ECLI:NL:RBOVE:2024:1850
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van opzettelijk voorhanden hebben en toepassen van diergeneesmiddelen zonder dierenartsinspectie
Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte] B.V. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van diergeneesmiddelen en het toepassen daarvan aan kalveren zonder voorafgaande inspectie en/of diagnose door een dierenarts. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat plaatsvond op de openbare terechtzittingen van 13 en 25 maart 2024. De officier van justitie had de verdachte beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het toepassen van antibiotica zonder de vereiste inspectie door een dierenarts en het voorhanden hebben van diergeneesmiddelen terwijl er geen kalveren aanwezig waren op de locatie.
De rechtbank oordeelde dat op basis van het dossier niet kon worden vastgesteld dat [verdachte] B.V. zich bezighield met het verzorgen of onderhouden van de kalveren. De verdediging voerde aan dat de verdachte geen rol had bij de handelingen en dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de ten laste gelegde gedragingen had begaan. De rechtbank verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging, maar sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 8 april 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.