Bijlage: Wettelijk kader
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet het bestuursorgaan de nodige kennis vergaren over de relevante feiten en af te wegen belangen bij de voorbereiding van een besluit. De beslissing op bezwaar moet op grond van artikel 7:12, eerste lid, van de Awb goed gemotiveerd zijn.
Wet maatschappelijk ondersteuning 2015 (Wmo 2015)
Artikel 2.3.6, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat indien de cliënt dit wenst, het college hem een persoonsgebonden budget verstrekt dat de cliënt in staat stelt de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken.
Artikel 2.3.6, tweede lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat een pgb wordt verstrekt indien:
a. de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
b. de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wenst geleverd te krijgen;
c. naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt.
Artikel 2.3.6, derde lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat bij het beoordelen van de kwaliteit als bedoeld in het tweede lid, onder c, het college meeweegt of de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt.
Het vierde lid van dit artikel houdt in dat bij verordening kan worden bepaald onder welke voorwaarden uit het pgb ondersteuning kan worden ingekocht bij personen die tot het sociale netwerk behoren.
Verordening Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) gemeente Hengelo 2020
Artikel 4.2.2. Professionele ondersteuning
Er is sprake van professionele ondersteuning als er sprake is van één van de in dit artikel genoemde situaties en de hulpverlener beschikt over een Verklaring omtrent gedrag (VOG) die na of kort voor indiensttreding bij zijn werkgever of de start van de ondersteuning is afgegeven:
b. Een zelfstandig werkende hulpverlener voldoet aan alle volgende, cumulatieve criteria:
i. staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en waarvan de activiteiten blijkens deze inschrijving bestaan uit het verlenen van ondersteuning die past binnen de kaders van de resultaatgebieden ondersteuning bij het huishouden, ondersteuning bij algemeen dagelijkse handelingen en vaardigheden (OB1 en OB2), ondersteuning wonen en verblijf, ondersteuning gericht op woningaanpassing en ondersteuning gericht op het zich verplaatsen binnen de leefomgeving;
ii. de belastingdienst beschouwt de hulpverlener in het kader van de hulpverlening aan de cliënt als ondernemer;
iii. de medewerker voldoet aan de kwaliteitseisen die aan een hulpverlener van een aanbieder worden gesteld en berekent een tarief dat marktconform is;
iv. de hulpverlener is geen eerste- of tweedegraads bloed-of aanverwant van degene aan wie hij ondersteuning biedt;
v. beschikt voor de resultaatsgebieden ondersteuning OB1 en OB2 die groepsgericht wordt ingezet en ondersteuning wonen en verblijf over een locatie waar meerdere cliënten tegelijk kunnen verblijven.
Artikel 5.1.1. Kwaliteitseisen
1. Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen conform artikel 3.1 van de wet, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, door:
a. het afstemmen van voorzieningen op de persoonlijke situatie van de cliënt;
b. het afstemmen van voorzieningen op andere vormen van zorg;
c. erop toe te zien dat beroepskrachten tijdens hun werkzaamheden in het kader van het leveren van voorzieningen handelen in overeenstemming met de professionele standaard.
2. Om na te gaan of de kwaliteit van de ondersteuning voldoende geborgd is, wordt onder meer gekeken naar de volgende punten:
a. de professional beschikt over de juiste kwalificaties om de ondersteuning te kunnen leveren, d.w.z. relevante opleiding, kennis en ervaring. Indien van toepassing registratie in een relevant beroepsregister;
b. het type zorg sluit aan bij de ondersteuningsbehoefte;
c. de professional beschikt over relevante keurmerken of certificeringen;
d. de professional beschikt over een actuele VOG, ook als het een informele zorgaanbieder betreft. Een VOG is niet nodig bij zorg door familie (eerste en tweedegraads) of partner.
3. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders en een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Beleidsregels maatschappelijk ondersteuning gemeente Hengelo 2020
Artikel 2.4.5. Kwaliteitseisen
1. De aanbieder is verplicht de cliëntgebonden zorg uit te laten voeren door een medewerker die beschikt over een door de overheid erkend diploma van een zorggerelateerde (op mensen gerichte) opleiding of over daarmee, aantoonbaar, gelijkgestelde werkervaring:
c. voor de ondersteuningsbehoefte 1 niveau A en B geldt dat dit diploma minimaal op MBO 3 niveau moet zijn;
d. voor de ondersteuningsbehoeften 1 niveau C en ondersteuningsbehoefte 2 niveaus A, B en C dat diploma op minimaal MBO 4 niveau moet zijn.
2. Er vindt periodieke evaluatie plaats tussen cliënt, de aanbieder en/of het college.
3. De aanbieder voert jaarlijks een cliënttevredenheidsonderzoek uit.
4. De aanbieder informeert cliënten voorafgaande aan de uitvoering van het zorgpan over algemene zaken, klachtenregeling, vertrouwenspersoon en cliëntenraad.
5. De aanbieder heeft een vastgelegde klachtenprocedure en er is een onafhankelijke klachtencommissie ingericht.