Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De huurachterstand
119,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Rentree (verhuurder) en een huurder. De verhuurder vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 3.649,81. De huurder erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat hij door persoonlijke en financiële problemen, waaronder ontslag, niet in staat was om de huur te betalen. De huurder had inmiddels weer een baan, maar was tijdelijk thuis door omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter stelde dat er onvoldoende garantie of perspectief was op betaling van de lopende huurtermijnen, en dat de huurder niet openstond voor minder vrijblijvende vormen van schuldhulpverlening. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming toegewezen, met een termijn van 14 dagen voor de ontruiming. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten, maar de vordering tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat de kantonrechter deze bedingen als oneerlijk beoordeelde.