artikel 2.1 van (het concept van) de koopovereenkomst had Omega Groep moeten begrijpen dat Autismehuis nog steeds de bedoeling had zoals in de intentieovereenkomst is verwoord. Een en ander geldt temeer nu de discussie tussen partijen voornamelijk betrekking had op de prijs voor de overname van het personeel.
5.12.
Het feit dat Autismehuis na het toesturen van de intentieovereenkomst aan Omega Groep en de tussen partijen gevoerde discussie over de overnameprijs met andere bedrijven in gesprek is gegaan en later weer is gaan onderhandelen met Omega Groep maakt het voorgaande niet anders. Omega Groep heeft namelijk geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat Autismehuis de in de intentieovereenkomst gestelde voorwaarden voor de overname van het personeel niet langer wilde handhaven.
5.13.
Nu Omega Groep naar aanleiding van de ontvangst van de intentieovereenkomst en (het concept van) de koopovereenkomst de kwestie van het vakantiegeld en de vakantiedagen niet bij Autismehuis aan de orde heeft gesteld, terwijl het haar wel bekend was of redelijkerwijs had moeten zijn dat Autismehuis wilde dat het vakantiegeld en de vakantiedagen tot 1 januari 2023 voor rekening van Omega Groep zouden komen, heeft zij bij Autismehuis naar het oordeel van de rechtbank de verwachting gewekt dat zij met die voorwaarde akkoord was. Andersom kan niet worden vastgesteld dat Autismehuis bij Omega Groep de redelijke verwachting heeft gewekt dat zij ermee akkoord was dat zij het vakantiegeld en de vakantiedagen op 31 december 2022 met de werknemers zou afrekenen. Omega Groep heeft daarvoor te weinig feiten en omstandigheden gesteld. De enkele tekst van artikel 9.1 van de koopovereenkomst is daarvoor onvoldoende. Mede gelet ook op het bepaalde in artikel 8.1 van de koopovereenkomst, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de koopovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat Omega Groep ook het tot 1 januari 2023 verschuldigde vakantiegeld en de tot die datum opgebouwde vakantie-uren voor haar rekening zou nemen. Dit leidt ertoe dat de vorderingen van Omega Groep niet toewijsbaar zijn.
proceskosten
5.14.
Omega Groep is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Autismehuis als volgt vastgesteld:
- griffierecht € 5.737,00
- salaris advocaat € 3.760,00 (2,00 punten × € 1.880,00)
- nakosten
€ 173,00 +
Totaal € 9.670,00
5.15.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van Omega Groep af;
6.2.
veroordeelt Omega Groep in de proceskosten, aan de zijde van Autismehuis tot dit vonnis vastgesteld op € 9.670,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe en te vermeerderen met een bedrag van € 90,00 plus de kosten van betekening als Omega Groep niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
6.3.
veroordeelt Omega Groep in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.