ECLI:NL:RBOVE:2024:1938

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
08.963514.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugshandelzaak na onvoldoende bewijs van medeplichtigheid

Op 9 april 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan het verwerken en verhandelen van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting, maar zijn raadsman, mr. ing. R. Poppelaars, heeft namens hem gepleit voor vrijspraak. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting gehouden op 29 januari en 26 maart 2024. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor de eerste twee tenlastegelegde feiten, maar vond dat het derde feit wel bewezen kon worden. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte bij de aangetroffen goederen in zijn bedrijfspand, die mogelijk bestemd waren voor hennepteelt. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van deze goederen en dat hij niet kon worden veroordeeld voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van alle beschuldigingen en gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen, waaronder een simkaart en tracker.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963514.22 (P)
Datum vonnis: 9 april 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1960 in [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 januari 2024 en 26 maart 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door raadsman mr. ing. R. Poppelaars, advocaat te Breda, namens [verdachte] naar voren is gebracht. [verdachte] is ter zitting niet verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:medeplichtigheid aan voorbereidingshandelingen gericht op het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen, invoeren en uitvoeren van metamfetamine of MDMA;
feit 2:medeplichtigheid aan het voorhanden hebben en verkopen van meerdere hoeveelheden ketamine;
feit 3: het voorhanden hebben van voorwerpen waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van Opiumwetmisdrijven.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 februari 2020 tot en met 07 juni 2021 te Geertruidenberg en/of [plaats], gemeente Geertruidenberg, en/of Amsterdam en/of Rotterdam en/of Zeewolde en/of Herpt, gemeente Heusden, en/of Hilversum en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer mededaders, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) metamfetamine en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) MDMA, zijnde metamfetamine en/of MDMA (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) (van (een) materia(a)l(en) bevattende) enig(e) (ander(e)) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- ( een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken (sub 1°) en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of vervoermiddel(en) en/of stof(fen) en/of geld(en) en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan die [medeverdachte] en/of een of meer van diens mededaders wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) (sub 3°),
hebbende die [medeverdachte] en/of een of meer van diens mededaders (telkens)
- informatie ingewonnen/gedeeld en/of gechat en/of gesprekken/besprekingen gevoerd en/of overlegd over trajecten en/of methodes betreffende de in- en/of uitvoer van (een of meer van) bovengenoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of (de uitvoering van) het productieproces en/of het (verdere) vervoer van (een of meer van) genoemde middelen en/of de (verdere) handel in (een of meer van) die middelen en/of
- ( een of meer van) voornoemde trajecten en/of methodes (vervolgens) opgestart en/of (deels) gefinancierd en/of getest en/of laten testen en/of gecoördineerd en/of laten coördineren en/of
- ( hiertoe) (een) hoeveelhe(i)d(en) hardware en/of (pre-)precursoren en/of chemicaliën/grondstoffen - waaronder aceton en/of isopropanol - geschikt/benodigd voor de productie van (een of meer van) voormeld(e) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, besteld en/of laten bestellen en/of geregeld en/of laten regelen en/of
- in het kader van voornoemde activiteit(en) met elkaar (onder meer) middels (een) berichtenplatform(s) en/of (een) pgp-/cryptotelefoon(s) gecommuniceerd en/of contact gehad en/of gehouden en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt en/of (een) ontmoeting(en) gehad en/of geld ingelegd en/of geïnvesteerd en/of (een) (aan)betaling(en) verricht en/of zich garant gesteld en/of met (een) leverancier(s) en/of (een) (potentiële) besteller(s)/afnemer(s) contact gehad en/of gehouden en/of (een) (winst-/prijs-/betalings)afspra(a)k(en) gemaakt,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf [verdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 mei 2020 tot en met 07 juni 2021, in elk geval op of omstreeks 07 juni 2021, te [plaats], gemeente Geertruidenberg, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door zijn, verdachtes, loods ([adres], gemeente Geertruidenberg) aan voormelde [medeverdachte] en/of een of meer van diens mededaders ter beschikking te stellen en/of die loods door hem/hen, [medeverdachte] en/of een of meer van diens mededaders, te laten gebruiken en/of aldaar (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een of meer van) voornoemde (pre-)precursoren en/of chemicaliën/grondstoffen onder te laten brengen en/of te laten opslaan;
2
[medeverdachte] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 april 2021 tot en met 07 juni 2021 te [plaats], gemeente Geertruidenberg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer mededaders, althans alleen, (telkens) zonder registratie (een) hoeveelhe(i)d(en) ketamine, in elk geval een werkzame stof, als bedoeld in
artikel 1, onder x.1. van de Geneesmiddelenwet, (telkens) opzettelijk in voorraad heeft gehad en/of heeft afgeleverd, te weten
- op of omstreeks 13 april 2021 een totale hoeveelheid van 52 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 19 april 2021 een totale hoeveelheid van 48 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 07 juni 2021 een totale hoeveelheid van (ongeveer) 20,3 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf [verdachte] (op een of meer tijdstippen) in voornoemde periode te [plaats], gemeente Geertruidenberg, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door zijn, verdachtes, loods ([adres],
gemeente Geertruidenberg) aan voormelde [medeverdachte] en/of een of meer van diens mededaders ter beschikking te stellen en/of door hem/hen, [medeverdachte] en/of een of meer van diens mededaders, te laten gebruiken en/of aldaar (een of meer van) voornoemde hoeveelhe(i)d(en) ketamine onder te laten brengen en/of te laten opslaan;
3
hij op of omstreeks 07 juni 2021 te [plaats], gemeente Geertruidenberg, althans in Nederland, stoffen en/of voorwerpen, te weten (onder meer) een of meer persen en/of blenders en/of ventilatoren en/of slakkenhuizen en/of plantenbakjes en/of filters en/of een hoeveelheid groeimiddelen en/of isolatiemateriaal voorhanden heeft gehad, waarvan [verdachte] wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Aanleiding en verloop onderzoek 26Does
Op 4 september 2020 heeft de Nederlandse Politie van de Amerikaanse Liaison Officer van het Federal Bureau of Investigation (FBI), informatie ontvangen over een crimineel samenwerkingsverband (CSV) dat van de FBI de naam SOMNUS kreeg en betrokken zou zijn bij grootschalige internationale drugshandel tussen Zuid-Amerika, Europa, de Verenigde Staten en Australië. Deze informatie luidde als volgt:
"
Ter ondersteuning van onderzoek Trojan Shield heeft de FBI in San Diego een bestrijdingsstrategie ontwikkeld om internationaal opererende criminele samenwerkingsverbanden (CSV's) te verstoren en te ontmantelen over de hele wereld. Een van deze CSV's welke bij de FBI in beeld is gekomen wordt geleid door [medeverdachte], geboren d.d. [geboortedatum 2] 1970. Dit CSV is betrokken bij grootschalige drugshandel tussen Zuid-Amerika, Europa, De Verenigde Staten en Australië.
Onderzoek Trojan Shield heeft een enorme hoeveelheid bewijs verzameld met betrekking tot de drugshandelactiviteiten van [medeverdachte] . De FBI San Diego heeft ook informatie verzameld ten aanzien van de relatie tussen [medeverdachte] , en een hoog geplaatst publiek corrupt contact. Deze informatie impliceert dat [medeverdachte] in een langdurige actuele relatie staat tot een individu dat [medeverdachte] voorziet van informatie met betrekking tot lopende opsporingsonderzoeken. Dit individu heeft bovendien informatie verstrekt hoe buiten schot te blijven van opsporingsstrategieën van de overheid.
FBI San Diego verwacht aanvullende informatie te verzamelen met betrekking tot de voornoemde onderwerpen die gedeeld kan worden met de Nationale Politie in Nederland om te helpen bij een parallel of lopend onderzoek."
Op 8 september 2020 werd onderzoek 26Does ingesteld tegen een groep van personen, waaronder [medeverdachte], die vermoedelijk onderdeel uitmaakten van dit CSV.
Uit de informatie ontstond het vermoeden dat [medeverdachte] via crypto-telefoons, die gebruik maakten van het ANØM platform, met een beperkt aantal personen communiceerde over zijn criminele activiteiten. Het vermoeden bestond dat [medeverdachte] uitsluitend samenwerkte en beslissingen nam met personen waar hij al jaren mee samenwerkte en die hij volledig vertrouwde, een zogenoemde “inner circle”.
Op 7 juni 2021 zijn meerdere verdachten aangehouden, is een aantal panden (woningen en loodsen) doorzocht en is een hoeveelheid goederen in beslag genomen, waaronder contante geldbedragen en wapens.
Het onderzoek heeft geleid tot de verdenking dat [medeverdachte] en zijn medeverdachten zich al dan niet in georganiseerd verband hebben bezig gehouden met (de voorbereiding van) internationale drugshandel. Men zou zich met name bezig hebben gehouden met cocaïne, MDMA, (met)amfetamine en ketamine. Ook [verdachte] is tijdens dit onderzoek als verdachte in beeld gekomen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. De verdediging heeft zich verder op het standpunt gesteld dat [verdachte] ook van het onder 3 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. De verdediging heeft aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat de in het bedrijfspand van [verdachte] aangetroffen goederen zijn bestemd voor de grootschalige, dan wel beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt en dat [verdachte] bovendien geen wetenschap had van de aanwezigheid van persen en blenders.
4.4
De bewijsmotivering
Ten aanzien van feiten 1 en 2
Op 7 juni 2021 doorzoekt de politie het bedrijfspand aan de [adres] in [plaats]. In het bedrijfspand is het bedrijf van verdachte, [bedrijf] B.V. gevestigd. Naast meer dan 20 kilogram ketamine worden tijdens deze doorzoeking onder andere blauwe jerrycans met vloeistof aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat de jerrycans Isopropanol en Aceton bevatten. lsopropanol wordt veelal bij metamfetamine gebruikt en Aceton kan bij diverse kristallisatie stappen worden gebruikt, zoals bij metamfetamine, MDMA en/of cocaïne.
[verdachte] heeft ontkend iets met deze goederen te maken te hebben gehad. Hij wist niet dat die jerrycans in de loods aanwezig waren en hij kwam daar vanwege zijn medische klachten ook niet vaak meer. Zijn verklaring wordt ondersteund door de verklaring van [medeverdachte] dat zijn schoonvader [verdachte] van niets wist.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte] de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank zal [verdachte] daarom integraal vrijspreken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 3
Tijdens de doorzoeking op 7 juni 2021 aan de [adres] worden ook hennep gerelateerde goederen in beslag genomen waarvan de politie ambtshalve bekend is dat deze gebruikt worden bij hennepplantages. Het gaat onder andere om slakkenhuizen (buizen voor afzuiging), plantenbakjes, isolatiemateriaal, ventilatoren, materiaal voor stroomvoorziening, groeimiddelen, mallen en filters. Eén van de filters ruikt zeer sterk naar hennep. Ook worden diverse blenders en twee persframes aangetroffen.
[verdachte] verklaart tegenover de politie dat hij de in zijn bedrijfspand aangetroffen voorwerpen zeven jaar geleden tegen betaling voor iemand heeft opgeslagen. [verdachte] verklaart verder dat hij niet weet van wie de persen en blenders zijn. [verdachte] heeft deze voorwerpen nog nooit gezien.
Oordeel van de rechtbank
[verdachte] wordt verweten zich schuldig gemaakt te hebben aan hetgeen in artikel 11a Opiumwet (Ow) strafbaar is gesteld. Om tot een veroordeling te kunnen komen, dient eerst de vraag te worden beantwoord of de bedoelde goederen bestemd waren tot het plegen van het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf (artikel 11, derde lid, Ow) dan wel het telen van een grote hoeveelheid hennep (artikel 11, vijfde lid, Ow), en vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die goederen daarvoor bestemd waren.
Artikel 11a Ow richt zich nadrukkelijk op de bestrijding van professionele of bedrijfsmatige teelt en/of grootschalige teelt van hennep. Onder ‘grootschalig’ wordt volgens artikel 1, tweede lid, van het Opiumwetbesluit verstaan minimaal 500 gram hennep of 200 hennepplanten.
Naar het oordeel van de rechtbank kan de gezamenlijkheid van de aangetroffen voorwerpen redelijkerwijs niet anders worden aangemerkt dan te zijn bestemd voor de hennepteelt van een omvang die vijf planten te boven gaat. Die enkele omstandigheid levert echter niet zonder meer de vereiste bestemming tot het grootschalige of het beroeps- of bedrijfsmatige karakter van de beoogde hennepteelt op, zoals hiervoor bedoeld. Die bestemming kan naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet zonder meer worden afgeleid uit de aard en hoeveelheid van de aangetroffen goederen. Daarvoor is nadere steun in andere bewijsmiddelen uit het dossier vereist. Die steun ontbreekt hier.
De rechtbank is van oordeel dat evenmin is komen vast te staan dat [verdachte] wetenschap had of ernstige reden had om te vermoeden dat de aangetroffen voorwerpen waren bestemd tot het plegen van grootschalige, beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt, nog daargelaten de vraag of hij van ieder voorwerp wist dat dit in zijn bedrijfspand lag.
De rechtbank zal [verdachte] daarom integraal vrijspreken van het onder 3 ten laste gelegde.

5.De in beslag genomen voorwerpen

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de simkaart en tracker aan [verdachte] mogen worden teruggegeven.
De rechtbank zal de teruggave aan [verdachte] gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst vermelde simkaart en tracker, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat [verdachte] het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave aan [verdachte] van de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde tracker en simkaart onder de nummers 1 en 2.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. N.J.C. Monincx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 april 2024.