In deze civiele zaak heeft eiser, een vennootschap onder firma, reparaties aan de tractor van gedaagde uitgevoerd en een factuur van € 7.192,00 gestuurd. Gedaagde betwist de hoogte van het bedrag en stelt dat er een vaste prijs van € 5.000,00 was afgesproken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde niet heeft kunnen bewijzen dat er een prijsafspraak is gemaakt. Hierdoor is gedaagde verplicht om het resterende bedrag van € 2.192,00 te betalen, evenals de wettelijke rente en de proceskosten. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte een mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de reparaties goed zijn uitgevoerd en dat de prijs die eiser vordert redelijk is. Gedaagde heeft niet kunnen aantonen dat de afgesproken prijs inclusief de reparatie van de oliekeerring was. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de buitengerechtelijke incassokosten niet vergoed hoeven te worden, omdat deze kosten niet voldoende zijn onderbouwd. De proceskosten zijn toegewezen aan eiser, omdat gedaagde in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.