In deze zaak heeft eiser 1, werkzaam op basis van een oproepcontract voor eiser 2, een kort geding aangespannen om doorbetaling van haar loon en wedertewerkstelling te vorderen. Op 16 januari 2024 vond er een gesprek plaats tussen partijen, waarna eiser 1 stelde dat de arbeidsovereenkomst was beëindigd door eiser 2, terwijl eiser 2 betoogde dat eiser 1 zelf had opgezegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst niet door eiser 1 is opgezegd, maar dat deze nog steeds voortduurt. De kantonrechter heeft de vordering van eiser 1 tot doorbetaling van het loon en wedertewerkstelling toegewezen, met inachtneming van de wettelijke verhoging en rente. Eiser 2 is veroordeeld in de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.