ECLI:NL:RBOVE:2024:1392

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
15 maart 2024
Zaaknummer
C/08/309740 / KG ZA 24-27 herstelvonnis
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in kort geding betreffende wijziging proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft JARW Onroerend Goed B.V. op 14 maart 2024 een kort geding aangespannen tegen een gedaagde partij, die niet is verschenen. JARW verzocht de voorzieningenrechter om de proceskostenveroordeling in het vonnis van 14 maart 2024 te wijzigen van € 1.398,55 naar € 4.286,99. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een kennelijke fout in het eerdere vonnis, wat eenvoudig te herstellen is. Aangezien de gedaagde partij verstek heeft laten verlenen, is er geen reactie van deze partij op het verzoek van JARW gevraagd.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot verbetering toegewezen en de proceskostenveroordeling aangepast. De wijziging houdt in dat de gedaagde nu veroordeeld wordt tot betaling van € 4.286,99 in plaats van het eerder genoemde bedrag. Dit herstelvonnis is op 14 maart 2024 uitgesproken door de voorzieningenrechter en zal worden vermeld op de minuut van het oorspronkelijke vonnis. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank dienen te retourneren.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer : C/08/309740 / KG ZA 24-27
Herstelvonnis in kort geding van 14 maart 2024
in de zaak van

1.JARW ONROEREND GOED B.V.,

te Elsloo,
2.
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: JARW,
advocaat: mr. H.J. Tulp te Drachten,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij e-mail van 14 maart 2024 is namens JARW de voorzieningenrechter verzocht om verbetering van het op 14 maart 2024 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het deel van 6.7 van het dictum waar staat:
“ € 1.398,55”, te vervangen door “€ 4.286,99”.
1.2.
Aangezien tegen [gedaagde] verstek is verleend, heeft de voorzieningenrechter hem niet gevraagd om een reactie op dit verzoek van JARW.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het kort geding vonnis van 14 maart 2024 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De voorzieningenrechter zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat nr. 6.7 van het op 14 maart 2024 tussen JARW en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat:
“ 6.7. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.398,55, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,”
wordt gewijzigd in:
“6.7. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 4.286,99, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,”
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 14 maart 2024 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 14 maart 2024,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 14 maart 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten op 14 maart 2024