4.3Eiseres heeft zich bij brief van 28 juni 2019 bij het Uwv toegenomen arbeidsongeschikt gemeld. Eiseres ontwikkelde een hernia umbilicalis en is op 26 september 2019 geopereerd. Bij besluit van 27 november 2019 heeft het Uwv eiseres in aanmerking gebracht voor een WIA-uitkering met ingang van 26 september 2019. Eiseres wordt (tijdelijk) voor 80-100% arbeidsongeschikt beschouwd vanwege de operatie. Op 9 december 2021 zou een herbeoordeling moeten plaatsvinden maar vanwege de zwangerschap van eiseres is deze beoordeling verplaatst.
5. De herbeoordeling heeft plaatsgevonden in augustus 2022. Het Uwv heeft verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek verricht. Dit heeft geleid tot besluitvorming zoals weergegeven onder het kopje ‘Inleiding’.
Het standpunt van het Uwv
6. Het Uwv heeft in het bestreden besluit vastgesteld dat eiseres per 13 november 2022 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering omdat de mate van arbeidsongeschiktheid lager is dan 35% (0%). Volgens het Uwv is eiseres gelet op de beperkingen zoals vastgelegd in de – in bezwaar aangepaste – Functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 21 augustus 2023 in staat om de voorbeeldfuncties van Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) (SBC-code 111180), Administratief ondersteunend medewerker (SBC-code 315100) en Telefonist (centrale), medewerker callcenter (inbound) (SBC-code 315174) te vervullen. Aanvullend acht het Uwv eiseres geschikt voor de functie Telefonisch verkoper (outbound) (SBC-code 315173). Hiervoor baseert het Uwv zich op de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 21 augustus 2023 en van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 23 augustus 2023. Rekening houdend met een uitlooptermijn van twee maanden, heeft het Uwv de uitkering beëindigd met ingang van 13 november 2022. Daarnaast heeft het Uwv aan eiseres een dwangsom verbeurd ter hoogte van € 1.442,- vanwege het overschrijden van de beslistermijn.
Het standpunt van eiseres
7. Eiseres voert aan dat zij meer klachten en beperkingen heeft dan door de verzekeringsartsen is aangenomen. Eiseres heeft meermaals bij de verzekeringsarts aangegeven dat zij psychische klachten ondervindt en de verzekeringsartsen hebben hier ten onrechte geen onderzoek naar verricht. De psychische klachten hadden aanleiding moeten geven tot meer beperkingen in de rubrieken 1 en 2. Eiseres ervaart een hoge drempel om naar een psycholoog te gaan. De laatste 6 jaren is haar gezondheid verslechterd vanwege de buikklachten en eiseres ervaart dit als falen. Ze zit daarom al jaren niet goed in haar vel maar zet voor de buitenwereld een masker op. Door haar gezondheidsproblemen is eiseres veel kwijt geraakt en daardoor vaak terneergeslagen. Anders dan de verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt, betekent de omstandigheid dat eiseres naar een POH ging, en niet naar een psycholoog, niet dat haar psychische klachten te mild zijn om beperkingen aan te nemen. Immers blijkt uit het dagverhaal en de anamnese dat eiseres ernstige psychische klachten ervaart. Daarbij komt dat de keuze voor de behandeling bij de POH een kostenkwestie betreft. Volgens eiseres zijn de geclaimde beperkingen aannemelijk gelet op de consistentie tussen de stoornissen en beperkingen zoals blijkt uit het plausibele en consistente dagverhaal.
Eiseres voert verder aan dat het Uwv ten onrechte geen urenbeperking heeft aangenomen. Zo is gebleken dat eiseres na inspanning de volgende dag op bed moet liggen vanwege een stekende pijn in de buik. Ook heeft eiseres regelmatig last van hoofdpijn, kan ze weinig doen in het huishouden en krijgt ze veel hulp van familie. Eiseres is niet in staat om 8 uur per dag te werken. Uit het dagverhaal van eiseres blijkt dat sprake is van veel rustmomenten, en soms een hele dag niets meer kunnen doen. Dit zou volgens eiseres moeten leiden tot een urenbeperking wegens energetische redenen.
Beoordeling van de beroepsgronden
8. Op grond van artikel 5 van de Wet WIA is gedeeltelijk arbeidsgeschikt degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, doch die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
De beoordeling of iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt of gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek, aldus artikel 6, eerste lid, Wet WIA. Op grond van artikel 6, derde lid, Wet WIA wordt onder de genoemde arbeid verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de verzekerde met zijn krachten en bekwaamheden in staat is.
Bij het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten zijn regels gesteld betreffende de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de Wet WIA.
Is het onderzoek zorgvuldig?