9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld
tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde
personen.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
Verdachte meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Roermond, locatie Blerick. Verdachte blijft zich melden op afspraken van de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt en houdt zich aan de aanwijzingen vanuit de reclassering.
Ambulante behandeling
Verdachte laat zich behandelen door een instelling voor ambulante forensische behandeling, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
Drugsverbod
Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
Contactverbod
Verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2006, wonende aan de [adres 1] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
- draagt Reclassering Nederland, locatie Roermond, op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van
€ 5.784,48 (bestaande uit € 784,48 materiële schade en € 5.000,00 immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 5.784,48 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 december 2023) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.784,48 (zegge: vijfduizend zevenhonderd vierentachtig euro en achtenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 december 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 63 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] voor een deel van € 55.557,24 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. C.J. de Jong en mr. M. ter Riet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 april 2024.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023578736. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal aangifte van 17 november 2023, pagina’s 7 tot en met 10, inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring:
Op 16 december 2023 had ik een afspraak om vuurwerk te kopen aan de [adres 2]. Een jongen deed open en ik liep met hem mee naar de achterdeur van de flat die toegang geeft tot de fietsenstalling. Toen ik de achterdeur opende werd ik direct aangevlogen door een jongen. Ik zag zijn rechtervuist richting mijn gezicht komen. Ik voelde de vuist tegen mijn gezicht aangekomen. Ik viel achterover op mijn kont. Ik zag dat rechts van mij nog een persoon stond. Ik zag in mijn gezichtsveld een handvuurwapen. Ik zag dat de persoon rechts van mij dit wapen in zijn rechterhand droeg. Ik zag dat het wapen ter hoogte van mijn hoofd gebracht werd. Ik voelde iets hards wat van ijzer was tegen mijn hoofd aan. Ik hoorde een van deze personen schreeuwen: ”kanker sukkel, geef je horloge, waar is het geld!”. Ik klikte mijn horloge van mijn linker pols en gaf deze aan een van deze jongens. Op hetzelfde moment werd mijn mobiele telefoon uit mijn rechterbroekzak weggenomen. Ik heb een Samsung Galaxy S21. Ik hoorde de jongens zeggen: “waar is je geld!”. Daarbij zochten ze in mijn broekzakken en mijn jaszakken. Ze vonden het geld in mijn linker borstzak van mijn jas. Het bedrag dat ik bij mij droeg was 610 euro. Direct hierna renden alle drie de jongens weg.
2. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever van 19 december 2023, pagina's 12 tot en met 16, inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring:
Ze stonden met zijn drieën om mij heen. Ze riepen waar is je kankergeld. De jongen (…) drukte het vuurwapen tegen mijn hoofd.(…) Het was een zwart handvuurwapen. Het was een kleine versie van het wapen dat jullie hebben. Het was een wat dunner model vuurwapen, met een wat dunnere loop. (…) het voelde zwaar op mijn hoofd en het kwam heel serieus over (…).
3. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 2 april 2024, inhoudende de door verdachte afgelegde verklaring;
Ik wist van tevoren dat er iets van aangever zou worden afgepakt. Ik was er bij aanwezig. Ik stond er op een intimiderende wijze bij. Ik heb het wapen gezien toen het aan aangever getoond werd. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft zojuist verklaard dat ik minder geld dan de anderen heb gekregen, omdat ik het horloge heb gekregen en verder weinig heb gedaan. Dit klopt. Later die avond heb ik het horloge in mijn handen gehad.
4. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 december 2023, pagina’s 165 tot en met 172, inhoudende de door verdachte [verdachte] afgelegde verklaring:
Ik werd ter plekke ingelicht. Zo’n jongen liep met het slachtoffer mee, een andere jongen sloeg hem en toen viel hij achterover. Toen werd er om geld gevraagd. En toen zette iemand een pistool op zijn hoofd.
5. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 31 december 2023, pagina’s 182 tot en met 185, inhoudende de door verdachte [verdachte] afgelegde verklaring:
Ik heb 100 euro gekregen.
V: Ben je de telefoon kwijt geraakt of heb je die bewust laten vallen?
A: [medeverdachte 1] liet wat vallen en ik heb het met het lopen weggestopt.
V: Wat liet hij vallen?
A: Dat was volgens mij de telefoon.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 7 februari 2024, pagina’s 187 tot en met 190, inhoudende de door verdachte [verdachte] afgelegde verklaring:
[medeverdachte 2] was de persoon die het vuurwapen vast had. Ik wist vooraf dat [medeverdachte 2] een vuurwapen bij zich had. Hij had het vlak voor de beroving gezegd. Hij heeft verteld dat hij iemand ging racen en dat ik niets hoefde te doen en dat ik er alleen maar bij hoefde te staan.
Ik ben meegegaan.