ECLI:NL:RBOVE:2024:1993

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
11 april 2024
Zaaknummer
08.337732.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling met dodelijke afloop in Almelo

Op 11 april 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, die werd beschuldigd van het medeplegen van mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 14 oktober 2022 in Almelo, waar de verdachte samen met een medeverdachte betrokken was bij de mishandeling van een slachtoffer. Tijdens een barbecue ontstond een conflict, waarna de verdachte en de medeverdachte het slachtoffer meermalen met kracht hebben geslagen en geschopt, ook terwijl het slachtoffer op de grond lag. Het slachtoffer raakte ernstig gewond en overleed later in het ziekenhuis op 23 oktober 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen causaal verband is tussen de geweldshandelingen en de dood van het slachtoffer, waardoor de verdachte en de medeverdachte zijn vrijgesproken van doodslag. Wel werd het meer subsidiair ten laste gelegde feit van mishandeling bewezen verklaard. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank oordeelde dat de mishandeling een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer vormde, maar dat er onvoldoende bewijs was om de dood van het slachtoffer aan de verdachte toe te rekenen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.337732.22 (P)
Datum vonnis: 11 april 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] ,
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting op 15 maart 2024 verblijvende in de [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 maart 2024 en 28 maart 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.Th.M. Demmer, advocaat in Hengelo, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de door [naam 1] en de namens [naam 2] voorgedragen slachtofferverklaringen en van wat namens de benadeelde partij door mr. A.N. Neumann ( [naam 1] ) en mr. L. Vrolijk ( [naam 2] ) is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 17 januari 2024 en na wijziging van de tenlastelegging van 15 maart 2024 ex artikel 313 Sv, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander dan wel alleen
(primair)[slachtoffer] heeft gedood,
(subsidiair)[slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht met de dood tot gevolg,
(meer subsidiair)[slachtoffer] heeft mishandeld met de dood tot gevolg.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 14 oktober 2022, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 14 oktober 2022 tot en met 23 oktober 2022, in de gemeente Almelo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [slachtoffer] ,
opzettelijk van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] :
- ( met (zeer) veel kracht) meermalen (langdurig) in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- ( met (zeer) veel kracht) (elders) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- ( met kracht) – terwijl die [slachtoffer] op de grond lag – (met) een (geschoeide) voet op de (zijkant) van de keel/strot van die [slachtoffer] te zetten/te drukken/te duwen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] met een (steel van een) dweil(mop), althans (met) een hard voorwerp, in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan
en/of (vervolgens) die [slachtoffer] , terwijl hij op zijn bed zat en/of lag:
-met (zeer) veel kracht (meermalen (langdurig) in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- met (zeer) veel kracht (elders) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- op hem te springen en/of te zitten;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 oktober 2022, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 14 oktober 2022 tot en met 23 oktober 2022, in de gemeente Almelo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [slachtoffer] ,
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, door die [slachtoffer] :
- ( met (zeer) veel kracht) meermalen (langdurig) in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- ( met (zeer) veel kracht) (elders) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- ( met kracht) – terwijl die [slachtoffer] op de grond lag – (met) een (geschoeide) voet op de (zijkant) van de keel/strot van die [slachtoffer] te zetten/te drukken/te duwen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] met een (steel van een) dweil(mop), althans (met) een hard voorwerp, in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan
en/of (vervolgens) die [slachtoffer] , terwijl hij op zijn bed zat en/of lag:
-met (zeer) veel kracht (meermalen (langdurig) in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- met (zeer) veel kracht (elders) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- op hem te springen en/of te zitten,
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 oktober 2022, althans (in ieder geval) in of omstreeks de periode van 14 oktober 2022 tot en met 23 oktober 2022, in de gemeente Almelo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [slachtoffer] heeft mishandeld,
door (met (zeer) veel kracht) meermalen (langdurig) in/op/tegen het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- ( met (zeer) veel kracht) (elders) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- ( met kracht) – terwijl die [slachtoffer] op de grond lag – een (geschoeide) voet op de (zijkant) van de keel/strot van die [slachtoffer] te zetten/te drukken/te duwen en/of
- ( vervolgens) met een (steel van een) dweil(mop), althans (met) een hard voorwerp, in/op/tegen het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] te slaan
en/of (vervolgens) die [slachtoffer] , terwijl hij op zijn bed zat en/of lag:
-met (zeer) veel kracht (meermalen (langdurig) in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- met (zeer) veel kracht (elders) op/ tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen,
- op hem te springen en/of te zitten,
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig zijn op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde, medeplegen van doodslag, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De raadsvrouw heeft zich, overeenkomstig haar pleitnota, op het standpunt gesteld dat uit verklaringen blijkt dat verdachte geen handelingen heeft verricht die zouden kunnen vallen onder de tenlastegelegde gedragingen. Ook staat niet onomstotelijk vast dat het overlijden van [slachtoffer] is veroorzaakt door slaan of trappen. De raadsvrouw heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken van het tenlastegelegde.
4.3
Betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen [getuige 1] en [getuige 2]
De verdediging heeft de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] in twijfel getrokken. De rechtbank overweegt daarover het volgende.
In strafzaken geldt als uitgangspunt dat verklaringen van getuigen kritisch en zorgvuldig dienen te worden bezien. Verklaringen dienen te worden beoordeeld op consistentie, accuraatheid en volledigheid. Het enkele feit dat in verklaringen tegenstrijdigheden voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf nog niet onbetrouwbaar. Dat kan immers te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, teweeggebracht onder invloed van emoties ontstaan door het delict of door tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken en de wijze waarop zij zijn afgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat getuigen [getuige 1] en [getuige 2] in de kern en op hoofdlijnen consistent zijn geweest in hun verklaringen tijdens de verhoren bij de politie die kort na het overlijden van [slachtoffer] op het politiebureau hebben plaatsgevonden, het verhoor bij de politie op 21 januari 2023 ( [getuige 2] ), het videoverhoor op het politiebureau van Newark op 21 april 2023 ( [getuige 1] ) en hun verklaringen bij de rechter-commissaris die enige tijd na het tenlastegelegde zijn afgelegd.
Dat de verklaringen op enkele (ondergeschikte) onderdelen niet volledig overeenkomen met hetgeen aanvankelijk is verklaard, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de betrouwbaarheid van die verklaringen. De getuigen verklaren bovendien ieder voor zich op eigen wijze over wat zij al dan niet hebben waargenomen en zijn bij doorvragen helder in hun verduidelijkende antwoorden. De rechtbank acht hun verklaringen authentiek en overtuigend. Daar komt nog bij dat de verklaringen van deze getuigen elkaar inhoudelijk ondersteunen. [getuige 2] heeft verklaard dat [medeverdachte] [slachtoffer] met een mop heeft geslagen boven zijn neus. Als [getuige 1] bij de woning arriveert en bloed ziet liggen op de vloer in de woning en vraagt wat er is gebeurd, zeggen ze dat [slachtoffer] met een mop op zijn hoofd is geslagen. De rechtbank stelt vast dat uit het sectierapport is gebleken dat bij [slachtoffer] sprake was van een korstende Y-vormige wond tussen de wenkbrauwen en dat dit letsel past bij hetgeen de getuigen verklaren.
Daarnaast acht de rechtbank de verklaring van [getuige 1] betrouwbaar omdat uit objectieve gegevens blijkt dat hij door [medeverdachte] is gebeld en dat hij zich op verzoek van [medeverdachte] naar de woning aan de [adres] heeft begeven. Aldaar heeft hij gezien dat [slachtoffer] boven “beestachtig” is mishandeld door [medeverdachte] en [verdachte] Ook zag hij dat [slachtoffer] kort daarna weer naar beneden kwam en dat hij heeft gesproken met de coördinator [naam 3] . De verklaring van [getuige 1] wordt ondersteund door de verklaring van [naam 3] die [slachtoffer] van de trap af zag komen en kort gesproken heeft met [slachtoffer] .
Voorts acht de rechtbank de verklaringen van [getuige 1] betrouwbaar mede omdat [medeverdachte] een goede vriend van hem is en hij desondanks belastend over hem verklaart, omdat hij wil dat de waarheid boven komt.
Ook de verklaringen van [getuige 2] acht de rechtbank betrouwbaar. [naam 3] beschrijft [getuige 2] als een persoon die zich altijd terugtrekt en niet agressief is. Daarnaast beschouwt [verdachte] [getuige 2] als een vriend en hebben zij een goede verstandhouding met elkaar. Desondanks heeft [getuige 2] belastend over [verdachte] verklaard.
De rechtbank heeft, gelet op het voorgaande, geen reden aan de juistheid en betrouwbaarheid van de door [getuige 1] en [getuige 2] afgelegde verklaringen te twijfelen. De rechtbank acht de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 1] , voor zover zij redengevend bewijs bevatten, bruikbaar voor het bewijs.
4.4
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 14 oktober 2022 was er een barbecue op de binnenplaats van de woning aan de [adres] . Bij deze barbecue waren aanwezig [getuige 2] , [verdachte] en [slachtoffer] . Tijdens de barbecue was er een conflict over de diefstal van geld van [slachtoffer] . Omstreeks 22:30 uur kwam [getuige 3] naar de woning en daarna kwam ook verdachte [medeverdachte] naar de woning. Zij zaten samen aan de tafel in de woonkamer, dronken alcohol en gebruikten drugs.
[slachtoffer] is toen hij naar boven ging van de trap gevallen. De trapleuning is daarbij losgekomen van de muur.
[getuige 3] heeft op 15 oktober 2022 omstreeks 2:00 uur à 2:30 uur de woning verlaten.
[medeverdachte] had op 15 oktober 2022 om 6:28 uur telefonisch contact met [getuige 1] . Omstreeks 7:30 uur kwam [getuige 1] naar de woning aan de [adres] . Korte tijd later kwam ook [naam 3] naar de woning. Op dat moment zijn in de woonkamer [verdachte] , [medeverdachte] , [getuige 1] en [getuige 2] . [slachtoffer] kwam naar beneden van de trap op het moment dat [naam 3] in de woning was. [slachtoffer] heeft toen met [naam 3] gesproken. [naam 3] heeft de woning om 8:05 uur verlaten. Kort daarop hebben ook [getuige 1] en [medeverdachte] de woning verlaten.
Toen [naam 3] later in de ochtend rond 10:30 uur terug kwam in de woning trof hij [slachtoffer] aan op bed. [slachtoffer] lag vreemd op bed met zijn hoofd bij de radiator en zijn benen op de grond. Hij had een verwonding op zijn kin. [naam 3] heeft een foto van [slachtoffer] gemaakt en naar zijn baas gestuurd. [naam 3] heeft daarna de woning verlaten en is om 12:30 uur weer teruggekeerd naar de woning. [naam 3] heeft om 12:35 uur 112 gebeld. Omstreeks 12:35 uur kwam bij het meldcentrum van de politie de melding binnen dat er aan de [adres] een persoon gereanimeerd moest worden. Agenten troffen op de eerste verdieping [slachtoffer] aan die met zijn schouders en hoofd op bed lag en zwaar, oppervlakkig en snel ademde. [slachtoffer] had blauwe ringen rondom zijn ogen, een snee in zijn kin en hij was niet aanspreekbaar.
Verbalisanten gaven aan het meldcentrum door dat het geen reanimatie betrof. De ter plaatste gekomen ambulancemedewerkers hebben [slachtoffer] overgebracht naar het Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede waar hij werd opgenomen in comateuze toestand.
Door de politie werd in de woning op de muur van de begane grond naar de eerste etage, naast de trap, op de houten pilaren van de trap en op de vloer naast de trap bloedsporen van [slachtoffer] aangetroffen. Verder heeft de politie drie dweilen en een houten stok in de woning aangetroffen en in beslag genomen.
Op 23 oktober 2022 is [slachtoffer] in het ziekenhuis overleden. Op 27 oktober 2022 werd onder toeziend oog van forensisch patholoog drs. B.G.H. Latten van het NFI sectie op het lichaam van [slachtoffer] uitgevoerd door A.I.C. Christiaens, forensisch patholoog in opleiding, naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke aard van overlijden. Er wordt voorlopig geconcludeerd dat de dood van het slachtoffer kan worden verklaard door de gevolgen van hersenletsel in het kader van hevige stomp botsende krachtsinwerking.
In het (herziene) rapport van 27 juli 2023 (hierna: het sectierapport) wordt onder meer beschreven dat het gaat om een volwassen man bij wie meerdere letsels zijn waargenomen. Er was sprake van korstend letsel tussen de wenkbrauwen en aan de onderzijde van de kin, een bloeduitstorting in het gelaat, de linkerslaapspier en onder het harde hersenvlies, met tekenen van herseninklemming en zuurstoftekort van het hersenweefsel. Deze letsels zijn bij leven opgetreden door meervoudige stomp botsende krachtinwerking (zoals vallen, stoten of slagen). In het sectierapport wordt beschreven dat het uiteindelijk overlijden van [slachtoffer] wordt verklaard door de gevolgen van hersenletsel in het kader van stomp botsende krachtinwerking. Het letselbeeld kan mogelijk worden verklaard door een val van een trap, maar dit sluit een andere toedracht (zoals geslagen of getrapt worden) niet uit.
De ziekelijke afwijkingen hebben bij het overlijden geen rol van betekenis gespeeld.
In een aanvullend bericht op 9 oktober 2023 heeft drs. Latten aanvullende vragen beantwoord. Het aantreffen van het geconstateerde letsel in het hoofd (subduraal hematoom) is ongeveer even waarschijnlijk wanneer het letsel is ontstaan door van buitenaf toegebracht geweld (mishandeling) als wanneer het letsel is ontstaan door vallen en/of stoten (val van trap).
4.5
Het oordeel van de rechtbank
[medeverdachte] was de hele avond in de woning aanwezig
In de avond van 14 oktober 2022 is [medeverdachte] naar de woning gegaan. De rechtbank acht de verklaring van [medeverdachte] dat hij de woning aan de [adres] om 4:00 uur heeft verlaten niet geloofwaardig. Uit de telefoongegevens blijkt dat de telefoon van [medeverdachte] op 15 oktober 2022 vanaf 1:34 uur tot aan 8:59 uur onafgebroken verbinding maakt met het draadloze netwerk ‘ [netwerk] ’. Dit draadloze netwerk behoort toe aan de [adres] . Verdachte heeft verklaard dat hij zijn telefoon altijd bij zich heeft. Ook blijkt uit de telefoongegevens dat [medeverdachte] hij om 6:40 uur en 6:53 uur telefonisch contact heeft met [getuige 1] . Als [medeverdachte] , zoals hij zelf verklaart, op dat moment bij [getuige 1] zou zijn geweest, is het niet logisch dat hij hem zou bellen. Daarnaast heeft [getuige 1] verklaard dat [medeverdachte] ’s nachts niet naar zijn woning is gekomen. De rechtbank leidt uit deze omstandigheid in samenhang met de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 3] af dat [medeverdachte] zich vanaf 14 oktober 2022 tot 15 oktober 2022 om 8:59 uur in de woning aan de [adres] 1 heeft bevonden.
De geweldshandelingen die in de woning hebben plaatsgevonden
[getuige 2] , [getuige 1] en [getuige 3] hebben bij de politie en bij de rechter-commissaris meerdere verklaringen afgelegd. Die verklaringen houden samengevat het volgende in.
[getuige 2] heeft op 25 oktober 2022 en op 21 januari 2023 bij de politie verklaard dat op
14 oktober 2022 in de woning aan de [adres] aanwezig waren [verdachte] , [slachtoffer] en [getuige 2] . Later kwam ook [getuige 3] naar de woning. [slachtoffer] beschuldigde [verdachte] dat hij geld van hem had gestolen. [verdachte] heeft [slachtoffer] daarop meerdere keren geslagen met gebalde vuist in zijn gezicht. Later kwam [medeverdachte] ook naar de woning aan de [adres] . In de woonkamer hebben zowel [medeverdachte] als [verdachte] [slachtoffer] meerdere keren geslagen. [getuige 3] heeft toen [slachtoffer] naar boven gebracht naar zijn kamer. Ze zijn samen van de trap gevallen. De trapleuning is daarbij los gekomen. [getuige 3] is daarna naar huis vertrokken. [slachtoffer] kwam weer naar beneden. [slachtoffer] schold [medeverdachte] uit over zijn moeder en over de doden. [medeverdachte] zijn jas ging kapot toen hij [slachtoffer] wilde slaan. [verdachte] en [medeverdachte] hebben [slachtoffer] toen mishandeld. [verdachte] heeft zijn voet op de zijkant van de keel gezet van [slachtoffer] en [medeverdachte] heeft [slachtoffer] met een mop geslagen tussen zijn wenkbrauwen. Ook hebben ze hem beiden met de vuisten op zijn lichaam geslagen.
[slachtoffer] is toen opnieuw naar boven gegaan naar zijn slaapkamer. In de ochtend kwam [getuige 1] naar de woning nadat [medeverdachte] hem had gebeld. [medeverdachte] en [getuige 1] zijn toen naar boven gegaan. [slachtoffer] schreeuwde. Toen [medeverdachte] beneden kwam vertelde hij dat hij [slachtoffer] had laten slapen. Hij bedoelde daarmee dat [slachtoffer] bewusteloos was. In de ochtend kwam [naam 3] , de coördinator. [slachtoffer] kwam toen van boven naar beneden en heeft kort met [slachtoffer] gesproken. Daarna hebben [naam 3] , [getuige 1] en [medeverdachte] de woning verlaten.
[getuige 1] heeft op 27 oktober 2022 bij de politie, op 21 april 2023 op het politiebureau in Engeland en op 24 oktober 2023 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij op
15 oktober 2022 om 6:28 uur is gebeld door [medeverdachte] . [medeverdachte] was dronken en vroeg aan [getuige 1] om hem te komen ophalen aan de [adres] . In de woning waren op dat moment in de woonkamer [medeverdachte] , [verdachte] en [getuige 2] . Boven in de slaapkamer was [slachtoffer] . In de woonkamer lag veel bloed op de grond. Toen [getuige 1] vroeg wat er was gebeurd waren ze trots op wat ze hadden gedaan. Ze vertelden dat ze [slachtoffer] met een mop op zijn hoofd hadden geslagen. [slachtoffer] was van boven aan het schelden. [verdachte] en [medeverdachte] gingen naar boven. Kort daarna is [getuige 1] naar boven gegaan. Hij zag dat [slachtoffer] , terwijl hij op bed lag beestachtig werd mishandeld door [verdachte] en [medeverdachte] . [slachtoffer] werd door zowel [medeverdachte] als [verdachte] geslagen met de vuisten op zijn hoofd en geschopt en geslagen op zijn lichaam. [medeverdachte] en [verdachte] zaten boven op [slachtoffer] . Ze zijn op hem gesprongen met de vuisten en benen. [getuige 1] , [medeverdachte] en [verdachte] zijn naar beneden gegaan. Kort daarna kwam de coördinator [naam 3] in de woning. Op dat moment kwam ook [slachtoffer] naar beneden. [slachtoffer] had een blauw gezicht en hij had een blauwe plek tussen zijn ogen. Verder zag [getuige 1] geen verwondingen bij [slachtoffer] . [getuige 1] heeft daarna de woning verlaten en is naar huis gegaan. Tien minuten later kwam [medeverdachte] bij [getuige 1] in de woning.
[getuige 3] heeft bij de politie op 29 oktober 2022 en op 31 januari 2023 in Roemenië verklaard dat hij op 14 oktober 2022 in de woning aan de [adres] was. Hij was daar samen met [slachtoffer] , [verdachte] en [getuige 2] . Een half uur later kwam ook [medeverdachte] in de woning. Op een gegeven moment ging [slachtoffer] naar boven. Halverwege de trap is [slachtoffer] van de trap gevallen. [getuige 3] zag dat [slachtoffer] bij bewustzijn was. De leuning is bij de val losgekomen. [verdachte] heeft [slachtoffer] daarna een klap gegeven. [slachtoffer] is toen opnieuw naar boven gegaan. Rond 2:30 uur is [getuige 3] vertrokken. In de woning waren toen aanwezig [verdachte] , [medeverdachte] , [getuige 2] en [slachtoffer] .
Verklaringen verdachten [medeverdachte] en [verdachte]
[medeverdachte] heeft meerdere verklaringen afgelegd bij de politie en ter terechtzitting. De verklaring van [medeverdachte] houdt samengevat in dat hij op 14 oktober 2022 rond 22.00 uur naar de woning aan de [adres] is gegaan. Op dat moment waren in de woning aanwezig [verdachte] , [getuige 2] , [getuige 3] en [slachtoffer] . [medeverdachte] zag dat [slachtoffer] één keer van de trap viel. Ook hoorde hij dat iemand van de trap viel en hij hoorde van [getuige 3] dat dat [slachtoffer] was. [medeverdachte] heeft niet gezien dat iemand geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer] . Op 15 oktober 2022 rond 4:00 uur is [medeverdachte] naar de woning van [getuige 1] gegaan. Rond 7.00 uur is [medeverdachte] met [getuige 1] teruggekeerd naar de woning aan de [adres] . [naam 3] kwam toen ook bij de woning. Hij sprak met [slachtoffer] . [slachtoffer] had toen een wond tussen zijn wenkbrauwen en een blauw oog. ‘s Nachts toen [medeverdachte] de woning verliet had [slachtoffer] deze verwondingen niet. [naam 3] , [getuige 1] en [medeverdachte] hebben de woning rond 8.00 uur weer verlaten.
[verdachte] heeft op 15 oktober 2022 tegen de politie verklaard, hetgeen is vastgelegd in een proces-verbaal van bevindingen dat [slachtoffer] van de trap is gevallen. Verder heeft [verdachte] zich bij een tweetal verhoren bij de politie en bij de rechter-commissaris op zijn zwijgrecht beroepen. Ter zitting van 15 maart 2024 heeft [verdachte] een uitgebreide verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard dat hij op 14 oktober 2022 in de woning aan de [adres] was. Hij was daar samen met [slachtoffer] en [getuige 2] . Later kwamen [getuige 3] en daarna kwam ook [medeverdachte] naar de woning. [slachtoffer] ging naar boven en viel daarbij halverwege van de trap. [getuige 2] heeft [slachtoffer] toen naar boven gebracht. Tien minuten later viel [slachtoffer] opnieuw van de trap (nu voorover). [slachtoffer] ging in de woonkamer aan de tafel zitten. [medeverdachte] was in de tussentijd naar de woning gekomen en [getuige 3] ging toen weg. Aan de tafel in de woonkamer zaten toen [verdachte] , [medeverdachte] , [getuige 2] en [slachtoffer] .
[medeverdachte] en [slachtoffer] kregen ruzie. [medeverdachte] gaf [slachtoffer] klappen en sloeg hem met een mop. Daarna heeft [getuige 2] [slachtoffer] naar boven gebracht. [medeverdachte] belde met [getuige 1] en [getuige 1] kwam naar de woning. Ook [naam 3] kwam naar de woning. [naam 3] heeft toen niet met [slachtoffer] gesproken.
De geloofwaardigheid van de verklaringen van [medeverdachte] en [verdachte]
Zoals hiervoor reeds overwogen acht de rechtbank de verklaring van [medeverdachte] over zijn verblijf/afwezigheid aan de [adres] ongeloofwaardig.
De rechtbank acht de verklaring van [verdachte] dat hij geen geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer] en dat alleen [medeverdachte] geweld heeft toegepast tegen [slachtoffer] eveneens ongeloofwaardig. [verdachte] heeft op 15 oktober 2022 aan de politie verklaard dat [slachtoffer] van de trap is gevallen. Hij heeft destijds niet verklaard dat er door [medeverdachte] geweld is gebruikt op [slachtoffer] . Vervolgens heeft [verdachte] zich op zijn zwijgrecht beroepen. Nu anderhalf jaar later, na bestudering van het einddossier, heeft [verdachte] een verklaring afgelegd waarin hij zichzelf vrijpleit en de schuld in de schoenen van [medeverdachte] schuift.
De rechtbank leidt in combinatie met andere eerder besproken bewijsmiddelen af dat er door [verdachte] en [medeverdachte] geweld is gebruikt en dat het niet enkel een val van de trap is geweest waardoor [slachtoffer] letsel heeft opgelopen.
Tussenconclusie
Op grond van het vorenstaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte] en [verdachte] [slachtoffer] tezamen en in vereniging in de woonkamer hebben geslagen/gestompt tegen het lichaam, hem met (een steel van) een dweil/mop tegen het hoofd hebben geslagen, en terwijl [slachtoffer] op de grond lag een geschoeide voet op de zijkant van zijn keel hebben gezet. Toen [slachtoffer] op bed lag hebben [medeverdachte] en [verdachte] op hem gezeten, zijn ze op hem gesprongen met de vuisten en de benen, en hebben ze hem geslagen tegen het hoofd en geslagen en geschopt tegen het lichaam.
Causaliteit
De rechtbank stelt voorop dat de beantwoording van de vraag of een causaal verband bestaat tussen de door [medeverdachte] en [verdachte] verrichte geweldshandelingen en het tenlastegelegde gevolg (de dood), dient te geschieden aan de hand van de maatstaf of dit gevolg redelijkerwijs als gevolg van de gedragingen aan verdachte, al dan niet tezamen met een medeverdachte, kan worden toegerekend.
Zoals hiervoor overwogen zijn door verdachten diverse geweldshandelingen verricht jegens [slachtoffer] , mede bestaande uit slaan (met een voorwerp) en stompen tegen het hoofd.
De rechtbank kan op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting verder vaststellen dat [slachtoffer] tenminste één keer van de trap is gevallen. Over de aard en de intensiteit van de val(len) geeft het dossier echter een onvoldoende duidelijk beeld.
De stelling van de officier van justitie dat sprake van “een relatief lichte val is geweest zonder gevolgen” volgt naar het oordeel van de rechtbank ook niet uit de verklaringen zoals door de getuigen en verdachten zijn afgelegd, ook omdat -behalve ter zitting aan de verdachten- niet is gevraagd hoe het slachtoffer van de trap is gevallen.
Uit het sectierapport blijkt dat het overlijden van [slachtoffer] kan worden verklaard door de gevolgen van hersenletsel in het kader van stomp botsende krachtinwerking. Het letselbeeld kan mogelijk verklaard worden door een val van een trap, maar dit sluit een andere toedracht niet uit (zoals geslagen of getrapt worden).
Uit de aanvullende vragen die aan de patholoog zijn gesteld blijkt dat het aangetroffen letsel in het hoofd (subduraal hematoom; C4 bloeduitstorting) even waarschijnlijk kan zijn ontstaan door van buitenaf toegebracht geweld als door een val de trap.
Nu sprake is geweest van zowel geweldshandelingen gepleegd door verdachten, als één of meerdere vallen van de trap en het sectierapport en de beantwoording van de aanvullende vragen geen uitsluitsel geven over de oorzaak van het ontstaan van het dodelijke letsel en het dossier daarvoor verder ook geen aanknopingspunten biedt, is de rechtbank van oordeel dat er geen causaal verband is vast te stellen tussen de door verdachten toegepaste geweldshandelingen en de dood van [slachtoffer] . Niet met zekerheid valt immers uit te sluiten dat [slachtoffer] is overleden aan de gevolgen van een val of vallen van de trap.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel – nu er geen causaal verband is vast te stellen tussen de dood van [slachtoffer] en de door [medeverdachte] en [verdachte] op [slachtoffer] gepleegde geweldshandelingen – [medeverdachte] en [verdachte] moeten worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde medeplegen van doodslag en het subsidiair tenlastegelegde medeplegen van zware mishandeling met de dood van [slachtoffer] als gevolg. Wel acht de rechtbank het meer subsidiair tenlastegelegde, medeplegen van mishandeling, wettig en overtuigend bewezen, waarbij de rechtbank gelet op het hiervoor overwogene verdachten zal vrijspreken van het strafverzwarende bestanddeel “terwijl het feit de dood Van [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad”.
4.6
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het meer subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
Hij in de periode van 14 oktober 2022 tot en met 15 oktober 2022, in de gemeente Almelo, tezamen en in vereniging met een ander
,een persoon, genaamd [slachtoffer] heeft mishandeld door,
meermalen op/tegen het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen,
tegen het lichaam van die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen,
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag - een (geschoeide) voet op de (zijkant) van de keel/strot van die [slachtoffer] te zetten/te drukken/te duwen en
- met een steel van een dweil(mop) tegen het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] te slaan en
die [slachtoffer] , terwijl hij op zijn bed lag:
- meermalen in/op/tegen het gezicht/hoofd te slaan en/of te stompen en
- tegen het lichaam te slaan en te stompen en/
ofte schoppen en/of te trappen;
- op hem te springen en/of te zitten.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47 en 300 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: medeplegen van mishandeling.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit voor het tenlastegelegde en derhalve geen strafmaatverweer gevoerd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachte schuldig gemaakt aan mishandeling op
14 en 15 oktober 2022 van [slachtoffer] in de woning aan de [adres] . [slachtoffer] was twee dagen eerder naar Nederland gekomen om te gaan werken en geld te verdienen. Hij was in de woning aan de [adres] geplaatst met meerdere arbeidsmigranten. [slachtoffer] was onbekend in Nederland en leunde sterk op de hulp en aanwijzingen van anderen.
Verdachte en zijn medeverdachte hebben [slachtoffer] eerst beneden in de woning mishandeld door hem tegen het gezicht / hoofd en het lichaam te slaan, door met geschoeide voet op de keel van [slachtoffer] te drukken en hem met een dweil tegen het gezicht te slaan. Daarna hebben verdachte en zijn medeverdachte, terwijl [slachtoffer] weerloos en onder invloed van drank en drugs op bed lag, hem geslagen tegen het hoofd en hem geslagen en geschopt tegen het lichaam. Verdachte heeft samen met zijn medeverdachte zeer gewelddadig gedrag vertoond, waarbij op meerdere momenten gedurende de avond is geslagen en geschopt. [slachtoffer] vormde geen partij voor hen en heeft zich nauwelijks kunnen verweren.
Verdachte en zijn medeverdachte hebben met dit handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] . Hoewel verdachte en zijn medeverdachte in strafrechtelijke zin niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de dood van [slachtoffer] hadden zij wel helderheid kunnen verschaffen aan de nabestaanden over wat zich in de nacht van 14 op 15 oktober 2022 heeft afgespeeld. Verdachte en zijn medeverdachte hebben geen openheid van zaken gegeven. Dit weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 16 februari 2024. Hieruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de over verdachte opgemaakte reclasseringsadviezen van 22 februari 2023 en 14 februari 2024. Verdachte is naar Nederland gekomen om hier te werken en geld te verdienen om zijn gezin te kunnen onderhouden. Verdachte is een ontkennende verdachte waardoor de reclassering geen inschatting kan geven van het risico op recidive. De reclassering ziet geen aanknopingspunten om een reclasseringstraject te adviseren.
Strafoplegging
Gezien de aard en ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is begaan kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

Na te noemen personen hebben zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces en hebben gevorderd verdachte te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding tot na te noemen bedragen:
[naam 1] vertegenwoordigd door mr. Neumann
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
 kosten lijkbezorging
- reiskosten Nederland – Italië : € 1.425,80 (bestaande uit € 1.225,80 kilometervergoeding, € 50,-- eten onderweg en € 150,-- tolkosten);
- verblijfkosten Nederland: € 133,25;
- reiskosten Nederland – Roemenië: € 160,--;
- mortuariumkosten: € 429,50;
- repatriëringskosten: € 136,84;
- begrafeniskosten: € 365,86;
- kleding slachtoffer: € 111,71;
 kosten bijwonen zitting: € 590,--.
De gevorderde immateriële schade bestaat uit de volgende post:
 affectieschade: € 17.500,00.
[naam 2] vertegenwoordigd door mr. Vrolijk
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
 reis- en verblijfkosten in verband met bijwonen zitting: € 408,82;
De gevorderde immateriële schade bestaat uit de volgende post:
 affectieschade: € 17.500,00.
Voornoemde benadeelde partijen verzoeken verdachte(n) hoofdelijk te veroordelen, met vermeerdering van de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van de benadeelden in het geheel hoofdelijk toe te wijzen, met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is door de bewezenverklaarde mishandeling geen rechtstreekse schade toegebracht aan de benadeelde partijen [naam 1] en [naam 2] . De rechtbank overweegt daartoe dat het rechtstreekse verband tussen de gestelde schade en de mishandeling ontbreekt, nu de rechtbank verdachte en zijn medeverdachte vrijspreekt van het strafverzwarende bestanddeel de dood van [slachtoffer] . De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaren.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:

het misdrijf: medeplegen van mishandeling;

strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het meer subsidiair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partijen [naam 1] en [naam 2] in het geheel niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen;
- bepaalt dat de benadeelde partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. M.O. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 april 2024.
Buiten staat
Mr. M.O. Frentrop is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022064 (onderzoek Meissa). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 25 oktober 2022, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 416 - 426:
Op 14 oktober 2022 in Almelo heeft [verdachte] ) [slachtoffer] ) een paar klappen gegeven. Daarna sloeg hij hem nog een keer. Dit was met de gebalde vuist in zijn gezicht. [medeverdachte] (fon.) heeft [slachtoffer] ook geslagen. Toen kwam [verdachte] ook daarbij en hij heeft [slachtoffer] geslagen. De mishandelingen duren de hele nacht. Toen hebben [verdachte] en [medeverdachte] [slachtoffer] mishandeld op de grond. [verdachte] heeft zijn voet op de zijkant van de keel van [slachtoffer] gezet. Ze hebben beiden ook op zijn ribben geslagen met de vuisten. [medeverdachte] heeft daarna [slachtoffer] met de mop geslagen tussen zijn wenkbrauwen. Beiden hebben [slachtoffer] in de woonkamer geslagen. [medeverdachte] zei toen hij van boven naar beneden kwam tegen mij: “Ik heb hem laten slapen”.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 21 januari 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 440 - 449:
Op 14 oktober 2022 in Almelo is [slachtoffer] in een vechtpartij geraakt mat [verdachte] . [verdachte] begon met slaan. [verdachte] en [medeverdachte] hebben allebei [slachtoffer] in elkaar geslagen.
Hij is op de grond gevallen beneden. [verdachte] heeft zijn been op de keel gezet van [slachtoffer] . [medeverdachte] heeft [slachtoffer] met de mop tussen de ogen geslagen. [medeverdachte] heef toen hij weer beneden kwam letterlijk gezegd: “Ik heb hem in slaap gebracht'.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 27 oktober 2022, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 467 - 472:
Op 15 oktober 2022 ben ik naar de [adres] gegaan. Toen ik daar aan kwam zag ik bloed in de woonkamer en ik vroeg hoe dat bloed daar kwam. Ze waren trots op wat ze hadden gedaan. Dat hij met de mop op het hoofd was geslagen. Hij werd beestachtig mishandeld door [medeverdachte] en [verdachte] Hij werd geslagen met vuisten en hij werd geschopt. Ik zag dat [medeverdachte] met zijn vuisten op het slachtoffer sloeg en hem schopte. Hij werd geraakt op zijn lichaam en op zijn gezicht. Het slachtoffer lag op bed. Ik zag ook dat hij werd mishandeld door [verdachte] sloeg hem ook met vuisten en schopte hem op het lichaam.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 21 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 514 - 517:
Op 15 oktober 2022 zag [getuige 1] plassen bloed in de woonkamer van de [adres] . Hij is naar boven gegaan, waar hij zag dat [slachtoffer] op bed in elkaar geslagen werd. De aanvallers zaten bovenop het slachtoffer. Op het bed werd [slachtoffer] aangevallen door [medeverdachte] en [verdachte] [medeverdachte] zat bovenop [slachtoffer] en was hem samen met [verdachte] aan het stompen en schoppen. [slachtoffer] werd op het hoofd en torso geslagen. Gedurende de aanval lag [slachtoffer] op bed.
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 24 oktober 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 1 – 5:
Ik kwam aan in de woonkamer en er was heel veel bloed. [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) en [verdachte] zijn naar boven gegaan. Ik ben ook naar boven gegaan. [medeverdachte] en [verdachte] stonden over de jongen heen. Ze waren hem aan het schoppen en slaan, met vuisten en benen. Ze zaten allebei bovenop die jongen, op bed. Ze zijn op hem gesprongen met vuisten en benen.
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 29 oktober 2022, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 454 - 458:
Op 14 oktober 2022 ging ik naar de woning aan de [adres] . [verdachte] heeft een klap aan [slachtoffer] gegeven met de vlakke hand.
7.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] van 26 oktober 2022, zakelijk weergegeven, inhoudende:
Op 14 oktober 2022 heb ik mij naar de woning aan de [adres] begeven. In de woning waren aanwezig [verdachte] , [getuige 2] en [slachtoffer] .
8.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 15 maart 2024, zakelijk weergegeven, inhoudende:
Op 14 oktober 2022 bevond ik mij in mijn woning aan de [adres] . In de woning waren aanwezig [verdachte] , [getuige 2] en [slachtoffer] . Later kwamen [getuige 3] en [medeverdachte] ook in de woning.