ECLI:NL:RBOVE:2024:1278
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de verlening van een vaarvergunning en ontheffing voor het gebruik van een verbrandingsmotor
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Stichting Natuurbeschermingswacht Meppel en omstreken tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland van 20 juni 2022. Dit besluit verleende een vaarvergunning voor het exploiteren van 60 verhuurboten ten behoeve van de gasten van Vakantiepark Waterstaete te Ossenzijl, alsook een ontheffing voor het gebruik van een verbrandingsmotor op 59 boten. De rechtbank heeft op 27 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres, H.J.M. Baptist, en de gemachtigde van het college, G. Holtjer, aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de Vaarverordening Steenwijkerland 2021, op basis waarvan de vergunning en ontheffing zijn verleend, een autonome gemeentelijke verordening is die is opgesteld in het belang van de gemeente. De verordening regelt niet het recht om met boten op waterwegen binnen de gemeente te varen, wat zonder vergunning is toegestaan. De rechtbank concludeert dat de belangen van de natuur en het milieu al zijn meegenomen in eerdere vergunningen en bestemmingsplannen, en dat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt bij het besluit van het college. Daarom is het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, rechter, in aanwezigheid van mr. A. van der Weij, griffier, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.