ECLI:NL:RBOVE:2024:1246

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
08.247264.23, 08.129753.23 (ttz. gev.) en 08.059734.23 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor poging tot diefstal en diefstal met bedreiging

Op 12 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot diefstal en diefstal met bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 336 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en heeft hem verplicht zich te melden bij de Reclassering. De verdachte is schuldig bevonden aan het plegen van een poging tot diefstal op 1 september 2023 te Vriezenveen, waarbij hij een slachtoffer onder bedreiging met een mes heeft aangesproken bij een geldautomaat. Daarnaast heeft hij op 24 mei 2023 een winkeldiefstal gepleegd bij de Lidl in Vriezenveen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging. De verdachte heeft bekend, maar ontkent dat hij het slachtoffer heeft gezegd dat zij 500 euro moest pinnen. De rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van het slachtoffer. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft besloten tot een combinatie van onvoorwaardelijke en voorwaardelijke gevangenisstraf, met bijzondere voorwaarden gericht op behandeling van de verslavingsproblematiek.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08.247264.23, 08.129753.23 (ttz. gev.) en 08.059734.23 (tul) (P)
Datum vonnis: 12 maart 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats],
nu verblijvende in de P.I. [locatie].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 16 januari 2024 en 27 februari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.P.R. van Andel en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. N.L.A.N. Weusthof, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort gezegd op neer dat verdachte heeft geprobeerd om [slachtoffer] van geld te beroven onder bedreiging van een mes (parketnummer 08.247264.23) en dat verdachte een winkeldiefstal heeft gepleegd (parketnummer 08.129753.23).
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
parketnummer 08.247264.23
hij op of omstreeks 1 september 2023 te Vriezenveen op of aan [adres], in elk geval op of aan de openbare weg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld (500 euro en/of 100 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
- met gezicht bedekkende kleding aan naar die [slachtoffer] toe is gelopen als die [slachtoffer] bij een geldautomaat staat,
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: “pin 500 euro”, in elk geval woorden van gelijke
aard en/of strekking en/of
- een grijpende beweging heeft gemaakt naar geld dat die [slachtoffer] in haar handen
had,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
welke poging tot diefstal werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn handen vast te houden als hij bij die [slachtoffer] staat en tegen haar zegt dat ze 500 euro moet pinnen en/of als hij de grijpende beweging naar het geld in de handen van die [slachtoffer] maakt;
parketnummer 08.129753.23
hij op of omstreeks 24 mei 2023 te Vriezenveen, gemeente Twenterand een of meerdere winkelgoederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Lidl (gevestigd op/aan de Westeinde 123), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder de parketnummers 08.247264.23 en 08.129753.23 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het onder parketnummer 08.247264.23 tenlastegelegde bekend, met dien verstande dat verdachte heeft verklaard zich niet te kunnen herinneren dat hij tegen [slachtoffer] (hierna: aangeefster) heeft gezegd dat ze moest pinnen. Het onder parketnummer 08.129753.23 tenlastegelegde is volledig door verdachte bekend.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Parketnummer 08.247264.23
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder parketnummer 08.247264.23 ten laste gelegde feit, behoudens de onderdelen die ertoe strekken dat verdachte tegen aangeefster heeft gezegd dat ze vijfhonderd euro moest pinnen.
Nu verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, zal de rechtbank volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen (overeenkomstig artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv). De bewijsmiddelen bestaan uit:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 februari 2024, voor zover inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 12 september 2023, pagina 108-110.
4.3.2
Parketnummer 08.129753.23
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder parketnummer 08.129753.23 ten laste gelegde feit. Nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen (artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv). De bewijsmiddelen bestaan uit:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 februari 2024, voor zover inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte door [aangever] van 24 mei 2023, pagina’s 5 en 6.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08.247264.23
hij op 1 september 2023 te Vriezenveen aan de [adres], op of aan de openbare weg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid geld, enig goed, dat toebehoorde aan [slachtoffer], een ander, weg te nemen met het oogmerk om zich dat geld/goed wederrechtelijk toe te eigenen,
- met gezichtbedekkende kleding aan naar die [slachtoffer] toe is gelopen als die [slachtoffer] bij een geldautomaat staat,
- een grijpende beweging heeft gemaakt naar geld dat die [slachtoffer] in haar handen
had,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke poging tot diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die voorgenomen diefstal gemakkelijk te maken, door:
- een mes in zijn handen vast te houden als hij bij die [slachtoffer] staat en als hij de grijpende beweging naar het geld in de handen van die [slachtoffer] maakt;
parketnummer 08.129753.23
hij op 24 mei 2023 te Vriezenveen, gemeente Twenterand winkelgoederen, die aan de Lidl (gevestigd aan de Westeinde 123), een ander, toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 312 en 310 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08.247264.23
het misdrijf: poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
parketnummer 08.129753.23
het misdrijf: diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert:
  • een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 155 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en
  • een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden met een proeftijd van 3 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals die zijn geadviseerd door de reclassering, en met dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd zich te kunnen verenigen met de eis van de officier van justitie voor zover die strekt tot de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 155 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De voorwaardelijke gevangenisstraf die de officier van justitie heeft gevorderd, dient te worden beperkt tot de duur van vier maanden. De raadsvrouw kan zich vinden in de gevorderde bijzondere voorwaarden en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft geprobeerd om aangever onder bedreiging van een mes geld afhandig te maken bij een pinautomaat. Het gaat om een ernstig feit dat voor aangeefster een angstaanjagende gebeurtenis moet zijn geweest. Gewapende berovingen, of pogingen daartoe, hebben over het algemeen grote impact op de betrokken slachtoffers en roepen bij hen vaak nog lange tijd gevoelens van angst en onveiligheid op. Bovendien brengen misdrijven als deze ook in de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid teweeg. De rechtbank rekent verdachte dit aan. Dat verdachte het feit naar zijn zeggen heeft gepleegd in een roes als gevolg van middelengebruik, vormt geen excuus. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Naast financiële schade voor de benadeelde, brengt winkeldiefstal ook onrustgevoelens en overlast met zich mee.
Uit de justitiële documentatie van verdachte van 21 december 2023 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten waarbij geweld of dreiging met geweld is toegepast. Wel is verdachte veroordeeld voor twee eerdere winkeldiefstallen, gepleegd in respectievelijk december 2022 en februari 2023.
De rechtbank heeft acht geslagen op de verdiepingsdiagnostiek en het advies van de reclassering, neergelegd in rapporten van respectievelijk 12 oktober 2023, 29 december 2023 en 13 februari 2024. De reclassering ziet de leefgebieden financiën, middelengebruik en jarenlange verslaving, psychosociaal functioneren en dagbesteding als de voornaamste delictgerelateerde factoren. Er is sprake van een alcohol- en cocaïneverslaving en van een onverwerkt trauma. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een klinische opname, een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelencontrole. Verdachte heeft voor zijn al jarenlang bestaande verslavingsproblematiek (alcohol en cocaïne) diverse klinische behandelingen ondergaan. Telkens viel hij na een periode van abstinentie terug in middelengebruik. En uiteindelijk in delictgedrag zoals ook in deze zaak. De verdiepingsdiagnostiek heeft als uitkomst dat een klinische behandeling wordt geadviseerd, met dit keer, anders dan in het verleden, ook aandacht voor verdachtes traumatische verleden en een eventuele persoonlijkheidsstoornis en posttraumatische stressstoornis. Het risico dat verdachte zich aan de voorwaarden zal onttrekken wordt ingeschat als laag, mede doordat verdachte zich coöperatief opstelt en motivatie toont voor de geadviseerde behandeling.
De rechtbank houdt bovendien rekening met de e-mail van [naam], reclasseringswerker bij Tactus, van 26 februari 2024. De inhoud daarvan luidt dat verdachte met ingang van 13 maart 2024 kan worden opgenomen in de Forensische Verslavingskliniek (FVK) Piet Roorda in Zutphen. Aanvullend op de eerdere rapporten adviseert Westerhof die opname van, kort gezegd, maximaal een jaar, als bijzondere voorwaarde aan een op te leggen straf te verbinden.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de oriëntatiepunten voor straftoemeting, opgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.
Tot slot weegt de rechtbank mee dat verdachte ter zitting ervan heeft blijk gegeven verantwoordelijkheid te nemen voor zijn strafbaar handelen, heeft verklaard spijt te hebben en gemotiveerd te zijn voor de geadviseerde behandeling van zijn verslavings- en overige problematiek.
De rechtbank komt tot de slotsom dat alleen een gevangenisstraf met een fors onvoorwaardelijk deel recht doet aan de ernst van de feiten en daarom passend en geboden is. De duur van de onvoorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf wordt bepaald op 156 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarmee zal het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf op 13 maart 2024 gelijk zijn aan de duur van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Daarnaast zal een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd met bijzondere voorwaarden die erop zijn gericht om het recidiverisico te verkleinen. De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden opleggen die de reclassering heeft geadviseerd, waaronder de opname van verdachte in de forensische verslavingskliniek Piet Roorda te Zutphen of een soortgelijke zorginstelling. Verdachte kan per 13 maart 2024, de dag na de uitspraak van dit vonnis, worden opgenomen in de genoemde kliniek. De op te leggen voorwaarden zullen hieronder nader worden omschreven. Verdachte heeft zich op de terechtzitting bereid verklaard om zich aan deze voorwaarden te houden. De duur van de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf zal worden bepaald op 180 dagen. Met deze duur vormt de voorwaardelijke straf een voldoende stevige stok achter de deur voor de medewerking van verdachte aan de genoemde behandeling en de overige voorwaarden. De proeftijd zal worden bepaald op drie jaren.
Zoals gevorderd zullen de op te leggen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Verdachte heeft geprobeerd om aangeefster onder dreiging van een mes te beroven. Naar eigen zeggen heeft verdachte dit misdrijf gepleegd in een roes, volgend op het gebruik van drugs en slaapmedicatie, omdat hij zijn geld de voorafgaande dagen had uitgegeven aan middelengebruik. Zoals gezegd wordt het risico op recidive door de reclassering ingeschat als hoog. Zolang verdachte niet conform de op te leggen voorwaarden wordt behandeld voor zijn verslaving, blijft het recidiverisico onveranderd.

8.De vordering tenuitvoerlegging

8.1
De voorwaardelijke straf waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 22 juni 2023 van de politierechter van deze rechtbank is verdachte, voor zover hier van belang, veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is ingegaan op 7 juli 2023.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd bevel te geven tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde taakstraf.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair om afwijzing van de vordering verzocht, en subsidiair om verlenging van de proeftijd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie afwijzen. Zij acht de gevorderde tenuitvoerlegging niet opportuun, gelet op het langdurige en intensieve behandeltraject dat verdachte voor de boeg heeft op grond van de op te leggen bijzondere voorwaarden.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder de parketnummers 08.247264.23 en 08.129753.23 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- onder parketnummer 08.247264.23
het misdrijf: poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
- onder parketnummer 08.129753.23
het misdrijf: diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder de parketnummers 08.247264.23 en 08.129753.23 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
336 (driehonderdzesendertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
180 (honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt en blijft melden op afspraken met Tactus Reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich op 13 maart 2024 laat opnemen in de forensische verslavingskliniek (FVK) Piet Roorda te Zutphen of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, waartoe hij door de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) naar de kliniek wordt gebracht. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich ambulant laat behandelen door Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na afloop van de klinische behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie. Als de
voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
- verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start na afloop van de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol/drugs om het middelengebruik te
beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 13 maart 2024;
Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 08.059734.23
-
wijstde vordering
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en mr. H.J. Berends, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2024.