Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10799626 \ CV EXPL 23-4225
Vonnis van 26 maart 2024
in de zaak van
ANDERZORG N.V.,
gevestigd te Wageningen, kantoorhoudende te Groningen,
eisende partij, hierna te noemen Anderzorg,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders, Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek;
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating van Anderzorg, tevens inhoudende een vermindering van eis.
1.2.
Ten slotte is aan partijen medegedeeld dat vonnis zal worden gewezen.
2.Samenvatting
Anderzorg en [gedaagde] hebben een zorgverzekeringsovereenkomst afgesloten. Anderzorg stelt dat [gedaagde] de premie over de maand juli te laat heeft betaald. [gedaagde] voert verweer.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende is gewaarschuwd over de premieachterstand, namelijk slechts met één e-mail. Daarom wijst de kantonrechter de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de incassokosten en in de proceskosten af. Anderzorg wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.Het geschil
De vordering
3.1.
Anderzorg vordert na vermindering van eis de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de incassokosten van € 48,40, inclusief btw, en de proceskosten. Anderzorg voert daartoe het volgende aan. Anderzorg en [gedaagde] hebben een zorgverzekeringsovereenkomst afgesloten. [gedaagde] had in eerste instantie de premie over de maand juli 2023 niet betaald. Daarom voelde Anderzorg zich genoodzaakt om een incassogemachtigde in te schakelen. De incassogemachtigde heeft [gedaagde] op 21 september 2023 per e-mail een veertiendagenbrief gestuurd. Omdat betaling uitbleef, is Anderzorg uiteindelijk een gerechtelijke procedure gestart.
Het verweer
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Zij heeft alle premies jarenlang in de laatste week van de premiemaand betaald. Ook in 2023 heeft [gedaagde] de premie iedere maand aan het einde van de maand betaald. Dit is nooit een probleem geweest. Enkel door het (onjuist) vermelden van een betalingskenmerk, is [gedaagde] gedagvaard. Dit is zeer onrechtvaardig en daarom heeft [gedaagde] bezwaar tegen de incassokosten en proceskosten die zijn veroorzaakt.
4.De beoordeling
4.1.
Uit de akte die Anderzorg heeft genomen op 27 februari 2024 leidt de kantonrechter af dat de premies die [gedaagde] tot het moment waarop zij de verzekeringsovereenkomst heeft opgezegd, inmiddels heeft voldaan. Anderzorg heeft haar vordering ook verminderd met een bedrag van € 170,65, zodat nog ter beoordeling voorligt de vordering betreffende de incassokosten en de proceskosten.
Incassokosten
4.2.
De incassogemachtigde van Anderzorg heeft dan wel een e-mail gestuurd op 21 september 2023 waarin staat dat één of meerdere facturen niet zijn betaald, maar de kantonrechter is van oordeel dat dit in deze situatie niet volstaat. Zoals onbetwist is gesteld en is gebleken heeft [gedaagde] (in ieder geval) over de maanden januari tot en met oktober 2023 iedere maand aan het einde van de maand een bedrag overgemaakt ter hoogte van de maandelijkse premie. Doordat [gedaagde] niet consequent een betalingskenmerk heeft vermeld, zijn betalingen niet altijd afgeboekt op de maand waarvoor [gedaagde] dacht te betalen. Hierdoor meende [gedaagde] de betalingen te hebben verricht. De kantonrechter is van oordeel dat in de e-mail van 21 september 2023 op zijn minst duidelijkheid verschaft had moeten worden over de maand waarop de verschuldigde premieachterstand betrekking had. Dan had het [gedaagde] duidelijk kunnen zijn. Die duidelijkheid is eerst bij conclusie van repliek gegeven. Om die reden is de kantonrechter van oordeel dat de vordering tot vergoeding van de incassowerkzaamheden niet kan worden toegewezen.
Proceskosten
4.2.
In lijn met het vorengaande ziet de kantonrechter geen aanleiding [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten. Integendeel, Anderzorg wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op € 50,00.
5.De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van Anderzorg af;
5.2.
veroordeelt Anderzorg in de kosten van de procedure, begroot op € 50,00 aan de zijde van gedaagde.
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2024.