ECLI:NL:RBOVE:2024:1431

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
08.306656.23, 08.265262.23 (ttz. gev.) en 08.182227.23 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 36-jarige man voor woninginbraak en winkeldiefstal met voorwaardelijke gevangenisstraf en reclasseringseisen

Op 18 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 36-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 242 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De man is schuldig bevonden aan het medeplegen van diefstal in een woning door middel van braak en het plegen van winkeldiefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 16 november 2023 te Hengelo samen met anderen heeft ingebroken in een woning en daar diverse gereedschappen en andere goederen heeft gestolen. Daarnaast heeft hij op 11 oktober 2023 in Almelo goederen uit een winkel gestolen. De rechtbank heeft de proeftijd van een eerder vonnis verlengd met een jaar en bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een klinische opname. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de recidive van de verdachte en zijn problematische middelengebruik. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, en de proeftijd van een eerder vonnis is verlengd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer in Almelo.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08.306656.23, 08.265262.23 (ttz. gev.) en 08.182227.23 (tul) (P)
Datum vonnis: 18 maart 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
nu verblijvende in de [verblijfplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 maart 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. T. de Munnik en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. T. Geerdink, advocaat in Borne, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de zaak met parketnummer 08.306656.23:
met een of meer anderen heeft ingebroken/is ingeklommen in een woning dan wel een besloten erf en daar gereedschap, gereedschapskoffers, bouwmaterialen, een stofzuiger en een koffiezetapparaat heeft gestolen.
in de zaak met parketnummer 08-265262-23:
goederen uit een winkel heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
in de zaak met parketnummer 08.306656.23
hij op of omstreeks 16 november 2023 te Hengelo (O), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de
[adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen
de wil van de rechthebbende bevond(en),
diverse gereedschappen (waaronder een slijper en/of een hamer en/of een
cirkelzaag en/of een heggenschaar en/of een schuurmachine en/of een
schroefmachine) en/of
diverse gereedschapskoffers en/of
diverse bouwmaterialen (waaronder een bouwradio en/of een bouwlamp en/of
kitspuiten) en/of
een stofzuiger en/of
een koffiezetapparaat (Senseo),
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
in de zaak met parketnummer 08-265262-23
hij op of omstreeks 11 oktober 2023,
in de gemeente Almelo
gereedschap en/of/althans een (of meer) winkelproduct(en), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan de "Action", in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen;

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde onder de parketnummers 08.306656.23 en 08.265262.23 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de bewijsvraag.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder parketnummer 08.306656.23 en parketnummer 08-265262-23 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen. De rechtbank zal- nu verdachte deze feiten ondubbelzinnig heeft bekend en nadien door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
In de zaak met parketnummer 08.306656.23 [1]
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 maart 2024, voor zover inhoudend de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.
2. het proces-verbaal van aangifte, pagina 9, voor zover inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] ;
3. het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 12 en 13, voor zover inhoudend het relaas van de verbalisant;
4. het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 44 en 45, voor zover inhoudend het relaas van de verbalisant;
5. het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL0600-2023532527-55, door [verbalisant] opgemaakt en afgesloten op 25 januari 2024, voor zover inhoudend het relaas van de verbalisant.
In de zaak met parketnummer 08-265262-23 [2]
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 maart 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte;
2. het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 5 en 6, voor zover inhoudend de verklaring van [naam] ;
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 08.306656.23
hij op
of omstreeks16 november 2023 te Hengelo (O),
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te wetenaan de [adres 2] , alwaar verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
(en
),
diverse gereedschappen
(waaronder een slijper en
/ofeen hamer en
/ofeen cirkelzaag en
/ofeen heggenschaar en
/ofeen schuurmachine en
/ofeen schroefmachine) en
/ofdiverse gereedschapskoffers en
/ofdiverse bouwmaterialen
(waaronderen een bouwradio en
/ofeen bouwlamp en
/ofkitspuiten) en
/ofeen stofzuiger en
/ofeen koffiezetapparaat (Senseo),
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde
(n
)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of die weg te nemen goederen onder zijn//hun
bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbrekingen inklimming;
in de zaak met parketnummer 08-265262-23
hij op
of omstreeks11 oktober 2023,
in de gemeente Almelo
gereedschap
en/of/althans een (of meer) winkelproduct(en),in elk geval enig goed,
dat
/die geheel of ten deleaan de "Action",
in elk geval aan een ander
toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 en 311van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
in de zaak met parketnummer 08.306656.23
het misdrijf: diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
in de zaak met parketnummer 08-265262-23
het misdrijf: diefstal.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van acht maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van bijzondere voorwaarden, te weten: meldplicht bij de reclassering, klinische opname in de kliniek [kliniek] te [plaats] met daaraan voorafgaand opname bij [kliniek] ter overbrugging van de wachttijd voor die klinische opname, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole. Ten aanzien van de gevorderde gevangenisstraf dient de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering te worden gebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit aan verdachte een straf op te leggen conform de eis van de officier van justitie zodat verdachte op de datum van de uitspraak van het vonnis kan worden opgenomen in [kliniek] ter overbrugging van de wachttijd voor de klinische opname naar de kliniek [kliniek] te [plaats]. Artikel 63 Sv is van toepassing.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak met braakschade en aan winkeldiefstal. De woninginbraak heeft verdachte samen met een ander gepleegd. Verdachte en de medeverdachte hebben in die woning een zeer grote hoeveelheid gereedschap en andere spullen weggenomen. Door verdachtes handelen hebben de renovatiewerkzaamheden in de woning vertraging opgelopen terwijl daarnaast ook schade is veroorzaakt aan de woning. Bij het plegen van de woninginbraak zijn de verdachten planmatig te werk gegaan en zijn zij samen meerdere malen teruggegaan naar de betreffende woning om hun rooftocht voort te zetten. Na afloop is de buit verdeeld en afgesproken is dat ieder de helft van de opbrengst zou krijgen.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan winkeldiefstal.
Met de door verdachte gepleegde strafbare feiten heeft hij veel overlast en financiële schade veroorzaakt voor de gedupeerden en alleen aan zijn eigen financieel gewin gedacht. Daarnaast zorgt woninginbraak voor een gevoel van onveiligheid bij de slachtoffers en ook bij anderen in de samenleving die hiervan kennisnemen. Dit alles rekent de rechtbank verdachte in strafverzwarende zin aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 31 januari 2024, die 23 pagina’s telt. Hieruit blijkt dat verdachte veelvuldig (voornamelijk) wegens soortgelijke misdrijven is veroordeeld, onder meer wegens winkeldiefstal op 20 oktober 2023. De rechtbank zal, gelet op het bepaalde in artikel 63 Sr, hiermee rekening houden bij de strafoplegging.
Uit het advies van de Reclassering Nederland van 1 maart 2024 volgt dat verdachte een justitiële geschiedenis heeft van met name vermogensdelicten die samenhangt met zijn problematische middelengebruik. Criminogene factoren zijn met name gelegen in zijn psychosociaal functioneren (licht verstandelijke beperking, ADHD en/of vermoedelijke PTSS) en cocaïneverslaving. Als indirecte delict gerelateerde factoren worden de contacten met zijn sociale- en gebruikersnetwerk en zijn huisvestingssituatie ten tijde van de delicten aangemerkt. Verdachte is erg beïnvloedbaar en zou vaak worden gevraagd om te helpen bij het (mede-)plegen van strafbare feiten, waarbij hij vaak geen ‘nee’ kan zeggen. Ondanks eerdere (reclasserings-)trajecten is het verdachte tot op heden niet gelukt om zijn verslavingsproblematiek op een gedegen manier aan te pakken en een goed diagnostisch onderzoek uit te laten voeren. Zowel verdachte, als Tactus Reclassering en AZT waren in de periode vlak voor zijn insluiting van mening dat een klinische opname onvermijdelijk was. Er komen uit het onderzoek geen beschermende factoren naar voren. Ondanks dat verdachte momenteel door zijn detentie abstinent is en hij responsief is voor een opname- en behandelingstraject, wordt een verplichte klinische opname nodig geacht om hem het volledige traject van onderzoek en behandeling te laten voltooien en te voorkomen dat zijn zucht en vermijdingsgedrag er opnieuw toe zullen leiden dat een klinische opname voortijdig door hem wordt beëindigd. Er is hiervoor een indicatiestelling aangemaakt bij het IFZ op 6 februari 2024, waarna verdachte voor klinische behandeling is aangemeld bij de kliniek [kliniek] te [plaats]. Na een succesvolle klinische behandeling kan betrokkene mogelijk aansluitend worden geplaatst binnen Forensisch Beschermd Wonen (FBW) van Tactus te [plaats]. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog, evenals het risico op onttrekken aan voorwaarden. Bij een veroordeling wordt geadviseerd aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole.
De officier van justitie heeft op 3 maart 2024 per e-mailbericht en mondeling ter terechtzitting op 4 maart 2024 kenbaar gemaakt dat de aanmelding van verdachte bij de kliniek [kliniek] te [plaats] is geaccepteerd en dat verdachte op de wachtlijst is geplaatst. Het is ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting onduidelijk hoe lang de wachtlijst is. Om de (eventuele) wachttijd op de wachtlijst te overbruggen, is verdachte ook aangemeld voor een overbruggingsplek bij [kliniek] te [plaats] waar een bed op de detoxafdeling wordt vrijgemaakt zodat deze voor dit overbruggingsdoel kan worden gebruikt voorafgaand aan de klinische opname. Naar verwachting is daar op zeer korte termijn een plek beschikbaar.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank gelet op de geldende oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hieruit volgt dat voor een voltooide woninginbraak, waarbij sprake is van veelvuldige recidive, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden als uitgangspunt geldt en voor een winkeldiefstal waarbij sprake is van veelvuldige recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand.
De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf in dit geval recht doet aan de ernst van de feiten.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 242 dagen (acht maanden en twee dagen), waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden.
Verdachte kan dan op 19 maart 2024 aansluitend aan het onvoorwaardelijk deel van zijn gevangenisstraf naar zijn overbruggingsplek bij [kliniek].Vanwege de noodzaak van (voortzetting van) behandeling zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbinden. Verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard zich aan deze voorwaarden te houden.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
In de zaak met parketnummer 08.306656.23
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.628,59, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden toegewezen met uitzondering van het gevorderde bedrag voor verlies van inkomen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen dan wel dat bij toewijzing deze dient te worden gematigd. Het is niet duidelijk door wie de vordering is ingediend, een natuurlijk persoon of een rechtspersoon, terwijl daarnaast de schade onvoldoende is onderbouwd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het in de zaak met parketnummer 08.306656.23 ten laste gelegde feit. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn echter niet onderbouwd terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

8.De vordering tenuitvoerlegging

8.1.In de zaak met parketnummer 08.182227.23
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij onherroepelijk geworden vonnis van 20 oktober 2023 van de politierechter van deze rechtbank is de verdachte in de zaak met parketnummer 08.18227.23 veroordeeld voor zover van belang tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 20 oktober 2023.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de proeftijd met een jaar wordt verlengd en dat de bijzondere voorwaarden in deze zaak worden gewijzigd zodat deze thans komen te luiden zoals is geadviseerd door de reclassering in de hoofdzaak met parketnummer 08.306656.23.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de proeftijd met een jaar moet worden verlengd.
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich voor het einde van de proeftijd schuldig gemaakt aan het plegen van nieuwe strafbare feiten. Om het na de uitspraak van dit vonnis in te zetten traject van hulp en begeleiding niet te doorkruisen, ziet de rechtbank aanleiding om, in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf te gelasten, de proeftijd te verlengen met één jaar en daarbij de bijzondere voorwaarden te wijzigen als hierna te vermelden.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde in de zaken met parketnummer 08.306656.23 en parketnummer 08.265262.23 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
in de zaak met parketnummer 08.306656.23
het misdrijf: diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
in de zaak met parketnummer 08-265262-23
het misdrijf: diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
242 (tweehonderdtweeënveertig)dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
120 (honderdtwintig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene en bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd (op uitnodiging van de reclassering) meldt op het kantoor van Tactus Verslavingszorg en zich blijft melden op afspraken, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het toezicht uit te voeren;
- zich laat opnemen in de kliniek [kliniek] van Tactus te [plaats] of een nog nader te bepalen zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich voorafgaand aan de klinische opname (aansluitend aan zijn detentie) laat opnemen op een overbruggingsplek bij [kliniek] te [plaats];
- zich na het volbrengen van de klinische opname, laat behandelen door Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie en stabilisatie;
- na de klinische opname verblijft in Forensisch Beschermd Wonen van Tactus te [plaats] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan middelencontrole om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2] (parketnummer 08.306656.23): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
-
verlengtde proeftijd van de bij vonnis van 20 oktober 2023 van de politierechter in deze rechtbank in de zaak met parketnummer 08-18227-23 met een termijn van 1 (één) jaar;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
-
hefthet bevel tot voorlopige hechtenis
op met ingang van de dag (19 maart 2024)dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. S. Timmermans en
mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2024.
Buiten staat
Mr. S. Timmermans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023532937 van 21 november 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023471208 van 11 oktober 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.