ECLI:NL:RBOVE:2024:1609

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
71.102984.23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake onjuiste bedragen in vonnis van 22 maart 2024

Op 25 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een herstelvonnis uitgesproken in de zaak van de officier van justitie tegen een verdachte, geboren in 1999. Dit herstelvonnis volgde op een eerdere uitspraak van 22 maart 2024, waarin een kennelijke fout was geconstateerd met betrekking tot de bedragen die in beslag waren genomen. De rechtbank stelde vast dat het bedrag van € 1.170,-- dat in het eerdere vonnis was vermeld, onjuist was. Het juiste bedrag zou € 1.140,-- moeten zijn, wat de rechtbank als een eenvoudige fout beschouwde die kon worden hersteld.

In het herstelvonnis werd bepaald dat een bedrag van € 250,-- verbeurd werd verklaard, en dat de teruggave van € 30,-- en € 1.140,-- aan de verdachte zou plaatsvinden. De rechtbank verduidelijkte dat het herstelvonnis het oorspronkelijke vonnis volledig in stand laat, voor zover niet gewijzigd, en dat dit herstelvonnis een onverbrekelijk geheel vormt met het oorspronkelijke vonnis. Er werd geen nieuwe termijn voor hoger beroep ingesteld, en de griffier zal het herstelvonnis aan het oorspronkelijke vonnis hechten en aan de betrokken partijen toezenden.

De beslissing werd opgemaakt door de voorzitter en twee rechters, met de griffier die het document ondertekende. Het is vermeldenswaard dat rechter N.J.C. Monincx niet in de gelegenheid was om het herstelvonnis mede te ondertekenen, wat in het document is opgenomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.102984.23
Datum herstelvonnis: 25 maart 2024
Herstelvonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats],
wonende aan de [adres].

1.De aanleiding en de beoordeling

De rechtbank heeft geconstateerd dat in het dictum van het vonnis van 22 maart 2024 op pagina 5, onder het kopje “
de in beslag genomen voorwerpen” staat vermeld: “
gelast de teruggavevan (het overige van) de onder de nummers 1 en 2 van de beslaglijst in beslag genomen geldbedragen, te weten
€ 30,--en (1.390 - 250 =)
€ 1.170,--aan [verdachte].” De rechtbank heeft vastgesteld dat hier sprake is van een kennelijke fout, aangezien het tweede geldbedrag (1.390 – 250) € 1.140,-- moet zijn en niet € 1.170,--.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

2.De beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tekst onder het kopje “
de in beslag genomen voorwerpen” onder het kopje “10. De beslissing”, op pagina 5 van het vonnis als volgt (bij herstel) dient te worden gelezen:
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart verbeurdeen deel van het onder nummer 2 van de beslaglijst in beslag genomen geldbedrag, te weten
€ 250,--;
-
gelast de teruggavevan (het overige van) de onder de nummers 1 en 2 van de beslaglijst in beslag genomen geldbedragen, te weten
€ 30,--en (1.390 - 250 =)
€ 1.140,--aan [verdachte].
Dit herstelvonnis laat het oorspronkelijke vonnis, voor zover niet gewijzigd, volledig in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke vonnis en doet geen nieuwe termijn voor hoger beroep ingaan. De griffier zal dit herstelvonnis hechten aan het oorspronkelijke vonnis en aan partijen toezenden.
Deze herstelbeslissing is opgemaakt door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. M.J.A.L. Beljaars en mr. N.J.C. Monincx, rechters, bijgestaan door mr. L.C. Folkerts, griffier, en ondertekend op 25 maart 2024.
Buiten staat
Mr. N.J.C. Monincx is niet in de gelegenheid dit herstelvonnis mede te ondertekenen.