In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Mijande Wonen en een gedaagde partij over huurachterstand. De Woningstichting vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 3.181,28, die was opgebouwd tot en met februari 2024. De gedaagde, die in het verleden ook al huurachterstanden had, had in februari 2023 tijdelijk naar Irak gereisd en was sindsdien in gebreke gebleven met het betalen van de huur. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2024 heeft de gedaagde verklaard dat hij zijn bijstandsuitkering had verloren en dat hij bezig was met solliciteren en hulp van de gemeente had ingeschakeld. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de betalingsachterstand van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen 14 dagen te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, evenals bijkomende kosten en proceskosten. De kantonrechter heeft de vordering van de Woningstichting toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.