Uitspraak
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 7.000,00 onverschuldigd zijn gedaan. De curator weegt daarbij mee dat er geen bijschrijving(en) van de in augustus 2021 door [gedaagde] overgemaakte bedragen zijn aangetroffen op de bankrekening van [bedrijf]. Verder wijst de curator op het ontbreken van een (schriftelijke) geldleningsovereenkomst en afspraken over rente en terugbetaling.
“De onder B op pagina 4 genoemde betalingen zijn terugbetalingen van leningen aan familie en vrienden. Die leningen stonden niet op papier. De daar genoemden hebbenmijbegin 2022 geld geleend zodatikhet salaris van de jongens kon betalen.Ikhad afgesproken datikhet geld terug zou betalen zodra er geld was in de B.V..”De volgende passages uit de schriftelijke verklaring die [gedaagde] naar de curator heeft gestuurd hebben een soortgelijke strekking:
“Ik ben van jongs af aan bevriend met [betrokkene]. Zijn bedrijf had geldproblemen en geld nodig voor een project.Hijheeft mij gevraagd of ikhemgeld kan lenen en dat ik het terugkrijg wanneer dat kan.”De onderstreepte bewoordingen onderschrijven dat het geld aan [betrokkene] in privé is geleend. In beide verklaringen wordt niet benoemd dat het geld aan [bedrijf] is geleend. Dat is evenmin het geval in de door [gedaagde] overgelegde Whatsapp gesprekken. De kantonrechter is daarom van oordeel dat [gedaagde] er onder de gegeven omstandigheden niet op had mogen vertrouwen dat hij het geld aan [bedrijf] leende.