ECLI:NL:RBOVE:2024:1801

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
5 april 2024
Zaaknummer
10820971 \ CV EXPL 23-4723
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een gebrekkige auto met geschil over herstel en ontbinding

In deze zaak heeft eiser een tweedehands auto gekocht van gedaagde, maar na een reis naar Frankrijk blijkt de auto gebrekkig te zijn. De distributieketting is geknapt en de motor moet worden vervangen. Eiser wil de koopovereenkomst ontbinden en de koopprijs terug, of de auto op kosten van gedaagde laten herstellen. Gedaagde betwist dat er een gebrek was en stelt dat hij bereid was de auto te herstellen, maar dat eiser hem geen gelegenheid heeft geboden. De kantonrechter oordeelt dat eiser gedaagde niet voldoende gelegenheid heeft gegeven om de auto te herstellen, waardoor gedaagde niet tekortgeschoten is in zijn verplichtingen. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 2 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10820971 \ CV EXPL 23-4723
Vonnis van 2 april 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
de vennootschap onder firma
[gedaagde],
gevestigd in [vestigingsplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend zonder gemachtigde.

1.De zaak in het kort

1.1.
[eiser] heeft een auto gekocht van [gedaagde]. Onderweg naar Frankrijk is [eiser] met de auto gestrand. Uit een diagnose blijkt dat de distributieketting is geknapt en de motor moet worden vervangen. Volgens [eiser] is de auto gebrekkig. Daarom wil hij de koopovereenkomst met [gedaagde] ontbinden en de koopprijs terug of de auto op kosten van [gedaagde] laten herstellen. [gedaagde] stelt dat er geen aanwijzingen waren dat de auto een gebrek had. Desondanks is hij steeds bereid geweest om de auto te herstellen, maar daartoe heeft [eiser] geen gelegenheid geboden. De kantonrechter volgt [gedaagde] hierin en wijst de vorderingen van [eiser] af.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • de mondelinge behandeling van 28 februari 2024 waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt en waar [eiser] spreekaantekeningen heeft overgelegd.
2.2.
Ten slotte is bepaald dat de kantonrechter vandaag uitspraak zal doen.
3. De feiten
3.1.
Begin juli 2023 heeft [eiser] een tweedehands Renault Mégane Estate uit 2014 met kenteken [kenteken] van [gedaagde] gekocht. [gedaagde] bood de auto aan voor € 8.995,00 inclusief één jaar BOVAG-garantie. Omdat [eiser] afzag van deze garantie, heeft [gedaagde] een korting toegepast van € 595,00 en de auto voor € 8.400,00 aan [eiser] verkocht.
3.2.
Een paar weken na de aankoop heeft [eiser] een probleem met de airco van de auto. [gedaagde] onderzoekt de auto en constateert dat de airco-condensor lek is door steenslag van buitenaf. [gedaagde] biedt aan de reparatie uit te voeren voor de helft van de kosten en stelt een leenauto ter beschikking. Hiermee gaat [eiser] akkoord. Het airco-probleem wordt opgelost.
3.3.
Eind juli 2023 gaat [eiser] met de auto op vakantie naar Frankrijk. Op 1 augustus 2023 hebben [eiser] en [gedaagde] het volgende e-mailcontact:

Ik heb een vraag.
Van de Renault megane is de brandstof sensor defect nu staan we in Frankrijk en deze beste man zij dat we rustig mee kunnen rijden. Maar nu is mijn vraag kan dat, moet ook nog een caravan trekken.
Graag hoor ik even alvast bedankt.”
[gedaagde]:

Hallo [eiser],
Ging alleen het storingslampje branden of heb je ook vermogensverlies? Als je verder geen problemen met rijden hebt kun je er inderdaad wel mee doorrijden, ook met caravan moet geen probleem zijn.”
[eiser]:

Eerst vermogenverlies daarna lampje.
Nu lijkt het weer goed te zijn qua rijden.”
[gedaagde]:

Niet de tank bijna leeg toen dat gebeurde toevallig?
En je hebt niet toevallig de storingscode meegekregen, aan de hand daarvan kan ik
misschien wat meer zeggen. Mocht het weer gebeuren, bij sommige storingen helpt het soms om auto uit te zetten en weer te starten zodat systeem zich reset.”
3.4.
Op het laatste bericht van [gedaagde] reageert [eiser] niet.
3.5.
Op 9 augustus 2023, wanneer [eiser] nog in Frankrijk is, strandt de auto. Op dezelfde dag neemt [eiser] hierover contact op met de verzekeraar. Het contact met de verzekeraar leidt ertoe dat de auto op 11 augustus 2023 naar een lokale garage in Frankrijk wordt gebracht. Omdat het de Franse garage niet zou lukken de auto in de komende dagen te repareren, heeft [eiser] dezelfde dag in overleg met de verzekeraar besloten de auto te laten transporteren naar een garage in Nederland. [eiser] koos ervoor de auto te laten vervoeren naar een garage vlakbij zijn woning in [woonplaats].
3.6.
Op 16 augustus 2023 neemt [eiser] per e-mail contact op met [gedaagde]. [eiser] en [gedaagde] hebben die dag het volgende contact:
“He hoi,
Helaas geen geluk met de auto, gestrand in Frankrijk. Gaat nu op transport naar Nederland. Wat er precies mis is niet duidelijk de Garage in Frankrijk heeft al verschillende dingen geroepen, begon met verkeerde brandstof toen de distributie ketting en later wou hij bij de kleppen kijken. Aantal codes gekregen P0365, P0340, P0016, P0340, P0190. Als ik het goed begreep iets met de nokkenas sensor?
Dus besloten om de auto naar Nederland te vervoeren.
Nu hoop ik dat jij nog een onderhoud status hebt van deze wagen in de boekjes staat helemaal niks.
Hoor het graag even alvast bedankt.”
[gedaagde]:

Goedemiddag/avond [eiser]
Dat is heel vervelend zeg, liep de motor nog wel of helemaal niet meer?
Codes zouden wel kunnen duiden op iets met de distributieketting helaas.
De vorige eigenaar heeft de auto elk jaar onderhoud laten geven bij een kennis die automonteur is maar dit dan in de avonduren deed, precieze onderhoud kon hij niet vertellen helaas.
Laat je de auto bij ons brengen?
Gaan we in ieder geval kijken wat er aan de hand is.”
Hierop ontvangt [gedaagde] geen reactie.
3.7.
Op 23 augustus 2023 schrijft [eiser] per e-mail aan [gedaagde]:
“Beste [naam],
Net een telefoontje gekregen van de Renault garage [plaats], met een niet zo leuk bericht. De distributie riem is geknapt, daardoor is er schade aan de motor ontstaan. Het komt er op neer dat er een nieuwe motor in moet, qua kosten schatte hij dat op rond de 6 á 8 duizend euro.
Ik heb de auto net goed een maand, dus mijn vraag is wat kunnen we hiermee?
Auto staat nu bij Bochane [plaats]: [telefoonnummer].
Graag hoor ik van u.”
3.8.
[gedaagde] reageert dezelfde dag:
Goedemiddag [eiser],
Dat is inderdaad slecht nieuws, vind het wel vreemd dat de distributieketting is geknapt, dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.
Vooral ook omdat er geen termijn van vervanging is voorgeschreven bij Renault voor een ketting.
Ik wil uiteraard best meedenken om te kijken of we dit op een andere/goedkopere manier kunnen oplossen dan dat ze dat bij Renault aangeven.
Het is in dat geval wel zo dat we de auto dan hier moeten zien te krijgen zodat we kunnen kijken wat er precies kapot is.
Is de motor uitgevallen onder het rijden of kun je aangeven wat er precies gebeurt is?”
3.9.
Hierop reageert [eiser] niet.
3.10. 24
augustus 202 ontvangt [eiser] de diagnose van de garage in [plaats]:

Beste de heer [eiser],
Deze mail gaat over het kenteken [kenteken].
De auto is bij Bochane [plaats] gebracht door de berger.
Op de berg ging de auto erg stotteren en sloeg hij ook af.
Terwijl hij stotterede gaf hij de melding STOP aan.
Ook was de auto net volgetankt.
Er is in Frankrijk geprobeerd de auto uit te lezen.
Daarbij zijn veel stekkers en diverse onderdelen losgehaald.
Bij Bochane [plaats] hebben wij diagnose gedaan.
Als eerste hebben wij alle losse onderdelen aan elkaar vastgemaakt.
Nadat alles weer aan elkaar is vastgezet, blijken de compressie van de kleppen niet te draaien.
Daarbij blijkt het dat de distributieketting geknapt is.
Hierbij blijkt dat de motor vervangen moet worden.”
3.11.
Op 6 september 2023 ontvangt [gedaagde] een ingebrekestelling van (de advocaat van) [eiser]. Daarin wordt [gedaagde] verzocht de auto binnen zeven dagen op te halen, vervangend vervoer achter te laten, het gebrek te herstellen en geen kosten in rekening te brengen bij [eiser].
3.12.
Met een e-mail van 13 september 2023 reageert [gedaagde] op de ingebrekestelling. In zijn reactie biedt [gedaagde] aan de auto op te halen en van [eiser] terug te kopen voor € 7.805,00. Dit is het koopbedrag minus de korting die [eiser] kreeg omdat hij afzag van de BOVAG-garantie.
3.13.
Omdat [gedaagde] nog geen reactie had ontvangen op zijn voorstel van 13 september 2023, verzoekt hij [eiser] op 26 september 2023 om een reactie. [eiser] deelt (via zijn advocaat) mee niet akkoord te gaan met het voorstel van 13 september 2023 omdat de gehele koopsom moet worden terugbetaald.
3.14.
[gedaagde] antwoordt op dezelfde dag:
“[…]
Ten eerste hebben wij vanaf het begin aangegeven om de auto bij ons te laten brengen zodat we tot een oplossing zouden komen, ook nadat meneer toch had besloten de auto bij een andere garage neer te zetten.
Begrijp dus zoals al eerder genoemd überhaupt niet waarom deze stap is genomen, was geen enkele aanleiding toe.
Verder is het eigenlijk ook zelfs nog zo dat de schade aan de motor voorkomen had kunnen worden als meneer er na eerste diagnose niet meer verder had gereden.
In dat geval was de reparatie beperkt gebleven tot het vervangen van de distributieketting.
In het mail verkeer met Dhr. [eiser] heb ik destijds ook aangegeven dat er alleen met de auto verder gereden kon als de motor gewoon zonder problemen liep, waarop hij antwoorde dat de motor inhield.
Dus uw stelling dat wij dan weer de gehele auto ontvangen gaat niet op, wij krijgen een auto terug waarde motor van defect is terwijl dit had kunnen worden voorkomen.
Gezien bovenstaande vind ik ons aanbod méér dan redelijk en is het eigenlijk ook nog steeds onder protest gezien ik deze hele gang van zaken meer dan belachelijk vind.”
3.15.
Een reactie van (de advocaat van) [eiser] blijft uit en [gedaagde] schrijft op 9 oktober 2023:
“Beetje vreemd dat er wederom niet meer gereageerd word, maar lijkt mij dat het voor alle partijen wenselijk is om dit af te handelen, dus wat is de status op dit moment?
En als uw dient dus zoals gemeld niet akkoord is met ons voorstel stel ik nogmaals voor dat de auto naar ons toe gebracht worden zodat wij het euvel gaan herstellen.
Wij zijn echter niet verplicht te voorzien in vervangend vervoer en ook niet om het voortuig daarop te halen, uw client heeft alle kans gehad om het voertuig direct na het stranden bij ons af te leveren, zoals ook door ons gevraagd, maar heeft er zelf voor gekozen dit niet te doen.”
3.16.
Op 10 oktober 2023 deelt [eiser] (via zijn advocaat) mee akkoord te gaan met het voorstel onder de voorwaarde dat de auto wordt opgehaald en er geen kosten in rekening worden gebracht voor het herstel.
3.17.
Op 11 oktober 2023 antwoordt [gedaagde] dat hij de auto kosteloos zal repareren, maar dat [eiser] ervoor moet zorgen dat de auto naar [gedaagde] wordt getransporteerd of, als [gedaagde] het transport moet regelen, dit € 300,00 kost.
3.18.
Op dit laatste voorstel krijgt [gedaagde] geen reactie. Op 27 november 2023 brengt [eiser] de dagvaarding uit.

4.Het geschil

Wat vordert [eiser]?
4.1.
[eiser] vordert primair dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van € 8.400,00 bij volledige ontbinding van de koopovereenkomst of een evenredig deel van de koopsom als de koopovereenkomst partieel wordt ontbonden. Bovendien vordert [eiser] een dwangsom van € 500,00 per dag (tot een maximum van € 20.000,00) dat [gedaagde] na het vonnis de auto niet ophaalt, geen deugdelijk vrijwaringsbewijs verschaft en daarmee [eiser] bevrijdt van zijn kentekenhouderverplichtingen.
4.2.
Subsidiair vordert [eiser] dat hem het recht toekomt om de auto te laten herstellen door een derde en de kosten van dit herstel te verhalen op [gedaagde]. Voor het geval dat de kantonrechter dit toewijst en [gedaagde] de auto onder zich heeft, vordert [eiser] dat [gedaagde] wordt veroordeeld om op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag (tot een maximum van € 20.000,00) de auto af te geven aan [eiser].
4.3.
[eiser] vordert bovendien dat [gedaagde] wordt veroordeeld om aanvullende schadeposten te betalen, waaronder de motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies, extra kosten en de buitengerechtelijke incassokosten. Ook vordert [eiser] dat [gedaagde] de wettelijke rente over de hoofdsom en over het bedrag aan aanvullende schadeposten moet betalen. Verder vordert [eiser] betaling door [gedaagde] van de kosten van deze procedure.
4.4.
Aan zijn vordering legt [eiser] ten grondslag dat de auto gebrekkig is vanwege een defecte distributieketting, defecte motor en het niet draaien van de compressie van de kleppen. Hierdoor kan er niet worden gereden met de auto. Dit betekent dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt. In dat geval is [gedaagde] op grond van de wet verplicht de auto te herstellen of te vervangen. Omdat [gedaagde] dit niet heeft gedaan, is [eiser] bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden dan wel het herstel op kosten van [gedaagde] te laten uitvoeren door een derde. Ook komt [eiser] het recht toe om de schade (de motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies en de extra kosten) op [gedaagde] te verhalen.
Wat is daarop de reactie van [gedaagde]?
4.5.
[gedaagde] voert verweer. Er waren geen aanwijzingen die erop zouden duiden dat er een probleem was met de distributieketting. Renault kent ook geen vervangingstermijn voor de distributieketting. De oorzaak zou ook buiten de auto kunnen liggen en het doorrijden in Frankrijk door [eiser] heeft voor meer schade gezorgd. Volgens [gedaagde] heeft hij zich vanaf het begin oplossingsgericht opgesteld, maar hem is geen kans geboden een eigen diagnose van het probleem te stellen en het probleem op te lossen. [gedaagde] betwist daarnaast dat hij de extra kosten moet betalen, omdat deze niet aan de orde zouden zijn geweest als [eiser] niet had gehandeld zoals hij heeft gedaan.

5.De beoordeling

Er is sprake van een consumentenkoop
5.1.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat [eiser] een natuurlijke persoon is die bij de koop van de auto niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. [gedaagde] heeft wel gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Dit betekent dat de koopovereenkomst die partijen hebben gesloten, wordt gekwalificeerd als een consumentenkoop (artikel 7:5 BW). Een consumentenkoop brengt met zich dat er bijzondere wettelijke bepalingen gelden.
De auto beantwoordt niet aan de koopovereenkomst
5.2.
Door een probleem met de compressie van de kleppen en doordat de distributieketting en motor defect zijn, stelt [eiser] dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, met andere woorden, dat de auto non-conform is. Van non-conformiteit is volgens de wet sprake als de auto, gelet op de aard ervan en de mededelingen van [gedaagde] over de auto, niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Volgens de wet mag [eiser] verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik ervan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen (artikel 7:17 BW).
5.3.
In beginsel moet een koper aantonen dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, maar om een consument te beschermen, kent de wet bij een consumentenkoop een bijzondere regel. Op grond van die regel, wordt vermoed dat de auto al bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, als zich binnen één jaar na die aflevering een gebrek openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de afwijking of de aard van de auto zich tegen dit vermoeden verzet (artikel 7:18a lid 2 BW).
5.4.
Alhoewel de precieze oorzaak onbekend is, is tussen partijen niet in geschil dat de distributieketting van de auto is geknapt en de motor moet worden vervangen.
5.5.
De distributieketting is in augustus 2023, één maand na de koop, geknapt. Vanwege het bewijsvermoeden, is het gevolg daarvan dat de kantonrechter ervan moet uitgaan dat de auto non-conform was ten tijde van de aflevering van de auto aan [eiser].
5.6.
[gedaagde] stelt dat hij het knappen van een distributieketting nog niet eerder heeft meegemaakt, er geen aanwijzingen waren dat er een probleem met de ketting was of eraan zat te komen en Renault ook geen vervangingstermijn kent voor de ketting. Dit is onvoldoende om het bewijsvermoeden dat de gebreken aan de auto al op het moment van aflevering bestonden, te weerleggen. Daar komt bij dat [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat het in de praktijk bij verschillende automerken wel eens voorkomt dat de distributieketting vervangen moet worden. [gedaagde] stelt ook dat meer schade is ontstaan (dat wil zeggen, niet alleen de distributieketting moet worden vervangen, maar ook de motor) doordat [eiser] is blijven doorrijden nadat het storingslampje van de brandstofsensor ging branden. Los van het feit dat [eiser] betwist dat hij hierdoor meer schade heeft veroorzaakt, is deze stelling – die [gedaagde] ook verder niet onderbouwt – onvoldoende om het bewijsvermoeden te weerleggen.
5.7.
De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat de auto die [gedaagde] aan [eiser] heeft geleverd, niet voldoet aan de koopovereenkomst. Dit betekent dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst.
[eiser] heeft [gedaagde] onvoldoende gelegenheid geboden tot herstel
5.8.
Wanneer de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, biedt de wet de koper van de zaak een aantal mogelijkheden. Zo mag een koper eisen dat de zaak op kosten van de verkoper, binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor hem als koper, wordt hersteld of wordt vervangen (artikel 7:21 lid 1, 2 en 3 BW). Als de verkoper na aanmaning niet binnen een redelijke tijd overgaat tot herstel, is de koper bevoegd het herstel door een derde te laten uitvoeren en de kosten daarvan op de verkoper te verhalen (lid 6).
5.9.
De koper heeft volgens de wet ook de mogelijkheid om de koopovereenkomst te ontbinden, maar daarbij geldt dat de verkoper eerst moet zijn tekortgeschoten in zijn verplichting om de zaak binnen een redelijke termijn en zonder overlast voor de koper, te herstellen of te vervangen (artikel 7:22 lid 1 sub a BW en lid 2). Met andere woorden, het bieden van de mogelijkheid om de zaak te herstellen, is een voorwaarde die de koper moet vervullen voordat de koopovereenkomst kan worden ontbonden. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] niet aan deze voorwaarde heeft voldaan.
5.10.
Pas één week na het stranden van de auto, brengt [eiser] [gedaagde] daarover op de hoogte en deelt [eiser] mee dat de auto naar Nederland wordt gebracht. Toen had [eiser] al besloten om de auto naar een garage in [plaats] te laten vervoeren, maar op de vraag van [gedaagde] of [eiser] de auto naar hem laat vervoeren zodat hij kan beoordelen wat er aan de hand is, antwoordt [eiser] niet.
5.11.
Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] uitgelegd dat de keuze om de auto niet naar [gedaagde] te laten brengen, was ingegeven door praktische redenen. De garage in [plaats] was vlakbij zijn huis en omdat al zijn spullen nog in de auto lagen, kon hij daar in ieder geval makkelijk bij. Desgevraagd heeft [eiser] ook verklaard dat hij, voordat hij de keuze over het vervoer naar Nederland had gemaakt, niet met [gedaagde] heeft overlegd. Hij heeft op dat moment ook helemaal niet aan [gedaagde] gedacht. Het was namelijk een chaotische en stressvolle periode, omdat met de verzekeraar een oplossing moest worden gevonden en hij in verband met zijn werk zo snel mogelijk terug naar Nederland moest, aldus [eiser].
5.12.
Ook nadat [eiser] de diagnose van de garage in [plaats] met [gedaagde] deelt, reageert [gedaagde] gelijk en welwillend. [gedaagde] biedt aan mee te denken over een andere/goedkopere oplossing. [gedaagde] geeft daarbij aan dat de auto op een of andere manier naar hem zal moeten komen. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] uitgelegd dat hij hierop niet heeft gereageerd, omdat door de hoogte van de reparatiekosten de moed hem in de schoenen zakte en hij had opgezocht dat de wettelijke garantie van toepassing zou kunnen zijn.
5.13.
Door de beslissing van [eiser] om de auto vanuit Frankrijk naar [plaats] te laten vervoeren, zijn de kosten van vervoer van de auto van [plaats] naar de garage van [gedaagde] in Nijkerk een belemmering gebleken voor een oplossing. De kantonrechter wil wel aannemen dat [eiser] na het stranden met zijn auto in Frankrijk in stressvolle omstandigheden kwam te verkeren. Dat hij er in die situatie voor koos de auto naar een garage in [plaats] te laten vervoeren, betekent in de gegeven omstandigheden echter niet dat [eiser] de gevolgen van die keuze op [gedaagde] kan afwentelen. Hij heeft geen contact met [gedaagde] gezocht om te overleggen of er een praktische oplossing mogelijk is voor de spullen die nog in de auto liggen, voor het geval de auto naar [gedaagde] zou worden gebracht. Ook bericht hij [gedaagde] niet over de uiteindelijke beslissing om de auto te vervoeren naar een andere garage in [plaats]. Dit terwijl hij over de in Frankrijk ervaren problemen daarvoor telkens meteen per e-mail contact heeft opgenomen met [gedaagde], die op zijn beurt steeds snel meedacht over oplossingen en ook naar transport heeft gevraagd. Op het moment dat overleg met [gedaagde] over een oplossing het meest voor de hand lag, is [eiser] het overleg uit de weg gegaan en heeft hij [gedaagde] met de diagnose van de auto door een andere garage voor voldongen feiten gesteld.
De (gedeeltelijke) ontbinding van de koopovereenkomst wordt afgewezen
5.14.
De voorgaande overwegingen leiden de kantonrechter tot het oordeel dat [eiser] [gedaagde] niet daadwerkelijk de gelegenheid heeft gegeven om de auto te herstellen. Dit betekent dat [gedaagde] niet tekortgeschoten is in deze verplichting en [eiser] de koopovereenkomst niet (gedeeltelijk) kan ontbinden. Omdat de koopovereenkomst niet wordt ontbonden, bestaat er ook geen ongedaanmakingsverbintenis op grond waarvan de auto zou moeten teruggaan naar [gedaagde]. De kantonrechter zal de vordering tot het – op straffe van een dwangsom – ophalen van de auto en het afgeven van een vrijwaringsbewijs, dan ook afwijzen.
Het herstel door een derde op kosten van [gedaagde] wordt afgewezen
5.15.
De kantonrechter is hiervoor tot het oordeel gekomen dat [gedaagde] niet is tekortgeschoten in zijn verplichting om de auto te herstellen. Het gevolg daarvan is dat [eiser] niet de bevoegdheid toekomt om het herstel op kosten van [gedaagde] door een derde te laten uitvoeren (artikel 7:21 lid 6). De vordering van [eiser] daartoe wijst de kantonrechter af.
De vorderingen tot vergoeding van kosten wordt afgewezen
5.16.
Met het afwijzen van de primaire en subsidiaire vordering, komen de vorderingen tot vergoeding van de motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies, extra kosten, buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente niet voor toewijzing in aanmerking. De kantonrechter zal deze vorderingen dan ook afwijzen.
Proceskosten
5.17.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde] betalen. Omdat [gedaagde] zonder gemachtigde procedeert en geen andere kosten heeft opgegeven, worden deze kosten begroot op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van [eiser] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.R.H. Lutjes en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2024.