Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
1 november 2023 tot aan heden;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert partij A, een besloten vennootschap, de ontbinding van de huurovereenkomst met partij B en de ontruiming van de gehuurde woonruimte wegens huurachterstand. Partij B, die de woning huurt, betwist de huurachterstand en stelt dat de woning gebreken vertoont, wat volgens hem recht geeft op huurprijsvermindering. De rechter heeft op 26 maart 2024 uitspraak gedaan. De procedure begon met een dagvaarding op 3 oktober 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 maart 2024, waarbij partij B niet aanwezig was. De rechter constateert dat partij B per 1 oktober 2023 een huurachterstand had van drie maanden, wat een toerekenbare tekortkoming oplevert. Partij B heeft niet aangetoond dat er gebreken aan de woning zijn, en zijn verzoek om huurprijsvermindering wordt afgewezen. De rechter ontbindt de huurovereenkomst met ingang van de uitspraak en veroordeelt partij B tot ontruiming binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Tevens moet partij B de huurachterstand en de kosten van de procedure betalen.