ECLI:NL:RBOVE:2024:2154

• Datum uitspraak: 16 april 2024
• Publicatiedatum: 22 april 2024
• Zaaknummer: 10892218 CV EXPL 24-174
• Instantie: Rechtbank Overijssel
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: A.M.S. Kuipers
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Betaling van factuur na medische behandeling en verweer tegen incassokosten

In deze zaak heeft gedaagde, die een behandeling heeft ondergaan bij Beter Horen, de factuur van € 4.087,38 niet betaald. Gedaagde erkent de betalingsverplichting, maar stelt dat zij de factuur en aanmaningen nooit heeft ontvangen omdat deze naar een verkeerd adres zijn gestuurd. De kantonrechter heeft het verweer van gedaagde gevolgd en enkel de gevorderde hoofdsom toegewezen. De kantonrechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Infomedics B.V. vorderde betaling van de hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. Gedaagde heeft erkend dat de behandeling is uitgevoerd, maar betwist de bijkomende kosten, omdat alle correspondentie naar een verkeerd adres is gestuurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde geen redelijke termijn heeft gehad om te betalen, aangezien zij geen correspondentie heeft ontvangen. De wettelijke rente is toegewezen vanaf vier weken na betekening van de dagvaarding.

De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van incassokosten afgewezen, omdat de incassowerkzaamheden onjuist zijn uitgevoerd. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat gedaagde moet betalen, maar dat de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Enschede

Zaaknummer : 10892218 CV EXPL 24-174

Vonnis van 16 april 2024

in de zaak van

de besloten vennootschap
Infomedics B.V. ,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,

eisende partij, hierna te noemen Infomedics,

gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders, Amersfoort,

tegen

[gedaagde], wonende te [woonplaats],

gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],

gemachtigde: G.H.M. Engbers.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding,

- de conclusie van antwoord,

- daarna is Infomedics in de gelegenheid gesteld te reageren. Infomedics heeft daar geen gebruik van gemaakt.

1.2.

Daarna is aan partijen medegedeeld dat vonnis zal worden gewezen.

2. Samenvatting

[gedaagde] heeft een behandeling gehad bij Beter Horen en heeft de factuur niet betaald. [gedaagde] erkent dat zij de factuur moet betalen, maar heeft de factuur en aanmaningen nooit ontvangen. Deze zijn namelijk naar een verkeerd adres gestuurd. De kantonrechter gaat mee in het verweer van [gedaagde] en wijst slechts de gevorderde hoofdsom toe. De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren.

3. Het geschil

de vordering

3.1.

Infomedics vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 4.718,54, vermeerderd met de wettelijke rente over € 4.087,38 vanaf 14 december 2023 tot de dag van betaling. Tevens vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.

3.2.

Infomedics voert daartoe aan dat [gedaagde] op 29 mei 2023 een medische behandeling heeft gehad bij Beter Horen, die daarvoor € 4.087,38 in rekening heeft gebracht. Infomedics heeft [gedaagde] verschillende aanmaningen en een 14-dagenbrief gestuurd. [gedaagde] heeft echter niet betaald.

Er zijn diverse incassowerkzaamheden verricht en daarom vordert Infomedics ook de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de incassokosten ad € 533,74.

het verweer

3.3

[gedaagde] erkent dat zij de hoofdsom moet betalen, maar is het niet eens met de bijkomende kosten. Alle correspondentie is namelijk naar een verkeerd adres gestuurd. Als de factuur naar het juiste adres was gestuurd, dan had [gedaagde] het bedrag betaald.

4. De beoordeling

Hoofdsom

4.1.

[gedaagde] erkent dat de behandeling is uitgevoerd en dat zij het bedrag van € 4.087,38 moet betalen. Dit bedrag zal dus worden toegewezen.

Wettelijke rente

4.2

Infomedics vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 22 juli 2023. [gedaagde] is op grond van de wet wettelijke rente verschuldigd over de hoofdsom vanaf het moment dat zij in verzuim is. Er is sprake van verzuim op het moment dat iemand zijn betalingsverplichting niet nakomt terwijl hij schriftelijk wel een redelijke betalingstermijn heeft gekregen. In deze zaak heeft [gedaagde] onbetwist gesteld dat zij geen correspondentie van Infomedics heeft ontvangen. Uit de overgelegde producties van Infomedics blijkt ook dat de factuur en de 14-dagenbrief naar een verkeerd adres zijn gestuurd. De kantonrechter gaat derhalve mee in het verweer van [gedaagde]. Dit betekent dat [gedaagde] tot het moment waarop zij de dagvaarding heeft ontvangen, geen redelijke termijn heeft gekregen om de hoofdsom te betalen. Vanaf het moment dient aan haar een redelijke termijn te worden gegeven om tot betaling van de hoofdsom over te gaan. De kantonrechter zal de gevorderde wettelijke rente daarom toewijzen vanaf vier weken na betekening van de dagvaarding, zijnde vanaf 19 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening.

Incassokosten

4.3.

De incassowerkzaamheden zijn onjuist uitgevoerd en daarom wordt de vordering tot veroordeling van [gedaagde] in de incassokosten afgewezen.

Proceskosten

4.4.

De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren hetgeen betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5. De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt [gedaagde] om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan Infomedics te voldoen een bedrag van € 4.087,38, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening;

5.2.

compenseert de kosten van deze procedure, hetgeen betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt;

5.3.

wijst af hetgeen verder of anders is gevorderd;

5.4.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2024.