Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verwerende partij in reconventie,
eisende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 mei 2023;
- de akte uitlating schikkingsonderhandelingen, tevens houdende indiening producties en vermeerdering/vermindering/wijziging vorderingen, met producties van 6 september 2023;
- de akte uitlating schikkingsonderhandelingen, binnengekomen op 12 september 2023;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende vorderingen in reconventie met producties, binnengekomen op 27 september 2023;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende aanvulling gronden in conventie, binnengekomen op 13 november 2023;
- de akte overleggen producties, tevens houdende aanvulling van eis in reconventie, binnengekomen op 23 januari 2024.
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van Olst;
- de man, bijgestaan door mr. Westendorp-Hertgers.
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.Het verweer in conventie
5.De vordering in reconventie
- het Asics hardloop Windjack blauw;
- het poloshirt blauw Young Men Shop;
- de ski’s Volkel met bindingen en skistokken;
- de zwarte skibroek van de man door de vrouw meegenomen uit de opslag van Salland Storage;
voorwaardelijk, indien de vordering in conventie geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen:
6.Het verweer in reconventie
7.De beoordeling in conventie en reconventie
primairop een (stilzwijgende) overeenkomst van geldlening (artikel 7:129, lid 1 BW),
subsidiairop onverschuldigde betaling (artikel 6:203 BW),
meer subsidiairop ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 BW) en
uiterst subsidiairop de redelijkheid en billijkheid (artikel (6:2, lid 1 BW).
€ 15.335,-) en de korte periode (beide betalingen in september 2019) waarin de vrouw deze heeft voldaan, op grond van de redelijkheid en billijkheid moeten leiden tot een nominaal vergoedingsrecht voor de vrouw jegens de man ter hoogte van € 44.334,-.
€ 367,95, € 3.982,77 en € 1.463,52. Partijen verschillen wel van mening of er afspraken zijn gemaakt over terugbetaling van deze bedragen. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken van een lening van de vrouw van deze bedragen aan de man. De enkele stelling van de vrouw dat zij onder de voorwaarde van terugbetaling de man financieel hielp toen hij daar om vroeg en het bewijs dat in juni 2022 daarover is gesproken, is in het licht van de betwisting door de man onvoldoende. Ook de stelling van de vrouw dat duidelijke afspraken over de kosten van de door partijen gemaakte reizen zijn gemaakt, heeft zij niet onderbouwd en heeft de man gemotiveerd betwist.