Uitspraak
1.Inleiding en samenvatting
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekening met vermeerdering van eis van Vechtdal Wonen.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Vechtdal Wonen in kort geding de ontruiming van een woning die door gedaagde wordt gehuurd. Vechtdal Wonen stelt dat gedaagde voor overlast zorgt, de woning ernstig verwaarloost, de huur niet betaalt en feitelijk niet meer in de woning woont. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen en heeft verstek verleend. De vordering tot ontruiming is toegewezen, omdat Vechtdal Wonen een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming niet onrechtmatig of ongegrond is, gezien de omstandigheden van de zaak. De vorderingen tot betaling van achterstallige huur en schadevergoeding zijn afgewezen, omdat deze niet als nevenvorderingen van de ontruiming kunnen worden beschouwd en er onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond. Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.