3.4.Voorafgaand aan het getuigenverhoor heeft [partij B] bij akte een rapport van [naam 1] d.d. 28 september 2023 in het geding gebracht. In het rapport staat onder meer het volgende:
“Naast de voorraad krachtvoer welke aanwezig was op 1 januari 2021 is
het volgende krachtvoer aangekocht tot 1 november 2021.
06-01-2021 4.042kg Dairy calf
31-01-2021 2.010kg Dairy calf
16-09-2021 2.186 kg Dairy calf
05-10-2021 100 kg Dairy Fit
20-10-2021 2.004 kg Dairy calf*
Totaal 10342 kg krachtvoer
*Deze hoeveelheid telt slechts voor een deel mee in de
voerconsumptie van de betreffende kalveren. De voeropname van
deze laatste levering van 20-10-2021, samen met de niet bekende
voorraad per 1 januari 2021, is dit ongeveer 750 kg.
Om elke vorm van discussie te voorkomen berekenen wij slechts 342
kg. De totale voorraad welke is aangeboden en gebruikt in de door de
rechtbank aangegeven periode van 1 januari 2021 tot 1 november
2021 is derhalve 8.000 kg.
Verder is nog op verzoek van [partij A] extra ruwvoer toegevoegd, te
weten:
18-09-2021 1 pallet gemalen tarwestro
05-10-2021 36 zak gehakseld tarwestro
Normering/advies krachtvoer door WUR:
Wageningen Universiteit (WUR) geeft in eerdere adviezen voor
jongvee voor toekomstige melkproductie als advies 1,5 tot 2 kg per
dag krachtvoer tot een leeftijd van ong. 8 maanden aan, daarna
afbouwen tot 0 tot de leeftijd van 1 jaar. In onze berekening wordt
uitgegaan van het gemiddelde van de door WUR geadviseerde
hoeveelheid, terwijl de laagst geadviseerde hoeveelheid reeds
voldoende is voor een verantwoord rantsoen.
Meer recente adviezen van WUR voor specialistische bedrijven voor de
opkweek van jongvee voor melkveehouderij geven een lagere
hoeveelheid aan. Om elke vorm van discussie te voorkomen hebben
wij de hoogste adviezen aangehouden.
Tot de dieren 8 maanden oud zijn is een gemiddelde hoeveelheid
krachtvoer van 1,75 kg/dag per dier ruim voldoende volgens WUR.
Daarna tot 12 maanden aflopend van 1,75 kg per dag naar 0 hetgeen
0,875 kg/dag per dier betekent over deze periode van 4 maanden (122
dagen).
Uit de berekening van de leeftijden blijkt dat de dieren, in
tegenstelling tot de contractuele leeftijd van aanleveren van 4
maanden, de kalveren door [partij A] bij [partij B] worden afgeleverd
met een gemiddelde leeftijd van slechts 3,3 maanden oud.
Een kalf van 4 maanden is 122 dagen oud en een kalf van 3,3 maand is
slechts 100 dagen oud, een significant verschil van maar liefst 20%.
De gemiddelde tijdsduur van de kalveren na levering door [partij A],
met een leeftijd van 3,3 maanden tot deze de leeftijd van 8 maanden
hebben bereikt is 4,7 maand hetgeen 142 dagen krachtvoer betekent.
142 dagen van 1,75 kg/dag is 249 kg per kalf nodig tot een leeftijd
van 8 maanden.
Van 8 tot 12 maanden is 122 dagen, dit betekent 122 dagen x 0,875
kg/dag is 107 kg. Totaal krachtvoer volgens het gemiddelde van het
het advies van WUR van 1 januari 2021 tot 1 november 2021 per kalf
voor de in de lijst geleverde kalveren tot een leeftijd van 1 jaar is
bereikt, is 249 kg + 107 kg is 356 kg per kalf.
Op basis van het gemiddelde van het WUR advies is de geadviseerde
hoeveelheid krachtvoer 356 kg per kalf gemiddeld.
Echter zijn de door ons ontvangen gegevens dermate precies dat we
per kalf de aantallen dagen kunnen berekenen tot de leeftijd van 8
maanden en de daarbij behorende hoeveeldhed krachtvoer. Ook het
aantal dagen per kalf van 8 tot 12 maanden met de bijbehorende
hoeveelheid benodigd krachtvoer kan worden berekend.
Dit wordt verder in het rapport weergegeven.
Adviezen van voerleveranciers worden niet door ons gebruikt vanwege
de grote verscheidenheid in voersamenstellingen en -adviezen, welke
vrijwel altijd gericht zijn op maximale hoeveelheden.
Zoals eerder gemeld is recent door Wageningen een speciale studie
gedaan voor grotere, gespecialiseerde jongvee opfokbedrijven, voor
melkvee.
Hieruit blijkt dat een voeraanbod van 1,07 kg per dag als norm wordt
gehanteerd tot de leeftijd van 1 jaar. Dit is significant minder dan de
door NCE gebruikte (oudere) hogere adviesnormen.
Normering uitval door WUR:
Voor wat betreft uitval tijdens de opfokperiode wordt door WUR een
percentage van 2-3 procent aangehouden, wij nemen 2,5 procent als
gemiddelde.
Tijdens de duur van het contract heeft [partij B] totaal 114 dieren
afgeleverd bij [partij A].
Dit betekent dat er 2,5 procent x 114 = 2,85 dier uitval zou mogen
zijn. Bij [partij A] is slechts 1 dier van de 114 afgeleverde dieren
verloren gegaan, het geen slechts 0,88 procent betekent, dat is
ongeveer tweederde minder dan de prognose van WUR, bijzonder
goed derhalve.
Van de 26 door de rechtbank genoemde dieren zijn er op 1 januari
2021 een aantal van 15 jonger dan 1 jaar volgens een eerdere opgave
in de dagvaarding waarop de schadeberekening is gebaseerd. Van de
15 dieren is er 1 doodgegaan, 3 maanden na aankomst bij [partij B],
het kalfje was slechts 3 maanden oud toen ze bij [partij B] aankwam.
Bij levering door [partij A] is de leeftijd gemiddeld 3,3 maanden. De
eerste 3,3 maanden worden de kalveren door [partij A] gevoerd. Dat
betekent dat alleen kalveren die na 10 april 2020 zijn geleverd door
[partij A] bij [partij B] de door WUR geadviseerde hoeveelheid
krachtvoer tot hun beschikking moeten hebben gehad. De hoeveelheid
krachtvoer welke werd aangeboden aan het vee in 2021 gedurende de
periode van 1 januari 2021 tot 1 november 2021 was 10.342 kg kg.
Zoals vorenbeschreven wordt van deze geleverde hoeveelheid slechts
8.000 kg berekend.
Dit is genuttigd door de 15 kalveren met de leeftijd tussen 3,3 en 12
maanden, na een leeftijd van 12 maanden kan de hoeveelheid
krachtvoer teruggebracht worden tot nihil.
Aan 15 van de 26 door de rechtbank genoemde dieren is derhalve
8.000 kg krachtvoer aangeboden tijdens de periode van januari 2021
tot november 2021. Van de 26 dieren waren 15 kalveren tot 1 jaar die
dit speciale krachtvoer krijgen.
Navolgend is het gemiddelde krachtvoergebruik berekend aan 356 kg
per kalf gedurende de berekende gemiddelde tijd dat deze bij
[partij B] hebben gestaan tot ze 1 jaar oud waren.
In betreffende periode waren nog 8 kalveren jonger dan 1 jaar
aanwezig welke niet het eigendom waren van [partij A]. Op basis van
exacte gegevens hebben deze kalveren een hoeveelheid voer
geconsumeerd van 1.550 Kg gedurende een periode van 1.035 dagen.
Verder in dit raport wordt dit uitgebreid beschreven en verantwoord
in bijlage 4. Voor de resterende 15 kalveren was derhalve een
hoeveelheid van 8.000 Kg -/- 1.550kg = 6.450 Kg.
Totaal derhalve 15 kalveren met een aangeboden hoeveelheid
krachtvoer van 6.450 kg is gemiddeld 430 kg per kalf.
Dit is ver boven het advies van 356 kg per kalf volgens WUR. Indien we
een correctie berekenen van het kalf wat verloren is gegaan wordt de
hoeveelheid per kalf nog hoger.
De kalveren worden in aparte leeftijdvakken gehouden in een grote
stal.
Met de precieze gegevens over de dagen welke bekend zijn per kalf
dat deze bij [partij B] is geweest is, naast de meer globale
bovenstaande (controle) berekening, een exacte berekening gemaakt.
Er zijn 15 dieren geleverd door [partij A], jonger 8 maanden geweest die
samen 1.160 dagen 1,75 kg per dag hebben nodig gehad. = 2.030 kg
Er zijn 15 dieren geweest van 8-12 maanden die totaal 1.585 dagen
0,875 kg hebben nodig gehad.= 1 387 kg
Totaal generaal nodig krachtvoer voor dieren [partij A] 3.417 kg (228 kg
per dier)
Plus 8 dieren van andere eigenaar, waarvan de voerbehoefte is
berekend per dag dat deze dieren aanwezig waren in 2021 in de
betreffende periode,te weten 1.550 kg, 194 kg per dier. Deze dieren
waren gemiddeld deels significant ouder dan de gemiddelde leeftijd
van de dieren van [partij A] en hebben derhalve voor een kortere tijd en
minder voer per dag nodig gehad. Een ander deel was veel jonger dan
de gemiddelde leeftijd van de door [partij A] geleverde dieren en
hebben de eerste zes weken melk gevoerd gekregen.
De berekening van de dieren van [partij A] is in een excel bestand
opgenomen waaruit blijkt dat de kalveren van [partij A] een totale
hoeveelheid krachtvoer moeten hebben gekregen van 3.417 kg, plus
de 8 kalveren van anderen welke op dezelfde manier worden
berekend, wordt dit een totaal van 3.417 kg plus 1839 kg is 5.256 kg.
In het excel bestand staan in de kolom blauw alle 26 dieren welke in
de dagvaarding worden genoemd en waar de schade op wordt
gebaseerd.
Hiervan zijn 12 dieren ouder dan 1 jaar en krijgen geen krachtvoer,
dit zijn de dieren welke met een zwarte kolom worden aangegeven.
Dan is er een groene kolom en groene nummers, dit zijn de kalveren
welke jonger zijn dan 1 jaar (tussen 3,3 maand en 1 jaar)
Er is 1 geel gemarkeerd nummer, dit is het kalf dat is doodgegaan.
Resume hoofdlijnen opdracht:
1) De krachtvoer voorraad en inkoop in 2021 blijkt meer dan ruim voldoende te
zijn voor de jonge kalveren in 2021 op het bedrijf van [partij B].
2) De uitval van 1 kalf op 1 14 geleverde dieren is ver beneden de norm.
3) De kalveren zijn gemiddeld veel jonger (20%) aangeleverd bij [partij B] dan
de contractureel afgesproken leeftijd van 4 maanden. Het is een bekend feit
dat het verplaatsen van jonge dieren altijd gepaard gaat met stress en
aanpassingen. Naar mate een dier jonger is wordt de stress en aanpassing
moeilijker en gevoeliger. Op basis daarvan kan een deel van de door [partij A]
gestelde achterstand van de dieren in groei en ontwikkeling in een latere
fase van het leven van de dieren worden verklaard.
De kalfjes die bij [partij B] aankwamen hadden een lange tijd moeite met
het opnemen van het krachtvoer. Het is [partij B] niet bekend wanneer
[partij A] stopt met het voeren van melk.
Van de 114 dieren welke door [partij B] zijn opgefokt zijn er 26 dieren waar
[partij A] aanmerkingen op heeft. Dat betekent dat er 88 dieren wet voldoende
zijn gegroeid, deze hebben allemaal hetzelfde voer aangeboden gekregen.
Op basis van verifieerbare gegevens is bovenstaande rapport opgesteld.
Aldus gedaan naar beste kunnen en weten om te dienen daar waar zulks zal behoren.”