ECLI:NL:RBOVE:2024:1586
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hennepzaak met betrekking tot diefstal van elektriciteit en water
Op 26 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd van het telen van hennep, diefstal van elektriciteit en diefstal van water. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet bewezen kon worden dat zij de ten laste gelegde feiten heeft begaan en heeft haar daarvan vrijgesproken. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 maart 2024, waar de officier van justitie, mr. A. Sarantoudis, en de raadsman van de verdachte, mr. V.P.J. Tuma, hun standpunten naar voren brachten. De verdachte was beschuldigd van het beroepsmatig telen van hennep in een woning, het stelen van elektriciteit van Enexis en het stelen van water van Vitens. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte regelmatig in de woning aanwezig was waar de hennepkwekerij was aangetroffen, dit niet voldoende bewijs opleverde voor een veroordeling. De rechtbank vond de verklaring van de verdachte dat zij niets wist van de hennepkwekerij niet geloofwaardig, maar er was onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring te komen. De vordering van de benadeelde partij Enexis werd afgewezen, omdat de verdachte van het feit waar de vordering op was gebaseerd werd vrijgesproken. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, wat betekent dat zij deze alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen.