Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 13 maart 2024.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ex-echtgenoten over de overdracht en levering van hun voormalige echtelijke woning. De eiser stelt dat de gedaagde ten onrechte weigert mee te werken aan de overdracht, zoals vastgelegd in een eerdere beschikking van de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft op 27 maart 2024 geoordeeld dat de gedaagde inderdaad haar medewerking moet verlenen aan de overdracht van de woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in een eerdere beschikking is veroordeeld tot het verlenen van haar medewerking aan de toebedeling van de woning aan de eiser. De eiser heeft zijn verplichtingen uit de beschikking nagekomen, en de gedaagde kan haar medewerking niet weigeren op basis van niet-nakoming van andere afspraken die niet in de beschikking zijn opgenomen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de eiser toegewezen en de gedaagde veroordeeld om binnen een week mee te werken aan de ondertekening van de benodigde notariële akte(n). Tevens is de eiser gemachtigd om, bij gebreke van medewerking van de gedaagde, de benodigde akte(n) mede namens haar op te stellen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.