ECLI:NL:RBOVE:2024:162
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van loon en wettelijke verhogingen in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, werkzaam als meubelmaker bij De Interieurbouwers B.V., en zijn werkgever, De Interieurbouwers B.V. Eiser vorderde betaling van zijn loon over de maanden oktober en november 2023, dat niet tijdig was betaald. De gedaagde partij, De Interieurbouwers, was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend. Eiser heeft op 29 december 2023 de dagvaarding met producties aan De Interieurbouwers laten betekenen, en de mondelinge behandeling vond plaats op 9 januari 2024.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke vereisten voor de betekening van de dagvaarding zijn nageleefd. Eiser heeft tijdens de zitting toegelicht dat het loon over de maanden november en december 2023 inmiddels is betaald, en heeft zijn vordering dienovereenkomstig verminderd. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van het toekomstige loon afgewezen, omdat dit nog niet opeisbaar was. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de wettelijke verhogingen van 38% over het loon van oktober 2023 en 34% over het loon van november 2023 toegewezen, evenals de wettelijke rente over het loon van november 2023.
De proceskosten zijn vastgesteld op € 747,42, en De Interieurbouwers is veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter M.J.C.M. Manders op 9 januari 2024.