Op 18 april 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van opzettelijk handelen in harddrugs. De verdachte, geboren in 1978 in Suriname, werd schuldig bevonden aan het bezit van 23,37 gram cocaïne en 0,96 gram heroïne op 4 juli 2023 in Zwolle. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en een medeverdachte op die datum samen aanwezig waren in de woning waar de drugs werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk deze hoeveelheden drugs aanwezig had, maar sprak hem vrij van de beschuldiging van handelen in harddrugs, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van 98 dagen op, rekening houdend met de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat drugs een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid en dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen, geen pogingen had ondernomen om zijn leven te beteren. De uitspraak is gedaan na openbare zittingen op 11 januari en 4 april 2024, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging heeft gehoord.