ECLI:NL:RBOVE:2024:1551
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om machtiging tot uithuisplaatsing van een pasgeboren baby met aandacht voor ouders problematiek
In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 maart 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot machtiging voor de uithuisplaatsing van een pasgeboren baby. De kinderrechter heeft in begrijpelijke taal uiteengezet welke afwegingen zijn gemaakt om tot dit besluit te komen. Het belang van de baby om in een veilige en stabiele opvoedomgeving te worden geplaatst, weegt zwaarder dan de wens van de ouders om zelf voor de zorg te dragen. De uitspraak benadrukt dat er al langere tijd sprake is van hardnekkige problematiek bij de ouders, wat heeft geleid tot eerdere uithuisplaatsingen van andere kinderen. Ondanks deze problematiek is het van belang om bij elk kind opnieuw te beoordelen wat in het belang van het kind is, in dit geval het vierde kind van de ouders. De ouders hebben een duidelijke opdracht meegekregen voor de komende maanden om aan de situatie te werken. De beschikking van 19 maart 2024 bevatte een schrijffout die ambtshalve is hersteld, waarbij de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing is aangepast van 19 september 2025 naar 19 september 2024. Deze verbetering is geacht een onverbrekelijk onderdeel te zijn van de eerdere beschikking.