ECLI:NL:RBOVE:2024:1937

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
08.963577.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzettelijk medeplegen van handelen in en voorhanden hebben van ketamine

Op 9 april 2024 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van het opzettelijk medeplegen van handelen in en voorhanden hebben van ketamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 maart 2021 tot en met 7 juni 2021, samen met anderen, zonder de vereiste registratie, meerdere hoeveelheden ketamine in voorraad heeft gehad en te koop heeft aangeboden. De rechtbank baseerde haar oordeel op een uitgebreid dossier, waarin onder andere communicatie via het ANØM-platform en observaties door de politie zijn opgenomen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 43 maanden en een geldboete van € 36.000,--. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure, wat leidde tot een matiging van de straf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, voldoende betrokkenheid bij de drugshandel had aangetoond, en dat de bewijsvoering voldoende was om tot een veroordeling te komen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963577.21 (P)
Datum vonnis: 9 april 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1973 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 29 januari 2024 en 26 maart 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben en verkopen van meerdere hoeveelheden ketamine.
Voluit luidt de tenlastelegging aan [verdachte] , dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 februari 2021 tot en met 07 juni 2021 te Rotterdam en/of [plaats] , gemeente Geertruidenberg, en/of Amsterdam en/of 's-Gravenhage en/of Haastrecht en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) zonder registratie (een) hoeveelhe(i)d(en) ketamine, in elk geval een werkzame stof, als bedoeld in artikel 1, onder x.1. van de Geneesmiddelenwet, (telkens) opzettelijk in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd, omvattende (in elk geval)
- op of omstreeks 26 maart 2021 (te Rotterdam) een totale hoeveelheid van (ongeveer)5 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 30 maart 2021 (te Rotterdam) een totale hoeveelheid van 9 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 13 april 2021 (te [plaats] , gemeente Geertruidenberg) een totale hoeveelheid van 52 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 19 april 2021 (te [plaats] , gemeente Geertruidenberg) een totale hoeveelheid van 48 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 29 april 2021 (te Amsterdam) een totale hoeveelheid van (ongeveer) 6,4 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 04 juni 2021 (te 's-Gravenhage en/of Haastrecht, in elk geval in Nederland) een totale hoeveelheid van (ongeveer) 10 of 15 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 07 juni 2021 (te [plaats] , gemeente Geertruidenberg) een totale hoeveelheid van (ongeveer) 20,3 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Aanleiding en verloop onderzoek 26Does
Op 4 september 2020 heeft de Nederlandse Politie van de Amerikaanse Liaison Officer van het Federal Bureau of Investigation (FBI), informatie ontvangen over een crimineel samenwerkingsverband (CSV) dat van de FBI de naam SOMNUS kreeg en betrokken zou zijn bij grootschalige internationale drugshandel tussen Zuid-Amerika, Europa, de Verenigde Staten en Australië. Deze informatie luidde als volgt:
"
Ter ondersteuning van onderzoek Trojan Shield heeft de FBI in San Diego een bestrijdingsstrategie ontwikkeld om internationaal opererende criminele samenwerkingsverbanden (CSV's) te verstoren en te ontmantelen over de hele wereld. Een van deze CSV's welke bij de FBI in beeld is gekomen wordt geleid door [medeverdachte 1] , geboren d.d. [geboortedatum 2] 1970. Dit CSV is betrokken bij grootschalige drugshandel tussen Zuid-Amerika, Europa, De Verenigde Staten en Australië.
Onderzoek Trojan Shield heeft een enorme hoeveelheid bewijs verzameld met betrekking tot de drugshandelactiviteiten van [medeverdachte 1] . De FBI San Diego heeft ook informatie verzameld ten aanzien van de relatie tussen [medeverdachte 1] , en een hoog geplaatst publiek corrupt contact. Deze informatie impliceert dat [medeverdachte 1] in een langdurige actuele relatie staat tot een individu dat [medeverdachte 1] voorziet van informatie met betrekking tot lopende opsporingsonderzoeken. Dit individu heeft bovendien informatie verstrekt hoe buiten schot te blijven van opsporingsstrategieën van de overheid.
FBI San Diego verwacht aanvullende informatie te verzamelen met betrekking tot de voornoemde onderwerpen die gedeeld kan worden met de Nationale Politie in Nederland om te helpen bij een parallel of lopend onderzoek."
Op 8 september 2020 werd onderzoek 26Does ingesteld tegen een groep van personen, waaronder [medeverdachte 1] , die vermoedelijk onderdeel uitmaakten van dit CSV.
Uit de informatie ontstond het vermoeden dat [medeverdachte 1] via crypto-telefoons, die gebruik maakten van het ANØM platform, met een beperkt aantal personen communiceerde over zijn criminele activiteiten. Het vermoeden bestond dat [medeverdachte 1] uitsluitend samenwerkte en beslissingen nam met personen waar hij al jaren mee samenwerkte en die hij volledig vertrouwde, een zogenoemde “inner circle”.
Op 7 juni 2021zijn meerdere verdachten aangehouden, is een aantal panden (woningen en loodsen) doorzocht en is een hoeveelheid goederen in beslag genomen, waaronder contante geldbedragen en wapens.
Het onderzoek heeft geleid tot de verdenking dat [medeverdachte 1] en zijn medeverdachten zich al dan niet in georganiseerd verband hebben bezig gehouden met (de voorbereiding van) internationale drugshandel. Men zou zich met name bezig hebben gehouden met cocaïne, MDMA, (met)amfetamine en ketamine. Ook [verdachte] is in het kader van dit onderzoek als verdachte in beeld gekomen.
4.2
Het bewijs
4.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen, met dien verstande dat de officier van justitie vrijspraak heeft gevorderd van het zevende gedachtestreepje.
4.2.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om [verdachte] vrij te spreken van het ten laste gelegde.
4.2.3
De bewijsmiddelen
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast, waarbij in de voetnoten zal worden verwezen naar de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen. [1]
4.2.4
Identificatie van de ANØM-accounts en bijnamen
Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen berichten.
De vraag die, al dan niet in reactie op een verweer, allereerst moet worden beantwoord, is of [verdachte] en zijn medeverdachten te identificeren zijn als de gebruikers van bepaalde cryptoaccounts. Voor de beoordeling van het aan [verdachte] ten laste gelegde feit is enkel de identificatie van de gebruikers van de hieronder genoemde accounts van belang. Daarnaast zal worden stilgestaan bij de identificatie van de in het dossier gebruikte bijnamen.
-
[medeverdachte 1]
De rechtbank stelt op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie zijn opgenomen in het proces-verbaal van bevindingen identificatie accounts [2] , in onderling verband en samenhang bezien met het proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 1] [3] , de ciot-bevraging [4] , het proces-verbaal van observeren 11 januari 2021 [5] en het proces-verbaal van observeren 15 januari 2021 [6] , vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van de ANØM-accounts ‘ [accountnaam 1] ’, ‘ [accountnaam 2] , ‘ [accountnaam 3] ’ en ‘ [accountnaam 4] ’ en dat alle berichten van deze accounts aan hem zijn toe te schrijven. Voor het account ‘ [accountnaam 1] ’ geldt dat tot 3 februari 2020.
De rechtbank stelt op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in de hiervoor met betrekking tot [medeverdachte 1] aangehaalde processen-verbaal zijn opgenomen daarnaast ook vast dat ten aanzien van [medeverdachte 1] onder andere gebruik werd gemaakt van de bijnamen ‘ [alias 1] ’, ‘ [alias 2] ’ en ‘ [alias 3] ’.
-
[medeverdachte 2]
De rechtbank stelt op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie zijn opgenomen in het proces-verbaal van bevindingen identificatie [7] vast dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van de ANØM-accounts ‘ [accountnaam 5] ’, ‘ [accountnaam 6] ’ en ‘ [accountnaam 7] ’.
De rechtbank stelt op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in de hiervoor met betrekking tot [medeverdachte 2] aangehaalde processen-verbaal zijn opgenomen daarnaast ook vast dat ten aanzien van [medeverdachte 2] onder andere gebruik werd gemaakt van de bijnaam ‘ [alias 4] ’.
-
[verdachte]
De rechtbank stelt op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in de hiervoor met betrekking tot [verdachte] aangehaalde processen-verbaal zijn opgenomen vast dat ten aanzien van [verdachte] gebruik gemaakt werd van de bijnaam ‘ [alias 5] ’.
Bij de bespreking van het verdere bewijs gaat de rechtbank steeds uit van voornoemde identificaties en bijnamen. Voor de leesbaarheid van dit vonnis wordt hierna als het over berichten gaat die zijn gestuurd door of aan de hierboven genoemde gebruikers van de verschillende ANØM-accounts en bijnamen, gesproken over berichten van of aan respectievelijk [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
4.2.5
Ten aanzien van het ten last gelegde feit - het aanwezig hebben en handelen in ketamine
Redengevende feiten en omstandigheden
Hieronder wordt het ANØM berichtenverkeer tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en andere ANØM-gebruikers weergegeven. Daarnaast heeft de politie op 29 april 2021 een telefoon in beslag genomen in de slaapkamer van [medeverdachte 2] , die is gelegen in de woning aan de [adres 1] . Uit onderzoek aan deze telefoon komt naar voren dat [medeverdachte 2] via Signal contact heeft met [verdachte] . Ook deze gesprekken worden hieronder weergegeven.
1.
Handel in ketamine met [alias 6]
5 kg ketamine poeder
Op woensdag 24 maart 2021 zegt de onbekend gebleven ANØM-gebruiker [alias 6] tegen [medeverdachte 2] dat hij voor vrijdag (26 maart 2021) 5kg “
keta poeder” nodig heeft. Vervolgens spreken zij over de prijs, waarbij “
4300” wordt afgesproken en over de levering en een locatie om te testen. [medeverdachte 2] en [alias 6] spreken daarna af dat de compagnon van [medeverdachte 2] het verder met [alias 6] afhandelt. [medeverdachte 2] zegt daarbij dat zijn compagnon een Hindoestaanse Surinamer is, die in een Opel Astra rijdt, een petje draagt en ook wel “
[alias 5]” wordt genoemd. [medeverdachte 2] zegt verder dat hij een van zijn partners is en alleen Signal heeft om te communiceren. [medeverdachte 2] en [alias 6] spreken af dat zijn compagnon in de parkeergarage aan de Kipstraat in Rotterdam parkeert, waarbij [alias 6] aangeeft dat het vanaf daar 2 minuten lopen is naar zijn locatie. [8] [alias 6] zegt “
Als die morgen om 12.00 bij uitgang sta dan zie ik hem wel”. [9] Op 26 maart 2021 schrijft [medeverdachte 2] aan [alias 6] “
Goedemorgen, mijn vriend is om 1200 uur op locatie”. Om 10:54 uur schrijft [medeverdachte 2] “
Mijn man staat voor de praxis”, waarop [alias 6] zegt dat hij eraan komt. Om 11:42 uur vraagt [medeverdachte 2] aan [alias 6] of alles ok is, waarop [alias 6] om 12:21 uur schrijft “Alles ok bro”. [10]

[alias 5]” is de bijnaam van [verdachte] .
Op 14 maart 2021 geeft [verdachte] door dat nummer [telefoonnummer 1] met gebruikersnaam ‘ [alias 5] nieuw Nummer’ het nieuwe nummer van ‘ [alias 5] ’ is. Op donderdag 25 maart 2021 geeft [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] ) via Signal aan [verdachte] door dat hij 5 x poeder nodig heeft. Vervolgens maken zij de afspraak dat [verdachte] op de 26ste zal gaan om dit te leveren, bij de parkeergarage gelegen aan de Kipstraat 177 in Rotterdam. [verdachte] zegt dat hij alleen Signal heeft om te communiceren. Op vrijdag 26 maart 2021 geeft [verdachte] door dat hij er is. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij 4300 afgesproken had met hem. [11]
9 ketamine brokken
Op maandag 29 maart 2021 zegt [alias 6] tegen [medeverdachte 2] “
Morgen 12.00 he staat vast”, waarop [medeverdachte 2] bevestigend antwoord. [medeverdachte 2] zegt vervolgens tegen [alias 6] “
9 x brokken a 5000 per stuk Is 45.000”, waarop [alias 6] bevestigend antwoord. Daarna zegt [medeverdachte 2] “
Vriend, mijn gabber levert het bij je af (…) En lever je pap bij mij af”. Op dinsdag 30 maart 2021 zegt [medeverdachte 2] tegen [alias 6] dat hij zo in Rotterdam is en even later “
Ben er”, waarop [alias 6] zegt “
Ok”. [12]
Op zondag 28 maart 2021 heeft [medeverdachte 2] via Signal contact met [verdachte] . [medeverdachte 2] geeft door dat die Vietnamees dinsdag 9 X brok nodig heeft voor dezelfde locatie. [verdachte] zegt vervolgens dat het goed komt en dat dit rond 12 uur geleverd kan worden. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij het voor 5000 geeft waarop [verdachte] zegt dat dit goed is. [13]
2.
Handel in ketamine met [alias 7]
52 stuks ketamine
Op 6 april 2021 hebben [medeverdachte 2] en de onbekend gebleven ANØM-gebruiker [alias 7] contact met elkaar en zegt [alias 7] dat hij “
102 totaal” wil “
Eerst keer 52” en “
Daarna 50”. [medeverdachte 2] schrijft dat hij er 52 heeft klaarliggen, waarop [alias 7] zegt dat hij deze volgende week maandag ophaalt. Zij spreken verder een prijs af van 5000. [medeverdachte 2] vraagt vervolgens of hij voor de toekomst een ophaalplek moet regelen voor [alias 7] . [alias 7] laat het [medeverdachte 2] nog weten en zegt dat hij het product in grote stukken wil. [medeverdachte 2] stuurt vervolgens een drietal foto’s door van witte brokken in doorzichtig plastic zakken. [14] Op 8 april 2021 bericht [medeverdachte 2] aan [alias 7] dat hij een goede locatie heeft in [plaats] . [15]
Op 11 april 2021 heeft [medeverdachte 2] via Signal contact met [verdachte] . [medeverdachte 2] geeft aan [verdachte] door dat hij voor de eerste 52 op 13 april 2021 om 14.00 uur heeft afgesproken in het bedrijf van [medeverdachte 1] om daar de afhandeling te doen. [medeverdachte 2] vraagt of [verdachte] kan zorgen dat de spullen gecheckt en op tijd zijn. Op 12 april 2021 vraagt [medeverdachte 2] aan [verdachte] of alles gereed is voor morgen om 14.00 uur en of alles afgestemd is met [medeverdachte 1] . [16]
Op 12 april 2021 vraagt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] “
Adres voor morgen is, [adres 2] , correct?”, waarop [medeverdachte 1] zegt [adres 2] . [17] Op 12 april 2021 bericht [medeverdachte 2] vervolgens aan [alias 7] dat alles bevestigd is van zijn kant voor morgen 14.00 uur en dat het adres voor de ontmoeting [adres 2] is. Op 13 april 2021 schrijft [medeverdachte 2] aan [alias 7] dat hij op de locatie is, waarop [alias 7] zegt dat hij op zijn chauffeur aan het wachten is. [18]
48 stuks ketamine
Op 15 april 2021 hebben [medeverdachte 2] en [alias 7] opnieuw contact met elkaar. [alias 7] schrijft “
He maat we kunnen op maandag om l3u bij zelfd plek komen halen”. Daarna schrijft [alias 7] “
Niet 50 maar 48 st” en “
Dan precis 100”. [medeverdachte 2] antwoord dat dit helemaal goed is. [19] Diezelfde dag heeft [medeverdachte 2] via Signal contact met [verdachte] , waarbij hij zegt “
Maandag 1300 uur 48X”. [20]
Op zondag 18 april 2021 vraagt [alias 7] aan [medeverdachte 2] of hij nog een adres heeft voor morgen om 13.00 uur, waarop [medeverdachte 2] schrijft [adres 2] , [plaats] . [21] Diezelfde dag vraagt [medeverdachte 2] via Signal aan [verdachte] of alles klaar is voor morgen, waarop [verdachte] aangeeft “
Jazeker 1 uur bij slip”. Hierop stuurt [medeverdachte 2] dat om 1 uur de klant komt en hij al met de chauffeur van [verdachte] gesproken heeft. [22] [medeverdachte 2] heeft die dag ook contact met Signal gebruiker [alias 8] en vraagt hem of alles klaar is voor morgen en of het hard en droog is. Hierop geeft [alias 8] aan dat hij alles klaar heeft. [medeverdachte 2] geeft daarop aan dat de afspraak morgen om 13 uur is op dezelfde locatie en dat het er 48 voor morgen zijn. [23]
Op maandag 19 april 2021 geeft [medeverdachte 2] via Signal aan [verdachte] door dat hij er om 12.45 uur is. [24] Diezelfde dag schrijft [alias 7] aan [medeverdachte 2] dat hij er om 13.15 uur zal zijn. [25]
De politie stelt op basis van camerabeelden vast dat [medeverdachte 1] en [verdachte] op 19 april 2021 om 12.29 uur samen in een voertuig bij het bedrijfspand aan de [adres 2] arriveren en dat beiden bij het bedrijfspand naar binnen gaan. Even later, om 12.53 uur, arriveert [medeverdachte 2] bij het bedrijfspand en gaat ook hij naar binnen. [26]
6,4 kilogram ketamine
Op 6 mei 2021 hebben [medeverdachte 1] en [alias 6] contact met elkaar. [medeverdachte 1] zegt dat hij een vriend is van “
[alias 9]”. [alias 9] is op het ANØM-platform de gebruikersnaam van [medeverdachte 2] .
[alias 6] vraagt “
Heb je dezelfde spullen als hem” en daarna “
Die keta bedoel ik dan”. [medeverdachte 1] zegt daarop “
Komen van mijn de keta, dus is exact wat hij levert” en verder “
Brokken en zout/poeder”. [medeverdachte 1] en [alias 6] spreken vervolgens over een levering, waarbij [medeverdachte 1] zegt dat hij het met [verdachte] gaat bespreken. [27]
Op 8 mei 2021 hebben [medeverdachte 1] en [alias 6] opnieuw contact met elkaar. [medeverdachte 1] zegt “
de Keta is al in me handen” en vervolgens “
Heb [alias 5] gesproken en die zegt dat ie het op de manier wilt afhandelen zoals ie al paar keer gedaan hebt met hem”. Vervolgens zegt [medeverdachte 1] dat [verdachte] “
dik 6 kilo” bij “
onze vriend” had gelaten en daarna “
die 6 kilo die bij [alias 9] zijn gevonden zijn voor mijn bonnetje ook, want is mijn verantwoordelijkheid.” Verder zegt [medeverdachte 1] “
Ik had [alias 9] aangesteld voor dit werk maar helaas de man heeft er een zooitje van gemaakt”. Vervolgens spreken [medeverdachte 1] en [alias 6] af dat [medeverdachte 1] 10 kg levert. [28]
Op 29 april 2021treft de politie in de slaapkamer van [medeverdachte 2] in de woning gelegen aan de [adres 1] een zwarte rolkoffer aan met daarin doorzichtige plastic zakken, waarin zich witte kristalachtige brokken bevinden en ook wit poeder. [29] Het Laboratorium Forensische Opsporing van de politie Amsterdam onderzoekt de witte brokken en het poeder en stelt vast dat deze ketamine bevatten en samen een totaalgewicht van 6.449 kilogram hebben. [30] De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd concludeert dat de brokken voldoen aan de omschrijving van het begrip werkzame stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder x.1, van de Geneesmiddelenwet [31] en verder dat [medeverdachte 2] niet beschikt over enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten met een werkzame stof als bedoeld in de Geneesmiddelenwet. [32]
10 of 15 kilogram suiker
Op 7 juni 2021 treft de politie in de woning van [verdachte] gelegen aan de [adres 3] een telefoon aan. Uit onderzoek aan de telefoon komt naar voren dat hierop Signal is geïnstalleerd en dat de eigenaar van de telefoon de accountnaam [alias 10] gebruikt. Op 4 juni 2021 vindt een gesprek plaats tussen het account [alias 10] en het account ‘ [alias 11] ’, dat gebruikmaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . De politie concludeert dat dit het Signal-nummer is van [medeverdachte 1] . In het gesprek zegt [alias 10] “
vergeet je te melden dat er nog 10 of 15 kilo suiker bij mij ligt”, waarop ‘ [alias 11] ’ zegt “
Ok ga ik even doorgeven aan die [alias 12]”. [33]
De politie verwoordt in het proces-verbaal dat het hen ambtshalve bekend is dat binnen de criminele groothandel in ketamine altijd wordt gesproken over kilogrammen. Indien bijvoorbeeld wordt gesproken over een hoeveelheid “brokken keta” dan wordt een aantal kilogram aan brokken ketamine bedoeld. Daarnaast kent ketamine verschillende verschijningsvormen waarover men in de criminele communicatie spreekt, waaronder suiker, poeder, zout en brokken. [34]
20,8 kilogram ketamine
Op 7 juni 2021 treft de politie bij de doorzoeking van het bedrijfspand aan de [adres 2] een zwarte kunststoffen kist aan, met daarin een doorzichtige zak, waarin zich wit poeder bevindt. Het team forensische opsporing voert op het poeder een indicatieve test voor ketamine uit, die een positieve reactie geeft. [35] Vervolgens doet het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) nader onderzoek. Het NFI rapporteert dat de bemonstering van het poeder uitsluitend ketamine bevat en een brutogewicht heeft van 20,8 kilogram. [36] De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd concludeert dat het poeder voldoet aan de omschrijving van het begrip werkzame stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder x.1, van de Geneesmiddelenwet [37] en verder dat [medeverdachte 1] en [verdachte] niet beschikken over enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten met een werkzame stof als bedoeld in de Geneesmiddelenwet. [38]
[verdachte] verklaart ter terechtzitting van 29 januari 2024 dat hij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kent en dat hij via een Signal-account op zijn telefoon contact met hen heeft gehad. [verdachte] betwist dat hij de gebruiker is geweest van het Signal-nummer dat door de politie aan hem wordt toegeschreven. De gebruikersnaam ‘ [alias 5] nieuw nummer’ en de gesprekken die [medeverdachte 2] met deze Signal-gebruiker heeft gevoerd, komen [verdachte] niet bekend voor. Verder verklaart [verdachte] dat hij op 19 april 2021 op verzoek van [medeverdachte 1] aanwezig is geweest bij het bedrijfspand aan de [adres 2] . [verdachte] verklaart dat hij in het bedrijfspand met [medeverdachte 2] over ketamine heeft gesproken. [verdachte] betwist dat er die dag een ketamine levering heeft plaatsgevonden. Volgens [verdachte] heeft hij nooit ketamine voorhanden gehad en heeft hij ook niets te maken met ketamine. [39]
Oordeel rechtbank
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich schuldig hebben gemaakt aan het zonder de daarvoor benodigde registratie aanwezig hebben en verkopen van de ten laste gelegde hoeveelheden ketamine. De rechtbank stelt verder op grond van de bewijsmiddelen vast dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich in de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met deze handelingen hebben beziggehouden.
De rechtbank heeft, anders dan de verdediging, geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van de bewijsmiddelen te twijfelen. In de vonnissen van heden van de medeverdachten in onderzoek 26Does heeft de rechtbank een oordeel gegeven over de rechtmatigheid van de verkrijging, de verwerking en de betrouwbaarheid van de ANØM-data. De rechtbank is van oordeel dat de ANØM-data rechtmatig is verkregen en verwerkt en bruikbaar is voor het bewijs. Daarnaast is geen sprake van schending van het recht op een eerlijk proces. De rechtbank gebruikt de ANØM-data dan ook voor het bewijs. Nu in het dossier tegen [verdachte] geen ANØM-data is aangetroffen van [verdachte] , zal de rechtbank in onderhavig vonnis hier niet op ingaan. [verdachte] is daardoor niet in zijn belangen geschaad.
Voorts overweegt de rechtbank dat, voor zover de verdediging heeft bedoeld te stellen dat aanleiding bestaat voor bewijsuitsluiting, omdat sprake is geweest van de inzet van een pseudokoper, het dossier geen steun biedt voor deze stelling. Bovendien is deze stelling ook anderszins op geen enkele wijze aannemelijk geworden. De rechtbank ziet geen reden voor nader onderzoek en wijst het verzoek dat daarmee verband houdt af.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat [verdachte] geen betrokkenheid heeft gehad bij de ten laste gelegde ketamine leveringen. De inhoud en context van de gesprekken tussen enerzijds [medeverdachte 2] en [alias 6] respectievelijk [alias 7] en anderzijds [medeverdachte 2] en [verdachte] , bezien in samenhang met de observatie van 19 april 2021, bieden naar het oordeel van de rechtbank voldoende aanknopingspunten om vast te kunnen stellen dat [verdachte] bij de levering van de verschillende hoeveelheden ketamine betrokken is geweest. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat [verdachte] ter terechtzitting heeft verklaard dat hij via Signal contact heeft gehad met [medeverdachte 2] en die dag ook bij de loods in [plaats] aanwezig was. De verklaring van [verdachte] dat hij niet de gebruiker is geweest van het Signal-nummer dat door de politie aan hem wordt toegeschreven, acht de rechtbank onaannemelijk.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden bewezen dat [verdachte] betrokken is geweest bij de aangetroffen 20,8 kilogram ketamine in het bedrijfspand aan de [adres 2] . De rechtbank zal [verdachte] van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank stelt de pleegperiode vast op 26 maart 2021 tot en met
7 juni 2021. [verdachte] zal van het meer ten laste gelegde worden vrijgesproken.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 26 maart 2021 tot en met 07 juni 2021 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) zonder registratie (een) hoeveelhe(i)d(en) ketamine, in elk geval een werkzame stof, als bedoeld in artikel 1, onder x.1. van de Geneesmiddelenwet, (telkens) opzettelijk in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd, omvattende (in elk geval)
- op of omstreeks 26 maart 2021 (te Rotterdam) een totale hoeveelheid van (ongeveer) 5 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 30 maart 2021 (te Rotterdam) een totale hoeveelheid van 9 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 13 april 2021 (te [plaats] , gemeente Geertruidenberg) een totale hoeveelheid van 52 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 19 april 2021 (te [plaats] , gemeente Geertruidenberg) een totale hoeveelheid van 48 brokken, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 29 april 2021 (te Amsterdam) een totale hoeveelheid van (ongeveer) 6,4 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
- op of omstreeks 04 juni 2021 (te 's-Gravenhage en/of Haastrecht, in elk geval in Nederland) een totale hoeveelheid van (ongeveer) 10 of 15 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, in elk geval vorenbedoelde werkzame stof, en/of
De rechtbank acht niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in:
- het artikel 47 Strafrecht (Sr),
- artikel 38 van de Geneesmiddelenwet en
- de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten.
Het bewezen verklaarde levert op:
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38 van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat [verdachte] zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar en een geldboete van € 40.000,--.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
[verdachte] heeft bij herhaling ketamine voorhanden gehad en verkocht. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van ketamine een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers en kan leiden tot ernstige verslavingsproblematiek. Door de verspreiding van dergelijke middelen heeft [verdachte] bijgedragen aan de instandhouding hiervan.
Daarnaast gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. [verdachte] lijkt zich om deze gevolgen niet te hebben bekommerd en uitsluitend te hebben gehandeld uit winstbejag. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van [verdachte] van 4 mei 2023, waaruit blijkt dat [verdachte] niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit een forse gevangenisstraf op zijn plaats is.
De rechtbank ziet aanleiding de straf te matigen vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. Iedere verdachte heeft het recht om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Dit is vastgelegd in artikel 6 EVRM. De rechtbank stelt vast dat in deze zaak sprake is van een overschrijding van deze termijn. De redelijke termijn begint op het moment dat een verdachte de verwachting kan hebben dat hij wordt vervolgd vanwege een bepaald strafbaar feit. De datum van de inverzekeringstelling op 23 november 2021 neemt de rechtbank als uitgangspunt voor het moment dat [verdachte] in redelijkheid deze verwachting kon hebben. Als uitgangspunt geldt dat de behandeling van de strafzaak binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is begonnen afgerond moet zijn met een eindvonnis, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Van bijzondere omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak geen sprake. Nu op 9 april 2024 vonnis wordt gewezen, stelt de rechtbank vast dat de redelijke termijn met bijna vijf maanden is overschreden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding moet leiden tot strafvermindering.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van drieënveertig maanden, met aftrek van de duur van het voorarrest op zijn plaats. Naast oplegging van een gevangenisstraf acht de rechtbank oplegging van een geldboete geboden nu [verdachte] ten koste van andere belangen slechts zijn persoonlijk financieel gewin heeft nagestreefd.
De rechtbank acht een geldboete van € 36.000,-- passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
7.3
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het klassieke beslag op de geldbedragen mag worden opgeheven. Het conservatoire beslag op de geldbedragen moet wel worden gehandhaafd. Verder mag het kasboek aan [verdachte] worden teruggegeven.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de geldbedragen aan [verdachte] moeten worden teruggegeven.
De rechtbank zal de teruggave aan [verdachte] gelasten van het aan [verdachte] toebehorende op de beslaglijst vermelde kasboek, nu dit niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
De rechtbank zal ook de teruggave aan [verdachte] gelasten van de op de beslaglijst vermelde geldbedragen. Op deze geldbedragen is naast klassiek beslag ook conservatoir beslag gelegd, zodat de geldbedragen in geval van een beslissing tot teruggave aan de verdachte, en dus opheffing van het klassieke beslag, feitelijk niet aan de verdachte zullen worden teruggegeven.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 23 en 24c Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38 van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
drieënveertig (43) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot betaling van
een geldboete van € 36.000,-- (zegge: zesendertig duizend euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
215 (tweehonderdvijftien) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde geldbedragen en het voorwerp onder de nummers 1 tot en met 5.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. N.J.C. Monincx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 april 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, met nummer 26DOES/LENCA20017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 2, pagina’s 14-32
3.Persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 2, pagina’s 33-35
4.Persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 2, pagina 49
5.Persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 2, pagina’s 36-42
6.Persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 2, pagina’s 43-48
7.Persoonsdossier [medeverdachte 2] , bijlage 3, pagina’s 18-29
8.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina’s 92-95
9.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina’s 92-95
10.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 96
11.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 116
12.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 97-98
13.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 116
14.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 82-84
15.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 85
16.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 116
17.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 85
18.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 86
19.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 86-87
20.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 116
21.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 87
22.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 116
23.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 117
24.Zaaksdossier ketamine, bijlage 3, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina 116
25.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 87
26.Zaaksdossier ketamine, bijlage 5, Camerabeelden van 19-04-2021 08:24 - 14:55 uur bedrijfspand
27.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 98-99
28.Zaaksdossier ketamine, bijlage 1, pagina 100-101
29.Zaaksdossier ketamine, bijlage 10, Proces-verbaal van bevindingen wegen verdovende middelen c.q. medicamenten, pagina’s 182-187
30.Zaaksdossier ketamine, bijlage 12, een geschrift, inhoudende het Rapport In de zaak contra de verdachte(n) [medeverdachte 2] . Verdacht van overtreding van de Opiumwet, pagina 197-198
31.Zaaksdossier ketamine, bijlage 21, een geschrift, inhoudende Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Productbeoordeling 21-115, pagina’s 243-244
32.Zaaksdossier ketamine, bijlage 24, een geschrift, inhoudende Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Bevoegdheidsbeoordeling 21-115, pagina’s 253-254
33.Zaaksdossier ketamine, bijlage 18, Proces-verbaal van bevindingen Digitaal onderzoek, pagina’s 228-229
34.Proces-verbaal van bevindingen, Relatie tussen de term ‘brokken’ en het middel ketamine, door de officier van justitie ter zitting is overgelegd en als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de zitting.
35.Zaaksdossier ketamine, bijlage 15, Proces-verbaal van bevindingen forensisch onderzoek bij doorzoeking [adres 5], pagina 212
36.Zaaksdossier ketamine, bijlage 17, een geschrift, inhoudende Rapport Nederlands Forensisch Instituut Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 7 juni 202l op de locatie [adres 6], pagina 225
37.Zaaksdossier ketamine, bijlage 20, een geschrift, inhoudende Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Productbeoordeling 21-225, pagina’s 234-235
38.Zaaksdossier ketamine, bijlage 25, een geschrift, inhoudende Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Bevoegdheidsbeoordeling 21-225, pagina’s 256-257 en bijlage 22, een geschrift inhoudende Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Bevoegdheidsbeoordeling 21-225, pagina’s 247-248
39.Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting op 29 januari 2024