Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen CCV GROUP B.V., handelend onder de namen CCV Nederland en CCV Holland, en een gedaagde partij die een doorlopend servicecontract had afgesloten voor het onderhoud van mobiele pinautomaten. Eiser, CCV, vorderde betaling van een openstaande factuur van € 286,77 voor het jaar 2023, alsook de ontbinding van de overeenkomst per 31 december 2023. De gedaagde partij had de factuur niet betaald en voerde verweer door te stellen dat de overeenkomst eind 2022 telefonisch was opgezegd en dat zij nooit de factuur had ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst niet was opgezegd of ontbonden en dat de jaarvergoeding verschuldigd was. De rechter wees de vorderingen van CCV toe, inclusief de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde in verzuim was geraakt en dat de kosten voor de incassowerkzaamheden vergoed dienden te worden. De totale te betalen som door de gedaagde, inclusief proceskosten, werd vastgesteld op € 773,34.