Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primairom een poging tot diefstal te kunnen plegen).
dan welde Volkswagen Polo heeft beschadigd.
–ad informandum gevoegd bij de zaak onder parketnummer 18.032033.23. De rechtbank constateert dat in voornoemde zaken ten behoeve van de pro formazitting op 19 december 2023 in totaal drie aparte dagvaardingen zijn uitgevaardigd. De eerder als ad informandum gevoegde feiten komen daarom te vervallen als onderdeel van de tenlastelegging van 3 oktober 2023.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.De bewijsmotivering
‘laparotomie’) heeft ondergaan. Door de messteek waren zowel haar maag als de darmen geperforeerd, ook had [slachtoffer 1] braaksel in haar longen. [slachtoffer 1] lag op de intensive care (hierna: I.C.) en werd kunstmatig in coma gehouden in verband met infectiegevaar. [5] Op 2 februari 2023 kwam [slachtoffer 1] bij kennis. Zij was moeilijk aanspreekbaar en erg moe. Omdat haar longen nog niet zelfstandig werkten, bleef zij op de I.C. aan de beademing. [6] In eerste instantie was er sprake van enig herstel en sprak zij op 3 februari 2023 nog met haar broer over het voorval. Rond 4 februari 2023 ervaarde [slachtoffer 1] echter motorische onrust en kreeg zij een delier. De dagen daarop ging zij verder achteruit, waarna op 6 februari 2023 een tweede buikoperatie (
‘re-laparotomie’) heeft plaatsgevonden. Na deze tweede operatie is er sprake geweest van uitval van meerdere orgaansystemen. [slachtoffer 1] is op 7 februari 2023 op 70-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van het steekletsel linksvoor aan de buik. [7]
3 juli 2023, opgemaakt door drs. P.M.I. van Driessche, arts en forensisch patholoog. [12]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
doodslag, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
- 1 STK Papier (PL0100-2023027918-G1571060);
- 1 STK Pas (PL0100-2023027918-G1571061).
7.De schade van benadeelden
€ 110.799,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
€ 577,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
€ 236,53, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
€ 10.799,47, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 31 januari 2023 (de begindatum waarop het strafbare feit is gepleegd).
Tot mij heeft zich gewend de heer [benadeelde 1] [slachtoffer 1] in zijn hoedanigheid van zaakwaarnemer van zijn zus, mevrouw [slachtoffer 1] te Groningen, met het verzoek u aan te schrijven over het volgende..” (..) “Namens cliënte wordt u aansprakelijk gehouden voor alle geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade van cliënte ten gevolge van het feit. Indien er andere personen waren betrokken, houdt zij ook mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit bericht is mede bedoeld als vereiste aanzegging in de zin van art. 6:95 lid 2, tweede volzin BW.”
€ 100.000,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 31 januari 2023 (de begindatum waarop het strafbare feit is gepleegd).
€ 577,78, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 25 januari 2023 (de datum waarop het strafbare feit is gepleegd).
niet-ontvankelijkverklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen gijzeling ten aanzien van de vordering van [benadeelde 1];
- 11 (elf) dagen gijzeling ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2];
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
doodslag, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
18.026981.23, feit 1 primair:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) jaren;
€ 110.799,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2023;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 18.032033.23, primair bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 110.799,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
365 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
€ 577,78, bestaande uit materiële schade;
€ 577,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2023;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 18.026981.23 bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 577,78,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
11 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[bedrijf] B.V.ter zake van het onder 18.026981.23 onder 2 bewezenverklaarde feit in het geheel
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- 1 STK Papier (PL0100-2023027918-G1571060);
- 1 STK Pas (PL0100-2023027918-G1571061).